Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

GELOVEN…

De enkele dagen overvloedige regen die we hebben gehad, veroorzaakten op diverse plaatsen in het land – en ook erbuiten –schrijnende menselijke ellende. Afgezien van de grote schade aan huis en huisraad betreurden we ook het verlies van mensenlevens. Kleine oorzaken wellicht maar met nefaste gevolgen.
En maar klagen bij de lokale overheid die op haar beurt bij de hogere overheid aan de bel trekt. Inmiddels is het leed geschied. “We zijn er mee bezig. Heb nog wat geduld”. Zij die voor de vierde, vijfde maal geconfronteerd werden met die wateroverlast weten beter. De administratieve molen werkt zo langzaam, zo tergend langzaam dat velen berusten in hun droevig lot. Ze geloven er niet meer in.
De ervaring heeft hen wijzer gemaakt. Hier en daar zijn er gezinnen die naar andere en drogere plaatsen zijn verhuisd. Vraag blijft echter gelden: waarom bouwen op plaatsen die sinds mensengeheugenis steeds onder water hebben gestaan in de winter?
Leren we echt niet uit onze fouten? Blijven we bvb nog koppig achter het stuur zitten met een glaasje op. En die te zware voet op het pedaal? De hogere voorziene boetes ten spijt blijft het God geklaagd maar tevergeefs. Geloven doen we echt niet dat we “anders” zouden moeten zijn?
Aster Berkhof (82), de gevierde veelschrijver – 92 boeken al, en alle jaren nog ééntje erbij – heeft – van in zijn jeugd al – in zijn drang naar kennis de betrachting gehad de wereld te verkennen. Reizen en nog eens reizen. Later hebben die verre tochten over de gehele wereld hem geleerd hoe de mensen elders leefden. En daaruit heeft hij wel zijn conclusies getrokken. Onder meer door het leren kennen van andere culturen en godsdiensten. Dit heeft hem doen nadenken over zijn beleden godsdienst. Van huis uit streng katholiek opgevoed door wijze ouders heeft hij een zorgloze jeugd doorgebracht. Hij heeft het geslikt zoals het hem werd ingelepeld. Pas na vele reizen en het in aanraking komen met de andere godsdiensten kwam hij tot het besluit dat iedereen zich steeds dezelfde vraag stelt. Wat voor zin heeft het dat ik hier ben, wat is de betekenis ervan, wanneer is dat allemaal begonnen en waar zal het eindigen? Hij zegt zelf dat hij zijn geloof niet verlaten heeft maar dat het zich heeft vervaagd met die andere godsdiensten. Blijft over: wat is het ware geloof? vraagt hij zich af hij in een interview van het maandblad Plus-magazine.
Geloof? Geloof! Zo stond ik laatst op een perron van een West-Vlaams station te wachten op een trein die maar niet kwam. Het regende fel, het waaide hard en het was bar koud. Een luidspreker stotterde ons, de verkleumden, toe dat de trein was afgeschaft. Volgende aansluiting over een uur. De vele misnoegden dropen af naar de inkomsthal. Eén gebelgde reiziger vernam aan het loket dat de locomotief gebroken was. Daardoor enz. Schouderophalend bracht hij ons het laconieke bericht over. De gesprekken van de geïrriteerde wachtenden kwamen langzaam opgang. Het thema van “neem de trein, zoveel beter” was het onderwerp van het moment.
Het oude maar zeer kranige manneke (83) naast mij was op weg naar de kliniek in K. Ze zal allang uitkijken waar ik blijf, zegt hij. Ze is nu aan de beterhand, Mijnheer. Maar twee weken geleden gaven de dokters geen cent meer voor haar leven. Ik moest de aalmoezenier er maar zien bij te halen om haar te berechten. Ik weigerde categorisch, stampvoette hij. Stel je voor ze lag er al zólang en nog nooit had hij, die gepensioneerde priester,– hij vloekte bijna – maar één voet bij haar binnengezet, dedju. Zijn stemhoogte steeg uitermate.En daar ik zelf geen gelovige meer ben… Ik gaf hem gelijk.
Een achterkleinkind van vijf, bijna zes, die me vergezelde staarde me ondervragend aan: “Pépé, zal ik dan maar eens gaan bidden voor mémé? Kom laten we naar de kapel gaan. Het kind zette zich op de knieën op een stoel neer, sloeg de ogen op en vroeg: “Hoe moet ik dat doen, pépé, kent jij geen gebedjes meer van vroeger?” Ik keek het ukje aan en hortend – en met tranen in de ogen – stond ik naast hem het Onze Vader te stamelen. Ik weet niet meer hoelang het geduurd heeft want keer op keer was ik de draad kwijt en kon ik opnieuw beginnen. Het knaapje had zijn handjes gevouwen, zijn ogen devoot gesloten en zijn voorhoofdje voorovergebogen.
De grijsaard keek me aan . “Het was aandoenlijk èn pijnlijk, Mijnheer”, en tranen liepen hem van de doorgroefde wangen. “En toppunt van dit gebeuren, ging hij verder, nog geen anderhalve dag later was Pietje-de-dood uit haar kamer weg. Ik stond te huilen als een klein kind toen ik haar zò blozend terugzag. Was hier een wonder gebeurd? Ik weet het niet, hoor. Feit is het dat zij nu aan de beterhand is waarvoor de dokters geen verklaring kunnen of willen geven.. Als het goed is van de witte kielen wil ik haar overmorgen naar huis halen “terwijl hij zich over de grijze haren streek.
Zijn zakdoek diepte hij uit de broekzak op, snoot zich wat tè luidruchtig de neus en veegde zich de hete tranen van het gezicht.
Ik stond perplex. Een oude maar alerte man die me zomaar een verhaal deed waarvan iedereen zou kunnen denken dat het larie en apekool was. Puur verzinsel of gewoon een uit de nek geslagen stationsromannetje. Maar ik, ik geloofde hem. Daarvoor bleek hij me te oprecht. Tranen komen zò maar niet uit de ogen gerold en zeker niet bij de oudjes.
Toen de eerstvolgende trein werd aangekondigd, wipte hij fluks recht en repte zich naar de sporen. Hij draaide zich nog eens om en zwaaide even zij het moeizaam.
‘k Heb hem niet meer teruggezien. Geloven, ja wat is dat nu eigenlijk?

Jan Coessens

Noot: Geloven is aanvaarden voor waar van iemand die gewoonlijk de waarheid spreekt. Eens?

Schrijver: Jan Coessens, 8 januari 2003


Geplaatst in de categorie: emoties

1.5 met 15 stemmen 2.591



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Mona de Vries
Datum:
7 maart 2003
Email:
har.rooplanet.nl
Wat vind ik dat mooi, zo ontroerend hoe je het hebt omschreven, ga zo door, je hebt van mij een 10.
Mona

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)