Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

over werk (5)

Verbluft van mijn voorlopige conclusie dat wat het meest zinloos is door mij als het meest zinvol ervaren wordt, ontkom ook ik niet aan de financiële kwestie. En dus ben ik ondertussen op zoek naar echt werk. Het heeft mij gemaakt tot een ervaren sollicitatiebrievenschrijver, ik rammel ze met het grootste gemak eruit. Ook ben ik tot het inzicht gekomen dat niets het cynisme zo rijkelijk voedt, als het resultaat dat dit oplevert. In volgorde van schadelijk effect ontving ik samengevat de volgende reacties.

Allereerst van mensen die zelfverzekerd, krachtig, en naar eigen bevinden ook ongetwijfeld rechtvaardig in hun oordeel zijn: ‘U voldoet niet aan de eisen gesteld aan de functie’. Dan van de mensen die zich bewust zijn van de relativiteit van hun selectie: ‘Andere kandidaten voldoen mijns inziens beter aan het ideale profiel’ (Hoe weet u dat denk ik terstond, u heeft mijn neus nog nooit gezien). Personen die lijken te bevestigen dat het een lotto betreft schrijven mij: ‘Helaas is de keuze niet op u gevallen’. Wanneer men twijfelt, schroom heeft een ander af te wijzen of de eigen beslissing niet goed kan beargumenteren, zegt men het zo: ‘Graag houden wij u in portefeuille’. Wie zijn keuze wil nuanceren, en de pijn van zijn afwijzing poogt te verzachten begint met: ‘Ondanks uw uitstekende kwalificaties...’. En dan is er nog die ene positivo, die begrepen heeft dat zijn brief, waar ik naar staar, het enige is dat overblijft van al het zinloos opgeschroefde enthousiasme en de vergeefs gewekte interesse, en daarom tevens het beginpunt moet zijn voor nieuwe moed en initiatieven van de lezer: ‘Wij zijn er van overtuigd dat u spoedig elders een baan zult vinden.’

Het weegt niet op tegen de klem, waarmee de berg afwijzingsbrieven mij dwingt tot het naderen van een dieptepunt. Toch komt de dag dat ik uitgenodigd word voor een gesprek. Om de eerste ronde door te komen, gelden een aantal verboden, die je niet mag breken. Daartoe is het beslist noodzakelijk om te liegen.

Geef nooit een eerlijk antwoord op de strikvraag wat voor werk je het liefst zou doen. Een werkgever wil zich uitverkoren voelen, toekomstige collega’s willen graag de bevestiging dat zij het belangrijkste en meest interessante werk doen dat er op de wereld bestaat. Beweer nooit dat je in principe alles kunt leren en dat ervaring je in het verleden nog nooit geholpen heeft je weg te vinden. Learning by doing is in de meeste bedrijven nog geen beproefd corporate curriculum. Het doet bovendien afbreuk aan de eigenwaarde van degenen die jaren lang hebben geploeterd om hun positie te verwerven. Deel nooit je gedachte met de gesprekspartner dat er beslist ook anderen zijn die de functie uitstekend kunnen vervullen. Bescheidenheid wordt in de regel niet gewaardeerd. Zeg nooit dat je in eerste instantie wil werken omdat je een inkomen nodig hebt. Dat dit de motivatie van verreweg de meest mensen is om hun leven in loondienst te slijten, is een collectief geheim, en dat moet het blijven. Toon nooit de bereidheid om alles aan te pakken wat zich voordoet in de toekomstige functie. Je zult gezien worden als onprofessioneel en iemand die niet weet wat zij wil.

Verrijkt met deze inzichten beland ik gaandeweg in een tweede of zelfs een derde ronde, en dan breekt het tijdstip aan waarop ik mij serieus ga voorbereiden op een ander leven, dat voor jaren gebonden zal zijn aan de nieuwe werkomgeving. Ik probeer mij een voorstelling te maken van mijn nieuwe status en zonodig diepgewortelde negatieve oordelen uit de weg te ruimen. ‘Ik word ambtenaar en dat is heerlijk want nu hoef ik 25 jaar lang niet meer na te denken over hoe ik mijn leven in moet richten en bovendien is de gemeenschap een prachtig doel om voor te werken’. Tegen de tijd dat ik hier werkelijk in ben gaan geloven, komt de afwijzing. Voor de volgende functie stort ik mij alvast op het verwerven van nieuwe vaardigheden, die ik vast nodig zal hebben, omdat ik mijn collega in Duitsland alleen zijn moertaal spreekt. Wanneer ik Die neue Sprache der Mitte eindelijk gevonden heb, zit ik alweer in een nieuwe procedure waarin het juist van belang is om Frans te spreken. Ik zet vast de organisatorische bochten uit waarin ik mij zal moeten wringen om mijn huishouden draaiende te houden – ‘Voor de inwerkperiode wordt u een half jaar in Parijs gestationeerd’ - maar nog voor ik mijn kinderen aan deze gedachte heb laten wennen, is het verhaal al weer verleden tijd. Vervolgens ontleed ik richtlijn 2001/23/EC tot op het bot, maar wanneer ik mij een beeld gevormd heb van de praktische problemen waarmee ik te maken zal krijgen, weet ik al dat ik nooit bij een due diligence traject betrokken zal zijn.

En zo bereik ik stap voor stap de bodem van mijn zelfvertrouwen. Dan geef ik toe dat ik ook eigenlijk nergens in uitblink, geen duidelijk vak heb en geloof ik dat ik welbeschouwd inderdaad helemaal niets kan. De toewijding waarmee ik vijftien jaar lang mijn werk deed, waarin ik zelden verlegen zat om een antwoord op de vraag wat er moest gebeuren, de waardering die ik toch kreeg, het is allemaal weggezakt in een onbetrouwbare herinnering die mij voorkomt als een droom.

Schrijver: Tille, 1 juli 2003


Geplaatst in de categorie: werk

-0.7 met 10 stemmen 2.264



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)