Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Natuur of tuin?

Volgens het woordenboek betekent het woord natuur in eerste instantie: het landschap waarin de mens niet of nauwelijks heeft ingegrepen.
Het woord tuin wordt kortweg omschreven als: stuk grond met planten en bomen.
En zulke grond heb ik: met hagen, tal van struiken, en bomen die het geheel omkaderen en een meerwaarde aan die grond geven.
Zalig is het om een tuin te vormen en erin te zwoegen. Jaarlijks wordt er enthousiast verplant en gescheurd. Stilaan begint het mooie plaatje dat ik in mijn gedachte heb vorm te krijgen en benadert de tuin mijn droombeeld.

En toch zou ik het graag anders willen.
Steeds weer word ik aangetrokken tot het stukje vrije natuur dat achter onze straat ligt. Het is een weldaad door bos en weiden te wandelen, ’s zomers de geur van het gehooide gras te kunnen inademen en in de herfst de humus op te snuiven.
Hoe meer ik in contact kom met de ongereptheid van de natuur, hoe meer ik de stad en het rumoer ontwijk, hoe meer ik de snelheid waarmee het leven voorbij raast wil weren uit mijn bestaan, en hoe meer ik de eenvoud wil opzoeken.
Want eenvoud is het toverwoord van die overweldigende, mooie natuur. En die eenvoud ben ik afgeleerd en ontgroeid na mijn kinderjaren.
Soberheid is me vreemd geworden en simpel hoort al helemaal niet meer in mijn woordenschat.
Gewoontjes is niet mens-gewijs.

Dus heb ik een tuin; zelfs een imposante tuin die me de vreugde geeft om erin te werken. Een tuin waarin ik mijn zinnen kan verzetten. Naar menselijke normen is het een mooie tuin, met hoekjes en blikvangers en kamers en vele bomen. Want ik hou van bomen!
Maar toch mist die tuin dat magische, die simpele eenvoud van de natuur die erop aansluit.

En zo zwoeg ik verder in mijn tuin, mijn ideaalbeeld nastrevend.
Steeds weer probeer ik terug de eenvoud te grijpen die de natuur me zo vrijgevig aanbiedt. Vrijmoedig toont ze haar geheim: “Kijk eens hoe simpel mooi dat vogelbosje daar in de verte staat. En wat vind je van de boterbloemen in mijn veld? En zijn mijn wuivende grassen ’s zomers niet oogstrelend? Hou jij ook zo van de kikkers en salamanders in mijn sloot? Ben je blij verrast als je de torenvalk zoekend en biddend over mijn velden ziet jagen? En hou je je adem in bij het kijken naar de ondergaande zon die nog vlug een rode gloed werpt over mijn bos?”

Natuur!
Met de gulheid van een klein kind reikt ze me haar schatten aan. Gretig neem ik, en geef niet meer terug wat ze me aanbood, maar vervorm ik haar giften en wring ze naar mijn eigen bombastische ideeën.
Tenslotte maak ik er mijn tuin van.
In het beste geval blijft er nog een stukje natuur over.
Of zoals het woordenboek me zegt: “Een stukje landschap waarin de mens niet of nauwelijks heeft ingegrepen.”

Schrijver: Greet Berghmans, 4 november 2003


Geplaatst in de categorie: natuur

1.8 met 12 stemmen 1.315



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)