Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Blauw bloed.

Zij komt van ‘goede huize’, zo vindt ze zelf.
Toen ze klein was heb ik getracht haar bij te brengen dat onze woonst gelijkwaardig is aan het huis van haar moeder.
Ze heeft er geen oren naar!
Vooral als ze een slechte bui heeft, is er geen houden aan. Dan zeurt ze de hele dag door over haar vermeende koninklijke afkomst. Het baadt niet dat ik erop wijs dat haar moeder een gewone grijs getijgerde korthaar is
“’t Zijn de genen van mijn vader die tellen”, piept ze fijntjes en vlug – zo langs haar neus weg – voegt ze er nog aan toe: “ en blauw bloed.”. En dan zet ze zich goed zichtbaar en halvelings opzij, zodat aan haar profiel zogezegd te zien valt hoe dat blauw bloed dan wel stroomt.

“Haar vader ken ik niet, maar het zou best die dikke rosse schooier kunnen geweest zijn die in katertijd hier altijd rondliep”, zei de eigenares toen we Lotte destijds gingen afhalen.
Die rosse kleur en dat corpulente lijf heeft ze inderdaad geërfd van haar vader, want moederpoes was een spits en minzaam grijs wezentje.
“Ach, je vader was een zwerver die je moeder heeft verleid”, heb ik haar eens voor de kop gesmeten toen ze de andere katten uit de zetel joeg terwijl ze siste: “Van mijn troon af!”. Een week lang heeft ze me genegeerd. Ze trachtte me te straffen door bij de andere huisgenoten op de schoot te gaan liggen soezen. “’k Was beter bij mijn moeder gebleven want hier word ik niet gewaardeerd…”, hoorde ik haar toen mokken tussen het ronken door.
Daarom ben ik voorzichtig geworden met wat ik haar zeg. Ik laat haar een beetje in de waan met haar ‘blauw bloed’.
Dus wordt er niet meer met haar gelachen wanneer ze slapend van de rugleuning van de zetel valt. “’t Is hier allemaal aftands”, kat ze dan.
Er wordt ook niet gegrinnikt wanneer ze tegen Mieke - ons wit kattinnetje – aanbotst die de keuken komt binnengestormd. Nadat ze is bekomen van de eerste schrik en zich uitgebreid heeft getoiletteerd, zucht ze wegdromend: “Ach, het paleis van mijn moeder…,niet te vergelijken. ”.
Ik zwijg en onderga haar grillen en uitlatingen, haar gepuf en gesteun, haar gejengel en haar gedicteer.

Enkel bij de open tuindagen, wanneer de bezoekers vol bewondering haar rosse kleur en dikke vacht prijzen; wanneer ze het publiek hoogmoedig toekirt: “Merci beaucoup” of “U bent werkelijk bedankt”; wanneer ze zó de ganse dag door wiebelend flaneert tussen de benen van de mensen door, alle aandacht naar zich toe zuigend, dan kan ik het soms niet laten achter haar rug te roddelen en te vertellen dat haar vader een schooier was en dat ze wat hoog oploopt met zichzelf.
Het doet deugd om zo eventjes je problemen bij een luisterend menselijk oor te leggen met zo’n lastig wicht.
Als ’s avonds de tuinpoort sluit en we naar binnen gaan, loopt zij hautain voorop en in het passeren hoor ik haar murmelen: “Een koninklijk Britse Korthaar, rood - zilver gemarmerd, dat ben ik.” Nadien zit ze binnen haar hoogdag úrenlang gelukzalig te herbeleven. “Erg aardig van u” en “dank u wel voor het compliment”, mijmert ze, en terwijl wrijft ze met haar poot een rosse bles achter haar oor.
“Blauw bloed”, benadrukt ze en brutaal kijkt ze me aan.
Ik zwijg.

Schrijver: Greet Berghmans, 1 maart 2004


Geplaatst in de categorie: dieren

4.2 met 10 stemmen 5.356



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)