Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Lente.

De wind is geluwd en nieuwe geuren prikkelen de neus.
Geen composterende herfstige humusgeur of verkillende winterse diepvrieslucht. Het is de lentegeur: fris en sprankelend als de reclame van één of ander wasproduct. Het is de geur van verse lakens waar je met je neus tegenaan ligt zodat die frisheid toch nog even blijft hangen.
Die eerste lentegeur is erg herkenbaar en toch moeilijk te beschrijven.
Ieder beleeft individueel zijn eigen lentesensatie.
Bij de ene begint de lente wanneer een zachte voorjaarsbries zijn neus beroert, bij de ander komt het voorjaar aangewaaid tijdens het vrijkomen van het aroma van de gele bloempjes van Cornus mas.
Nog een ander beleeft het eerste lentegevoel wanneer de donzige crèmekleurige meeldraden van Fothergilla major in zijn tuin bedwelmend beginnen geuren.
Iemand anders zal dan weer vrolijk worden wanneer hij de eerste maal zijn grasmat kortwiekt en een frisse grasgeur waarneemt bij het ledigen van de volle opvangbak.
En als het kruidig bouquet van het jonge kattekruid vrijkomt, terwijl de oude resten rondom zijn afgeknipt en de nieuwe wollige toefjes met de hand worden beroerd, zal menigeen dit hét teken van de lentestart vinden.

Niet alleen geuren, maar ook specifieke geluiden behoren tot de lente.
Uitgelaten kinderstemmetjes, nog wat bevend na de lange verplichte winterquarantaine in huis; of de schelle roep van de pauw in een tuin halverwege de straat; of buurman die naar oude gewoonte het jaarlijks timmeren hervat en op het terras hout verzaagt voor het maken van boekenrekken, zandbak, pergola, nestkastjes, tuinhuis, schappen voor het tuinhuis, kippenhok, leggers en trapje voor het kippenhok …. Tiens! Ben ik nu in feite niet over mijn man bezig?
In elk geval: mijn lentegevoel begint bij het geluid van pruttelende aarde. Het is het moment waarop onze zompige doorweekte wei begint te borrelen als een natuurspons die zich volzuigt: een slurpend gulzig oergeluid.
Ook die ene merel, die elk jaar weer zijn ‘lente ode’ fluit in onze berkenboom, en het gekwetter van het spijbelend groepje verliefde pubermezen in de sierkerselaar, behoren tot mijn eerste voorjaarstekens.
Het brutaal gekrakeel van de losbandige spreeuwen die in troep van tuin naar tuin vliegen onderwijl bedisselend welke boomgaard ze dit jaar gaan plunderen, en het geroep “Daar zijn ze weer!” Wanneer echtgenoot de eerste bladluizen heeft opgemerkt, doen beseffen dat wedergeboorte niet alleen voor de ‘leuksten der aarde’ is bedoeld.

Tenslotte zijn er de kattenperikelen die een eigen apart lentemoment geven, vanaf eind februari tot diep in maart.
“Onze Sjarel is weer gaan zwerven. ’t Is katertijd.”, zegt de eerste ongerust nadat hij tevergeefs zijn troetel in de tuin heeft staan roepen.
“De Sjarel van hierover heeft weer tegen onze voordeur geplast en het stinkt als de pest. Verdorie! Het is katertijd!”, gromt de ander. In feite heeft hij het minder mooi gezegd dan ik het nu heb opgeschreven, en hij heeft er zelfs nog eens flink bij gevloekt, richting buren!

Lentegeuren en lentegeluiden: niet altijd de meest lieflijke, maar onbetwistbaar allemaal tekens van heropleving bij mens, plant en dier.

Schrijver: Greet Berghmans, 3 maart 2004


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

1.9 met 33 stemmen 2.542



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)