Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Roddeltantes.

De betichte vrouw keek ongelukkig naar de camera.
Haar vermoeide, gelaten blik en de zachte wanhopige stem deden me plots denken aan een oud- collega. Ik rechtte mijn rug en bleef kijken; iets wat ik normaal niet vlug doe want televisie ‘zegt’ me niet zoveel.
De vrouw was na zes maanden cel vrij gelaten. “De aantijgingen van brandstichting in het appartementsblok waar ze woonde waren niet overtuigend genoeg bevonden”, zei haar raadsman opgelucht. Toch duurde het zes maanden lang vooraleer de roddels van één iemand met haar schare aanhangers als ongeloofwaardig werden beschouwd.
De vrouw was vrij, maar gebroken.
Ze moest een ander huurappartement zoeken. De eigenaar had onmiddellijk het huurcontract verbroken want de buurt vertrouwde de vrouw nog steeds niet, en nu ze terug ‘rondliep’ zouden die brandstichtingen in de lift zéker weer beginnen.
Mijn oud-collega leek wat op die vrouw. Niet uiterlijk hoor, maar die vermoeide blik en de zachte wanhopige stem deden me aan haar denken. Ze was vele jaren geleden ook ten onder gegaan aan roddels en onbegrip. Ze was mooi en had een knappe man met een goed inkomen, en die verlaat je toch niet als je drie kleine kinderen hebt. Dat ze mishandeld werd door die knappe man…, dat kon niet! En als dat zo was, dan had ze het waarschijnlijk zelf wel gezocht!
Mijn collega werd neerslachtig. Ook dat was ongehoord! Met drie bengels thuis werd je niet depressief. We ontfermden ons over haar, mijn man en ik, en ook dat werd besproken. “Ach, Greet…,die is zo ‘soft’ en goedgelovig. Die kent haar niet echt.” Zo werd gezegd…, achter de rug om uiteraard.

Ik bleef dus kijken naar die onderuitgehaalde vrouw op televisie die niet thuishoorde in het profiel van de sociale buurt.
De kletstante mocht ook haar zegje doen.
“Zè liep zonder reden zomaar door de wijk en ze keek steeds verdacht”, spuwde de roddelaarster recht in de camera uit. Ze liet goed merken dat haar missie nog niet voltooid was en ze trok van leer.
“Zè liep altijd met een sigaret rond, en als je haar tegenkwam keek ze snel de andere richting uit”, vertelde het mens geagiteerd.
”Altijd met een sigaret op straat lopen, dat is bewijs genoeg. Ze had haar gerief bij om vuur te stoken”, voegde ze er nog aan toe toen de interviewer zijn bedenkingen liet blijken.
Ik kon mijn ogen en oren niet geloven!
Daar stond het prototype van de ‘kwade tong’ vlak vóór me op het scherm. Een kwaadspreekster die er genoegen in schepte iemands naam door het slijk te halen; een kletskous die lasterpraatjes rondstrooide en er haar levenswerk van maakte.
“Ik zou ook de andere richting opkijken als ik haar tegenkwam”, dacht ik toen ik haar bekeek met haar blinkende zwarte nylonjas, haar felle zwarte ogen en vuurtorenrood geverfd haar.
Zonder blikken of blozen vertelde ze nog dat ze een tijd lang de vrouw had geschaduwd. Ze had bewijzen en die zou ze laten zien op televisie!
De camera zoemde in op een openstaande lift.
“Hier heb ik haar betrapt“ schetterde ze.
“Ik heb staan wachten toen ‘zij’ de lift naar boven nam en onmiddellijk kwam de lift terug leeg naar beneden met brandende papiertjes op de vloer”.
“Ja maar,” zei de verslaggever, “dat is toch geen echt bewijs. Je hebt háár toch niet betrapt. Het kan toch iemand anders geweest zijn.”
Het mens spuwde haar gal uit.
“Het gerecht wist wel meer, want ze had regelmatig bewijzen binnengebracht. En dat zè nu was vrij gelaten, dat zou niet blijven duren, want eens ‘pyromaanse’ altijd ‘pyromaanse’”, kakelde ze.
En toen zag ik haar hondje. Een zwart onderduims mormeltje, want wit hoorde niet bij haar…

Schrijver: Greet Berghmans, 5 maart 2004


Geplaatst in de categorie: vrouwen

0.3 met 18 stemmen 1.441



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)