Ik kan je nooit laten gaan!
Twee bleke ogen keken staarden me levenloos aan. Ik wendde mijn hoofd af van de spiegel, afgeschrikt door mijn eigen gelaat. Hoe harder ik mijn best deed om de tranen in bedwang te houden, hoe sneller ze naar beneden stroomden. Ik had gehuild, dag na dag, week na week…maar er leek geen eind te komen aan mijn waterval.
In elke flits die door mijn hoofd schoot, zag ik hem voor me: onherkenbaar door het bloed, kreunend door de helse pijn, die door zijn lichaam schoot. ‘Je bent hem voorgoed kwijt’, herinnerde een stem mij krijsend. Ik weigerde het te geloven, ik weigerde om hem los te laten. ‘Ik hou van je lieverd en binnenkort gaan we trouwen’, klonk zijn warme stem me in de oren na. ‘Ik ook van jou’, lachte ik hem liefdevol toe. Een droom opgelost in de kilte van de nacht. ‘Hij is weg! Realiseer je je het nou!’
Hoe kan ik ooit iemand laten gaan, van wie ik meer dan van mijn eigen leven houd? Hoe kan ik ooit iemand laten gaan, die mijn hart en ziel mee heeft genomen in zijn graf?
Herinneringen zorgen voor nostalgie en striemen op mijn hart.
De dood lacht me nog verleidelijker toe dan gister.
Geplaatst in de categorie: liefde