Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zijn hoogtepunt

Ik vond hem in de staat waarin ik hem zo vaak gewenst had: dood, morsdood!
Maar het deed pijn, vreselijk pijn. Een week geleden nog hadden we zijn verjaardag gevierd. Een jeugdige vent. Sportief, sterk, blakend van gezondheid. Je gaf hem geen zeventig.

Dertien jaar geleden was ik aan zijn greep ontsnapt. De jongen die alleen maar z’n middenstandsdiploma hoefde te halen - om later de zaak voort te zetten - bleek meer in z’n mars te hebben.
‘Nee hoor, komt niets van in. Mijn tijd zal het wel duren’, was de reactie van mijn vader als ik hem voorstelde om de zaken op moderne wijze aan te pakken. Niks fax, niks factureermachine, niks computer. In 1980 werd in ons bedrijf nog gewerkt zoals ze het er in de jaren vijftig aan toe ging.

Het geluk lachte naar mij op zomaar een zaterdagavond. In de kroeg trof ik een journalist van Dagblad Zaanlandia. Hij was aangeschoten en had geen zin in het recenseren van een voorstelling van toneelvereniging Hierna Beter. ‘Oubollig. En daar moet je dan je mening over geven. Nou, die heb ik: bagger!”
Terwijl hij verder doorzakte ging ik naar zaal Concordia en schreef een recensie van het soort dat ik zo vaak gelezen had. Tussen de regels door begrijp je dat het ronduit slecht was wat zich op het toneel heeft afgespeeld, maar de recensent kan het de goedwillende amateurs niet aan doen om dat zo in de krant te zetten. Dus meldt hij dat iedereen vreselijk z’n best heeft gedaan, dat het decor functioneel was en dat de dames beslist hard aan de fraaie kostuums moeten hebben gewerkt.

Maandag stond mijn stukje in de krant, met de naam van de doorgezakte journalist er onder. Die me in de loop van de dag belde, dankbaar en met de mededeling dat ik een natuurtalent was. Of ik vaker voor Dagblad Zaanlandia op stap wilde.
Na een half jaar al kreeg ik een vaste aanstelling op de redactie. Wat pa mij niet in dank afnam. Zijn opvolger had de benen genomen! ‘Wat een lul. Meneer gaat bij dat kutkrantje een minimumloontje verdienen terwijl hij bij mij goud vangt.’
Gelukkig kende hij een leuke, frisse knul die de kans die ik had laten liggen wel zou pakken. En dat klopte. Binnen een jaar was die aardige jongen er met het grootste deel van de klanten vandoor. Het kwam goed van pas dat pa altijd zo zuinig geleefd had. Op z’n zevenenvijftigste kon hij noodgedwongen gaan stilleven.
Het lukte hem niet z’n draai te vinden. Dan belde hij. ‘Als je moeder nog geleefd had was dit niet gebeurd. Als ze klootzak roepen moet jij omkijken…’
Daarna spraken we jarenlang niet met elkaar. Ik hoorde via via hoe het met hem ging. Hij sukkelde met z’n hart en had problemen met vriendinnen. En ik bleef de gebeten hond. Die zoon van hem had hem laten stikken!

De dag nadat z’n eerste kleinkind was geboren stond hij aan het kraambed. Hij zag er beroerd uit. Nee, ik moest absoluut niet denken dat hij voor mij kwam. ‘Wat er gebeurd is zal ik nooit, nooit vergeten...’

Z’n hartkwaal speelde hem steeds meer parten. Maar hij wilde niet geopereerd worden. Flauwekul, over een paar jaar was-ie toch dood.
Uiteindelijk stemde hij toe. Een paar maanden later al fietste hij fluitend door de stad. Toen het zomer werd maakte hij lange tochten naar het strand. Bruinverbrand en vol trots vertelde hij er over.
Vorige week zei hij na z’n derde verjaardagsborrel: ‘Het afgelopen jaar kunnen ze me niet meer afnemen. Godallemachtig wat heb ik genoten. Op deze manier wil ik nog wel een tijdje door gaan. Maar als m’n klokkie plotseling stilstaat is dat ook geen ramp. Je moet op je hoogtepunt afscheid nemen…’

Schrijver: Ger Belmer, 27 juni 2004


Geplaatst in de categorie: familie

2.7 met 12 stemmen 1.973



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)