In het net
Hare majesteit of een andere hoogwaardigheidsbekleder vermoorden is in dit land een peulenschil. Als je je maar netjes genoeg aankleedt is het geen enkel probleem om in de onmiddellijke nabijheid van het hooggeplaatste slachtoffer te komen
Hoe de mode ook verandert, twee dingen blijven: het nette kostuum en de geklede combinatie. Je hebt de zogenaamde vrijetijdskleding en het ‘pak één’, zoals het in de volksmond heet.
Als journalist kun je je permitteren om bij wie dan ook in spijkerbroek en op gympies op bezoek te gaan.
Slechts één keer had een burgemeester iets op mijn kleding aan te merken. ‘Op uw leeftijd kunt u zich zo niet meer vertonen’, zei de burgermoeder bestraffend.
Kort daarna moest ik een vliegensvlug bezoek van de toen nog kakelverse koningin Beatrix voor de krant verslaan. Ik hulde mij ‘s morgens in blauwe blazer en grijze broek. Vraag niet waarom. Nu, na zoveel jaar, zou ik er nog steeds geen antwoord op kunnen geven.
Het koninklijk paar en zijn gevolg was die dag op weg van Den Haag naar de Wieringermeer. Onderweg werd een koffiestop gemaakt in Museum Betje Wolff, in Middenbeemster. Binnen hooguit drie kwartier zou hare majesteit de hand van de burgemeester schudden, koffie drinken en haar koninklijke blaas ledigen op de voor die gelegenheid extra opgepoetste wc.
Ook zou er een cadeau voor haar zijn. Wat dat was en wie het geven zou moest ik ter plekke uitzoeken; ik had die informatie nodig voor mijn artikel op de voorpagina van die middag.
Bij het bliksembezoek hoorde een fotosessie van het koninklijk paar, de burgemeester en diverse hoogwaardigheidsbekleders. De aanwezige pers – behalve ik liep iedereen in de gebruikelijke spijkerkleding – werd daartoe naar de achtertuin van het pand geleid, waar Beatrix en Claus bereidwillig poseerden.
De persoon die de voor mijn artikel bestemde informatie zou leveren stond pal naast de koningin. Toen de fotografen klaar waren stapte ik op hem af. Ik dacht een kort antwoord van hem te krijgen, maar de man blééf - heel enthousiast – aan het woord. Van bijna elk detail van het bezoek moest ik deelgenoot worden.
Toen ik mij na een tijdje omdraaide merkte ik dat mijn collega’s door de mensen van de Rijks Voorlichting Dienst waren weg gedirigeerd. De dienstdoende ambtenaar had mijn persoontje over het hoofd gezien.
Toen ik de man daar even later op attendeerde reageerde hij geschrokken en hakkelde: ‘Oh, oh, ik dacht dat u bij de koningin hoorde. U ziet er zo netjes uit…’
Geplaatst in de categorie: koningshuis