Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Groeiende wereld

Piet Mondriaan: “De schoonheid is voor ons het enige middel dat zuiver de universele kracht die in alle dingen is, manifesteert. Zij is identiek aan hetgeen in het verleden onder de naam van het ‘goddelijke’ gesluierd geopenbaard is en hetgeen ons, arme stervelingen, onontbeerlijk is om te leven en het evenwicht te vinden. Want de dingen op zichzelf stellen zich tegenover de mens en de uiterlijke materie bevecht ons.” (Kunstenaars over kunst, Kairos)

Als ik zoveel bij elkaar gebrachte uitspraken lees, de boeken, die me dierbaar zijn, in herinnering roep, dan kan ik slechts concluderen dat de essentie van het leven al lang geformuleerd is. Het feit dat dit niet erkend wordt, niet gezien wordt, wijd ik eraan dat onze ervaring niet aansluit bij de gelezen formuleringen. Ik denk dan vaak dat de conclusie wordt getrokken dat we nu in een andere tijd leven en behoefte hebben aan eigentijdse dingen. Maar, de essentie van ware dingen is juist, dat ze niet tijdgebonden zijn en altijd gelden. Daarnaast is er een grote hang naar vernieuwing. Het lijkt redelijk om vernieuwing niet te zoeken in het verleden, tenzij om een basis te hebben als vertrekpunt voor verdere exploratie van ideeën. Maar om oude dingen als vernieuwing op zich zelf te zien, lijkt onmogelijk.
Ik denk dat de verschillen, die we met ons hele wezen voelen ten opzichte van bepaalde kunstenaars, denkers en bekende persoonlijkheden, ons zouden moeten aansporen te zoeken waarin die verschillen hun oorzaak hebben. Is de bovenstaande conclusie, dat het gelezene of waargenomene bij een andere tijd hoort, niet een dicht gegooide deur om tot een ander of dieper begrip te komen? Begrip is de sleutel naar de essentie van de kunstwerken (lees: het leven) en bovendien naar onszelf. Mondriaan spreekt over de dingen, die zich tegenover ons stellen en dat de uiterlijke materie ons bevecht. Dat is blijkbaar de ervaring van alle dag, hetgeen erop duidt dat we ook dagelijks moeten zoeken naar het ware, naar de verborgen essentie van de dingen, of, zoals Mondriaan het zegt, naar de schoonheid in alle dingen. In dat zoeken ligt de sleutel verborgen naar het zien.

Dat men daarnaast wél op zoek is naar gelijkgestemden is volgens mij een gegeven. Een ieder zoekt bijval voor zelf ontwikkelde ideeën en gevoelens. Het verschil tussen mensen is voornamelijk gelegen in de plaats waar men bijval zoekt en hoeveel moeite iemand er voor over heeft. Maar ook hoe men er mee omgaat. Iemand voor de buis kan op een eenvoudige manier informatie verzamelen en er heel essentiële kennis van maken. Anderzijds kan iemand zich folteren om boeken te lezen, de inhoud proberen te begrijpen, maar zich volkomen op een dwaalspoor laten zetten. De moeilijkheid is: zijn de conclusies gerechtvaardigd? Er is slechts één terrein waarop dat achterhaald kan worden, de praktijk.

Wat is de praktijk? Nietzsche verwoordde mooi in het voorwoord van zijn “Genealogie der moraal” dat een mens eerst op zoek moet naar basis: “… Tot ik ten slotte een eigen land, een eigen bodem had, een complete verzwegen, groeiende wereld, geheime tuinen als het ware waarvan niemand iets mocht vermoeden… O, hoe gelukkig zijn wij mensen van de kennis, mits wij maar lang genoeg kunnen zwijgen!…” Vanaf eigen bodem wordt het mogelijk te toetsen en zoeken naar medestanders, waarvan Nietzsche zegt: “Enfin, vanaf het moment dat dit perspectief zich voor mij had geopend, had ik redenen genoeg om naar erudiete, onverschrokken en vlijtige kameraden uit te zien (dat doe ik vandaag de dag nog).” Wat zijn gevonden principes, overtuigingen en meningen waard, indien we erop blijven zitten nadat we ze gevonden hebben?

Hoe herkennen we kennis? Peter F. Drucker schreef in ‘De nieuwe uitdaging’: “De academische theorie definieert kennis als ‘dat wat in druk verschijnt’. Dat is echter geen kennis, maar data. Kennis is informatie die iets of iemand verandert, hetzij omdat het aanleiding geeft tot actie of omdat het een individu of organisatie in staat stelt op een andere doeltreffender manier te handelen.”
Kennis heeft een ervaringscomponent. Die component heeft een inwerking van tijd nodig (Nietzsches zwijgen). Indien iemand veel leest en feiten opslaat, moet een proces van blootstelling aan het leven volgen, anders verlaat boekenwijsheid nooit het stadium van data. Soortgelijke dingen gelden ook voor belevenissen, emotionele gebeurtenissen en eenvoudige ervaringsfeiten. De conclusies mogen uiteindelijk alleen in de praktijk getrokken worden.
Ik durf de stelling aan dat hoe langer iemand in staat is om het trekken van conclusies uit te stellen, hoe verder reikend de kennis zal worden. De praktijk, de invloed van tijd, selecteert levende kennis als van zelf, als we maar geduldig een tijdje in het ongewisse durven te blijven. En dat is het geheim achter een toenemend niveau van kennis, waarop een persoonlijk vertrouwen gebaseerd kan worden en waar een grote sturende kracht van uit gaat.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 12 oktober 2004


Geplaatst in de categorie: tijd

1.8 met 30 stemmen 2.907



Er zijn 9 reacties op deze inzending:

Naam:
Jeroen Zwaal
Datum:
16 oktober 2010
Email:
reageermeergmail.com
Nog steeds waardevol om te (her)lezen en ik merk na lang zwijgen dat ik er nog meer mee kan dan destijds.
Naam:
Willem Houtgraaf
Datum:
29 oktober 2004
Email:
whoutgraafhotmail.com
www.cultuurnetwerk.org/bronnenbundels/1993/1993_92.htm
Naam:
Jeroen Zwaal
Datum:
25 oktober 2004
Email:
zwaalmail.com
Interessant wel... en wie bepaalt het verschil tussen trap en tree? Met andere woorden: wanneer ben je boven en hoe weet je zeker dat de laatste trede niet een tussenetage is en er nog een trap hoger de hoek omgaat? Kortom mijn mening: conclusies trekken kent geen gradaties: Zelfs God scheert volgens de Bijbel zeven dagen over één kam! ("En hij zag dat het goed was")
Naam:
Willem Houtgraaf
Datum:
20 oktober 2004
Email:
whoutgraafhotmail.com
Zoals het denken schijnt te werken, kunnen we niet zonder (tijdelijke) conclusies. Ik ben met Jeroen Zwaal eens dat 'snel een conclusie trekken' prima is en houvast geeft. Maar, dat zijn dan niet de conclusies waar in dit stukje sprake van is. In dit stukje staat conclusie voor 'ontwikkelde ideeën en gevoelens', en 'essentiële kennis' en 'gevonden principes, overtuigingen en meningen'. De tussenstapjes waar Jeroen Zwaal volgens mij aan refereert zijn de treden van een trap.
Naam:
Jeroen Zwaal
Datum:
20 oktober 2004
Email:
zwaalmail.com
Ook als reactie op één van de reacties: laat ik zeggen dat ik je kan volgen. Wel wil ik er aan toevoegen: snel een conclusie trekken is nooit verkeerd.Het geeft rust/houvast en ordening op dat moment. Ook denk ik: conclusies trekken prima én houd een conclusie dan wel open voor herziening, zodat je kan deze kan nuanceren, verfijnen, en durf altijd te twijfelen aan zogenaamde waarheden. Mooi verwoord je het geduldig zijn en het 'zwijgen'. Ben het wel met je stelling eens denk ik...
Naam:
Willem Houtgraaf
Datum:
19 oktober 2004
Email:
whoutgraafhotmail.com
Mag ik mezelf dan eens citeren?
In “taaldaden” formuleer ik de volgende stelling: “De heelheid van taaldaden moet gerespecteerd worden en om tot juiste en bruikbare kennis te komen is een langdurige studie en inzicht in de samenhang, betrekkingen en bedoelingen van taaldaden vereist.” Daar kan ik aan toevoegen: zowel eigen als andermans taaldaden.
Nu ben ik nog niet zo lang schrijvend actief, dus dat langdurige zal bij mij nog wel meevallen. In logica en waarheid 1 kom ik tot de volgende zinnen: “Afhankelijk van hoe we met de conclusies om gaan, die we op grond van onze eigen kennis en ervaring trekken, kan dit heel kwalijke gevolgen hebben. We nestelen ons in in onze eigen denkbeelden en richten ons leven in volgens de nieuwste informatie. Soms ventileren we de denkbeelden bij vrienden en / of familieleden. We bevestigen onze kennis en ervaring op meerdere manieren en fixeren ons levenspatroon. In het beste geval blijven we ons inzicht toetsen aan de praktijk van alle dag.”

Voor een helder stuk over soortgelijke materie verwijs ik dus naar mijn stukjes “logica en waarheid”.1 & 2. Verder vind ik het gebruik van citaten dimensionerend verantwoord.
Naam:
Quinten Jiskoot
Datum:
16 oktober 2004
Email:
quinten5xs4all.nl
Al met al is je inzending vrij duister. Het schept geen duidelijkheid. Ik denk dat er ook zonder - of vooral zonder - Mondriaan en Nietzsche een helder betoog te schrijven is over deze onderwerpen.
Naam:
Willem Houtgraaf
Datum:
14 oktober 2004
Email:
whoutgraafhotmail.com
Boeddha heeft ook gezegd:

Believe nothing, no matter where you read it, or who said it, no matter if I have said it, unless it agrees with your own reason and your own common sense.

Geduld is het beste gebed.


Of Nietzsche ten gevolge van een verkeerd gebruik van zijn denkkracht de laatste jaren van zijn leven in die erbarmelijke situatie terecht is gekomen zoals we die kennen, kan ik niet beoordelen. Ik weet wel dat hij niet de enige is die woorden heeft gezegd in de strekking van wat hij met “het zwijgen” aanduidde. Ook bovenstaande uitspraken van Boeddha zeggen iets over verificatie en tijd.
Naam:
Quinten Jiskoot
Datum:
13 oktober 2004
Email:
quinten5xs4all.nl
Kennis verwerven (en gebruiken) lijkt mij een Sisyphus-karwei. Socrates was dan ook bescheiden. Ik denk dat kennis te dikwijls als een persoonlijk bezit wordt gezien. Kennis en status hebben te veel met elkaar te maken gekregen. Iedereen smult van z'n eigen kennis-taart en verstopt deze in de koelkast, d.w.z. in de opslagruimte van de hersenen zodat niemand kan meesmullen. Nietzsche werd uiteindelijk krankzinnig, de arme man, en omhelsde een paard in Turijn. Zijn hoogstindividuele Uebermensch tuimelde tenslotte dus van de hoogste Alpentop naar beneden, de Po-vlakte in, waar de hoogmoed voor de val kwam en de Uebermensch aan zijn eind. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer Nietzsche zijn denkkracht anders had aangewend, hij niet krankzinnig zou zijn geworden. Zoals Boeddha zei: "Er is geen weg naar geluk. Geluk is de weg." Dat had Nietzsche niet goed begrepen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)