Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Met dank aan de buurman

Mateloos groot was mijn ergernis die ik door de jaren had opgebouwd omdat allerlei kleine ongemakjes in huis zich maar bleven opstapelen. Tegen de tijd dat het manlief behaagde om één enkel klusje aan te pakken was de waslijst probleempjes gewoonlijk al weer enkele lijntjes aangegroeid. Dat schoot dus niet echt op en bijna dagelijks wist ik daarover wel wat te zeuren als mijn ventje thuis kwam. Ik weet het, dat was niet mooi van mij, want eigenlijk werkte hij best hard en deed massa’s overuren, meestal ook op zaterdag. Maar het was sterker dan mezelf, ik werd van al die hangende klusjes zowat moedeloos.

Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ikzelf niet vooraan in de rij heb gestaan toen de gaven der techniek onder de mensheid werden verdeeld, ook al omdat ik als jong meisje voor vast aanneemt dat een man die taak als vanzelfsprekend op zich zal nemen.. Een eenvoudige gloeilamp vervangen, dat lukte mij nog net. Wat moest ik als vrouw echter beginnen met mankementjes zoals niet werkende schakelaars, lekkende kranen, piepende kastdeuren, afgebroken deurklinken, een lekkende WC, een dienst weigerende deurbel, losgekomen plafondtegels en een niet aan de praat te krijgen grasmaaier? Ik wist het echt niet en mijn gemaal was toch zo moeilijk in beweging te krijgen.
“Schat, niet zagen alsjeblief” was meestal zijn standaard antwoord als hij na een lange werkdag thuiskwam en ik alweer een nieuw mankementje aanreikte.
Op een zondagmiddag kwam hij plots en zo trots als een pauw, met de oplossing aandragen. Hij had op straat een babbeltje gehad met de buurman. Blijkbaar had het gesprek over ‘mijn gezaag’ gegaan. Het moet zijn dat mijn echtgenoot het heel overtuigend had aangebracht want de buurman had zich bereid verklaard om bij ons al die akkefietjes wel eens op te lossen.
“Maak maar een lijstje schat. Ik heb hem gezegd dat hij alles maar met jou moet regelen” zei hij bijna triomfantelijk. “Morgenavond komt hij al eens kijken”.

De buurman was van zijn woord en op maandagavond maakte ik samen met hem een rondje in en om het huis. Toen ik hem alles waar ik verandering of herstelling bij wilde had getoond, vroeg ik of hij het nog steeds zag zitten. Dat bleek geen probleem volgens hem want hij had niets gezien wat hij niet kon oplossen. Het zou alleen wat tijd vragen en daarop spraken wij af dat hij op dinsdagavond al zou beginnen.
In die week kwam onze buurman al vier avonden klussen en hij bleek een bijzondere handige Harry te zijn. Iedere avond weer stond ik perplex van wat hij in nauwelijks enkele uurtjes kon oplossen.
Het eerste wat mijn man deed als hij thuiskwam was gaan kijken wat de buurman die avond alweer had gefikst. Zeer tevreden over de vorderingen hield hij me telkens voor dat ik weldra niets meer te ‘zagen’ zou hebben.

“Vraag eens aan de buurman of hij de nieuwe gordijnrails ook niet een keertje kan ophangen.”
Ja, mijn echtgenoot begon zowaar vooruit te denken. Iedere avond wist hij weer wat anders aan te brengen.
“Vraag eens aan de buurman of hij het slot van de brievenbus kan maken.”
“Vraag eens aan de buurman of hij het dak van het tuinhuis weer waterdicht kan krijgen.”
“Vraag eens aan de buurman of hij de scharnieren van het kelderluik kan smeren.”
“Vraag eens aan de buurman of hij…” enz.

Halfweg de tweede week was manlief toch eens een keer wat vroeger thuis. De buurman wou net stoppen voor die avond en hij hielp hem nog even bij het opruimen van het materiaal. Dan vroeg hij de buurman of die misschien nog snel een biertje lustte. Fons – zo noemt onze buurman – wou er nog wel eentje. We zaten samen in de keuken nog wat na te praten over wat er afgewerkt was en wat er nog te gebeuren stond, toen ik mij een uitspraak van onze buurman herinnerde.
“Weet je wat Fons mij gisteren vertelde?” vroeg ik mijn man.
“Nee.”
“Wel, als er bij Fons thuis iets kapot is gegaan moet dat ’s anderendaags al hersteld zijn. Anders zaagt zij vrouw hem de oren van de kop.”
“Dat is hier niet anders, liefje. Jij hebt immers toch ook altijd wat te zeuren.”
Wat had ik een spijt dat ik erover was begonnen, zeker toen onze buurman daarop antwoordde:
“Dan is het dus niet alleen voor je vrouw een zegen dat ik hier wat klusjes opknap, maar ook voor jou.
“Dat zou ik geloven Fons” was het kordate antwoord van mijn man. “Jij verricht hier zonder meer een mirakel…Jij komt mijn zaagmachine uitzetten!”

De mannen proestten het uit van het lachen om die misplaatste grap van mijn echtgenoot.
En ik?...Ik lachte zuinigjes mee. ‘t Ja, wat kon ik anders?
Toen wij anderhalf uur later gingen slapen voelde ik al snel een vertrouwde hand langs mijn blote dij strelen.
“Hmm…” bromde mijn mannetje in mijn oor. “Ik wou nog wel eens een keertje van bil gaan.”
Dit was mijn kans op weerwraak, dat besefte ik meteen. Zeer tevreden om mijn eigen spitsvondigheid hoorde ik mezelf zeggen:
“Ach dat hoeft niet schat, jij hoeft je niet uit te sloven hoor. Ik vraag het morgen wel aan de buurman!”

Schrijver: Adrienne VB, 20 februari 2005


Geplaatst in de categorie: humor

1.3 met 7 stemmen 1.016



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)