Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Waarheen zijn we onderweg? (5-slot)

In de voorafgaande delen van dit essay heb ik een poging gedaan aannemelijk te maken dat alle ontwikkelingen op de wereld causaal bepaald zijn, dat ze een richting hebben en dat er een stuwende kracht in die richting werkt. Volgens het werkschema dat ik mezelf in deel 1 oplegde, zou ik nu moeten proberen in te schatten waarop die ontwikkelingen zullen (zouden kúnnen) uitlopen. Aan die opgave heb ik al gedeeltelijk voldaan in mijn eerdere bijdrage in de rubriek Filosofie onder de titel "Het grote ontwaken" (zie inzending nr. 973). Wat ik daaraan nu nog toevoeg, is voornamelijk geënt op enkele citaten van Teilhard de Chardin (met excuses voor diens niet altijd gemakkelijke woordkeus en zinsbouw).

In zijn essay "De geest van de aarde" wijst Teilhard de Chardin erop dat wat hij noemt "de geest van de aarde" (door mij aangeduid als "planetair zelfbewustzijn" en als "gepersonaliseerde mensheid") alleen tot volle ontplooiing, tot individualisatie kan komen op basis van concentrátie van menselijke individuen. Deze concentratie is een voorwaarde voor de totstandkoming van het voor transformatie noodzakelijke aantal verbindingen en interacties tussen individuen. Als de mensheid in een onbeperkte ruimte zou kunnen uitwaaieren, aldus Teilhard, zou de noodzakelijke toenadering (ook in fysieke zin) niet tot stand komen.
Anders gezegd: de angstwekkende, benauwende, exponentiële bevolkingstoename op aarde (mede oorzaak van veel ellende en conflicten) is zowel een bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid als een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van "de geest van de aarde". Het is een balanceren op het scherp van de snede.

De lijnen doortrekkend van zijn wetenschappelijke bevindingen als paleontoloog, is Teilhard ervan overtuigd:
"...dat de menselijke zoölogische groep (...) biologisch niet afdrijft naar een fase van toenemende verkorreling tengevolge van een teugelloos individualisme (...). Integendeel, als gevolg van de aard-omspannende ordening en convergentie (samenloop) van alle deelreflexies op aarde is deze groep in werkelijkheid op weg naar een tweede, hoger, kritisch punt van reflexie, ditmaal collectief."

De hierboven weergegeven, optimistische toekomstverwachting is terug te vinden in "Het verschijnsel mens", geschreven tussen 1938 en 1940, herzien en aangevuld in 1947 en 1948, dus ná de mens-ontluisterende gebeurtenissen tijdens de tweede wereldoorlog. Sloot Teilhard dan de ogen voor ontwikkelingen die lijnrecht leken in te gaan tégen ordening, tégen voortgaande socialisatie, tégen de groei van mensen naar mensheid? Nee, het lijkt er eerder op dat hij ze voorzien heeft. Al in 1937 schreef hij in zijn essay "Het verschijnsel geest":
"Het kwaad zelf, in al zijn fysieke en morele vormen (...) laat zich verklaren als de overgebleven wanorde die onvermijdelijk is gemengd met de orde die in ons ontstaat; het rechtvaardigt zich als de weerstand die elke synthese ontmoet wanneer ze zich verwerkelijkt - en hoe verhevener die synthese is, des te groter is de weerstand."

Ik denk dat we de juistheid van deze uitspraak ook vandaag de dag om ons heen zien. We zijn getuigen van en zelf ook betrokken bij een concentratie en vermenging van volken, rassen, etnische groepen, godsdiensten en culturen die op deze schaal haar weerga in de geschiedenis niet kent. Zoals een materieel versmeltingsproces chemische reacties opwekt, zoals het inbrengen van vreemd bloed of vreemde organen in een lichaam afstotingsverschijnselen oproept, zo roept ook vermenging van rassen en culturen gevoelens en verschijnselen op van afkeer, xenofobie, culturisme en racisme. Maar al die verschijnselen ten spijt zet de ontwikkeling (de ínwikkeling dus) zich onweerstaanbaar voort.

In 1937 schrijft Teilhard de Chardin in een essay "De menselijke energie":
"We kunnen onszelf beschouwen als deeltjes die ondergedompeld zijn in andere deeltjes. In die situatie zijn wij er ons gewoonlijk niet van bewust wat het totále bewustzijn waarvan wij deel uitmaken, wel moet betekenen. Vergelijk het maar met een cel die in het lichaam waartoe ze behoort, slechts andere cellen ziet. En toch heeft het lichaam een nog wézenlijker bestaan dan de elementen waaruit het is opgebouwd. Waarlijk, wij kunnen geen beslissende vooruitgang verwachten in onze opvattingen van de bezielde wereld, zolang wij ons blijven beperken tot onze "cellulaire" schaal, zolang wij niet uitstijgen boven de levende wezens om het Leven te zien, boven de mensen om de Mensheid te zien; daarmee bedoelen we (…) de krachtige, fysieke realiteit waarin alle individuele denkvermogens zich baden en elkaar beïnvloeden, tot ze door de verbondenheid van hun veelheid één enkele geest van de aarde vormen."

“Het punt Omega” noemt Teilhard dat transcendente middelpunt dat de “verbondenheid van de veelheid” bewerkstelligt. Dat punt Omega is niet het resultáát van de menselijke integratie, maar de óórzaak.
"Men moet inzien", schrijft hij in "Het verschijnsel mens", "dat het universele Middelpunt van eenwording niet ontstaat uit de versmelting en vermenging van de elementaire middelpunten die het verzamelt, maar dient te worden opgevat als pre-existent en transcendent (juist óm zijn bewegende, verzamelende en stabiliserende functie te kunnen vervullen)."

Pre-existent! Je zou het kunnen vergelijken (hoewel iedere vergelijking ergens mank gaat) met water dat ronddraait in een kolk: de middelpuntzoekende beweging van het water veroorzaakt niet de aantrekkingskracht van het centrum, maar de aantrekkingskracht van het centrum veroorzaakt de middelpuntzoekende beweging.
Ik citeer nog eens de eerder vermelde uitspraak van Teilhard:
“De Liefde is de meest universele, de meest geduchte, de meest mysterieuze van de kosmische energieën”.
Deze Liefde is, denk ik, in al haar verschijningsvormen en op alle bestaansniveaus de mysterieuze kracht die het geheim is van de Weg (de Tao) van sub-atomaire deeltjes, via materie, leven en geest naar wat ik in inzending 973 "het grote ontwaken" heb genoemd.

Summa summarum: ondanks alles wat we om ons heen zien gebeuren aan wanorde en strijd (waarin we meer en meer ook zelf betrokken raken) is er reden voor een optimistische toekomstverwachting. We zijn getuigen van en betrokken bij een transformatieproces van mensen naar Mensheid als noodzakelijke voorwaarde voor de komst van een samenleving waarin vrede en gerechtigheid de toon aangeven. Door zeeën van leed en tranen heen zal die samenleving zich onweerstaanbaar baan breken. Een hoopvol perspectief!

Schrijver: N. Wamelink, 3 juni 2005


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.3 met 9 stemmen 1.265



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
N. Wamelink
Datum:
6 juni 2005
Email:
- - - - -
Willem Houtgraaf stelt moeilijke vragen bij mijn opstellen. Eigenlijk zijn het vragen naar de zin en dus naar het waarom van het lijden dat inherent is aan het menselijk bestaan. Ik heb niet de pretentie te weten "hoe het zit". Mijn beschouwingen hadden betrekking op het wat en hoe van ontwikkelingsprocessen. Ik heb geen antwoord op de waarom-vragen. Ik weet niet waaróm het ontwikkelingsproces van de wereld is zoals het is. Ik weet niet waaróm de ene mens alles mee en de andere alles tegen lijkt te hebben. Ik weet niet waaróm er ziektekiemen zijn en waaróm het ene schepsel er wel en het andere er niet aan te gronde gaat. Ik denk ook dat er niemand is die dat allemaal wél weet. Wie het wel meent te weten, verwart geloof met wetenschap. Wie verwijst naar een persoonlijke godheid, een "deus ex machina" lost ook niets op. Integendeel. Hij/zij heeft nog een extra probleem, namelijk hoe een goede God die ieders lot bestuurt zoveel kwaad kan gedogen of beschikken. Dan sluit ik mij liever aan bij de visie van Smullyan in "Is God a Taoïst?" waarvan ik een fragment citeerde in aflevering 4. Er is een proces gaande en ook wij, mensen, maken er deel van uit, wij zijn er in betrokken, wij beïnvloeden het, niet lijdzaam, maar werkzaam, in positieve of in negatieve zin, bewust of onbewust. Wij leven in de onvoltooid tegenwoordige tijd. De zesde scheppingsdag. Waarheen wij onderweg zijn? Teilhard de Chardin noemde het "het punt Omega". De voltooid toekomende tijd?
Naam:
Willem Houtgraaf
Datum:
4 juni 2005
Email:
whoutgraafhotmail.com
Is de strekking van dit vervolgverhaal dat mensen in dienst staan van de evolutie op aarde en de ontwikkelingen over zich heen moeten laten komen? Dat we geduld moeten betrachten totdat er vrede is en als je “toevallig” nu leeft in een oorlogsgebied, dat je botte pech hebt?
Het transformatieproces van mensen naar Mensheid, welke betekenis heeft dat voor de individuele mens? Blijft onze wil ten alle tijden een verschijnsel van subjectieve gewaarwording en blijft ons handelen een gevolg van [onbegrijpelijke] macrokosmische lijnen?

Misschien een hoop vragen, maar die zijn aan de orde.

Ik vind het boeiend om hierover te lezen en te denken. Ook kom ik in aanraking met mij niet bekende theorieën en denkers. Alleen al daarom zijn dit soort feuilletons waardevol.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)