Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zorgen van Triviaal Niveau

Er zijn heden ten dage een hoop dingen waar een mens zich druk over kan maken. Ik noem een leider van Amerika, of desnoods die van Nederland. Moord en doodslag is aan de orde van de dag en bosjes mensen ter wereld sterven aan honger, oorlog, of een combinatie daarvan. Maar je druk maken om dit soort ‘grote’ dingen is helemaal niet leuk. Het komt neer op het roepen van ‘erg hé!’.
‘Geen woorden, maar daden’ is één van mijn persoonlijke favorieten. Ik hoef dat slechts te zeggen en dan heb ik al wat gedaan: de schuld op anderen overgeheveld.

Op zulke wijze behandel ik alle grote vraagstukken die in mij opkomen. Wanneer deze zijn afgehandeld dient een nieuwe categorie zorgen zich aan. Zorgen die misschien minder impact hebben op het reilen en zeilen van de rest van de wereld, maar op mij persoonlijk des te meer. Problemen met de liefde, de financiën en de studie vallen onder deze noemer. Door de grote invloed die mijn persoontje heeft op deze zaken - en deze zaken op mij - zijn deze ‘zorgen van persoonlijk niveau’ een stuk moeilijker aan de kant te schuiven dan eerdergenoemde ‘zorgen van mondiaal niveau’. Maar na enige tijd kunnen ook deze overpeinzingen uit het hoofd worden gezet met een welgeplaatst ‘hoop doet leven’, ‘geld moet rollen’ en ‘de boog kan niet altijd gespannen zijn’.
En dan is mijn hoofd leeg voor een derde groep vraagstukken. Voorvallen waar ik me met plezíer aan kan ergeren en die ik liefkozend heb ingedeeld in de categorie ‘zorgen van triviaal niveau’.
Onlangs deed een dergelijke gebeurtenis zich voor.

Het was een koude zaterdagavond en mijn vader en ik fietsten naar huis. Hij rechts, ik links. We hadden net in het filmhuis de documentaire ‘Fahrenheit 9/11’ bekeken, dus mijn hoofd zat vol ‘zorgen van mondiaal niveau’. De gedachte aan de warmte van thuis gaf onze benen extra kracht en we hielden er dan ook een straf tempo op na. Tót echter deze rasse voortgang werd belemmerd door een man en een vrouw, beiden gestoken in dezelfde uniseks jas, die fietsend met een lager tempo dan het onze het fietspad vóór ons versperden. De man links, de vrouw logischerwijs dan rechts. Mijn vader en ik naderden het tweetal tot een meter of vier en we hielden de benen stil om een botsing te voorkomen. Het drong blijkbaar niet door bij het unisekskoppel dat er mensen wilden inhalen, dus reikte ik naar mijn fietsbel. Mijn vader dacht hetzelfde als ik, want op het moment dat mijn bel een blikkerig geluid voortbracht, klonk uit de zijne een helder ‘ping’.
De man reageerde onmiddellijk. Hij kneep in de remmen, wachtte tot er genoeg ruimte was achter de vrouw, zwenkte naar rechts en gaf twee stevige trappen om weer bij haar aan te haken. Ook ik zette weer aan en voltooide succesvol de inhaalmanoeuvre, gevolgd door mijn vader. Op het moment dat we de man en de vrouw ver genoeg achter ons hadden gelaten om niet meer gehoord te kunnen worden sprak ik met een grijns op mijn gezicht tegen mijn vader: ‘Daar kan ik me zó ergeren!’
‘Die uniseks jassen?’ vroeg hij me met een verbaasde blik in zijn ogen.
‘Neen, iets wat nog véél erger is.’ antwoordde ik hem.

‘Kijk, de man rémt. Ik snap gewoon niet, waarom die man in godsnaam zou willen remmen. Dat is fout. Want doordat de man rémt, moeten ook jij en ik remmen, omdat we zo dicht achter hem fietsen. En remmen is irritant. Daarna moeten bovendien zowel de man, als jij, als ík weer versnellen, wat de nodige energie kost. In een situatie zoals deze zou er niemand hoeven remmen. Als die kerel nou gewoon bij het horen van de bel versnelt en de dame haar benen stil houdt, kan ik in zijn kielzog mee naar voren versnellen, jij schuift door naar links en passeert ook vervolgens de vrouw. Zo is de inhaalmanoeuvre ten eerste een stuk eerder voltooid en ten tweede kost het ons allemaal minder energie. Immers, wanneer je remt, gooi je bewegingsenergie van de fiets weg, foetsie, zomaar. Warme remschijven is het enige wat je er aan over houdt. Dat verlies aan energie moet je later weer bijtrappen. Wanneer je even aanzet kost dat wel kracht, maar dat stop je in de fiets en later kun je die energie weer besparen door de benen stil te houden. Ik kán gewoon géén reden bedenken waarom remmen een verstandige keuze zou zijn. En dat houdt me bezig, want zoeken dingen in de natuur niet altijd de weg van de minste weerstand? Is dit dan een bewijs dat de mens niet tot de natuur behoort, maar daar boven staat? Dat er iets of iemand is die ons die verhevenheid geschonken heeft? Dat God bestaat?’

Mijn vader wierp me een bedenkelijke blik toe.
‘Zoon,’ sprak hij, ‘waar maak jij je druk om, stuur een ingezonden brief naar de Metro of zo.’
Ik was teleurgesteld in hem, hij die fungeert als voorbeeld voor mij. Wat te doen? Wat te doen, aan dit terugkerende fenomeen in de maatschappij, waar snel een einde aan moest worden gemaakt. Ik raakte enigszins in paniek en was al lang mijn plezier in het ergeren verloren. Ik was op zoek naar warmte en vastigheid.

Enkele dagen, weken zelfs, heb ik geleefd in deze paniekerige toestand van onbestemdheid. Maar toen kwam het moment dat ik houvast en richting ontving van de overheid: ‘De maatschappij, dat ben jij’, wisten ze mij te vertellen. En vanaf dát moment wist ik, dat als ik wilde dat er iets veranderde in deze verziekte maatschappij, dat ik dat zélf moest doen. Levenslust gierde weer als een razende door mijn lichaam en ik besloot de strijd met de uniseksjassen en andersgekleden met overeenkomstige werelddenkbeelden met hard tegen hard te bestrijden.
Ik zal niet rusten tot mijn taak volbracht is, en dit stuk was de eerste houw naar mijn demonen.

Schrijver: Ornor, 25 november 2005


Geplaatst in de categorie: humor

3.2 met 11 stemmen 887



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)