Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Taptoe

Freek schoof omslachtig het kussen onder zijn zitvlak in een andere positie. Na ruim twee uur op het houten bankje zonder ruggensteun van de linker tribune werd hij al behoorlijk stijf in zijn ledematen. ,,Ons manneke is er weer niet’’, zei zijn vrouw Annie vlak bij zijn oor, terwijl het applaus van het talrijke publiek langzaam wegebde. Freek keek haar aan en knikte bevestigend. ,,Jammer’’, antwoordde hij kort. Ook verleden jaar was die jongen niet op komen dagen. ,,Misschien is-ie verhuisd – wie zal het zeggen’’. Freek vond het oprecht jammer, want twee jaar geleden was ''het manneke'' nog de ster van de plaatselijke taptoe.

De liefde voor het bezoeken van evenementen als deze is bij Freek en Annie ontstaan, toen hun kinderen deel uitmaakten van een Drumband Fanfare. Hun zoontje Peter torende toen amper boven zijn trommel uit. Dochter Chantal speelde eerst de dwarsfluit en werd later opgenomen bij de majorettes. Als het even mogelijk was, bezochten Freek en Annie elk optreden of concours. Wat waren ze trots op hun vereniging en vooral op de prestaties van hun kinderen. Toen al was de aanwezigheid van één of meer lichamelijk of verstandelijk gehandicapten een vertrouwd verschijnsel; zij bleken in de regel over een grote mate van muzikaliteit te beschikken. Soms dirigeerden ze met de tamboer-maître mee of bewogen ze ritmisch op de klanken van de muziek. Het stralende en aanstekelijke enthousiasme was vergelijkbaar met dat van de Jostiband, al had deze in die tijd nog niet die landelijke bekendheid als nu.

Twee jaar geleden zagen Freek en Annie tijdens de uitvoering van de plaatselijke zomertaptoe voor het eerst hun “manneke” – een andere naam voor die jongen konden ze zo snel niet bedenken. Plotseling was hij daar, op ongeveer 20 meter afstand van hun zitplaats. Paraderend voor de hoofdtribune aan de korte zijde, waar zich ook de regisseurs van het geluid en de belichting hadden geïnstalleerd, liep hij, lichtelijk voorover gebogen, heen en weer. De handen op de rug bewogen dansend op de cadans van de muziek. Hij was zichtbaar verstandelijk gehandicapt – vermoedelijk lijdend aan het syndroom van Down en vrij klein van postuur. De leeftijd was moeilijk te schatten; hij kon 20 jaar oud maar evengoed 35 jaar oud zijn. Toch had hij een soort charismatische uistraling waardoor hij veel bewonderende blikken als een magneet naar zich toe trok. Met een gevoel van herkenning van eerdere ervaringen hadden Freek en Annie hem meteen in hun hart gesloten.

Het laatste half uur van de taptoe was voor hem. Opkomende korpsen loodste hij met forse armbewegingen het terrein op, zoals een parkeerloods op vliegvelden een toestel zijn standplaats aanwijst. Als één van de technici het geluid of het licht controleerde, dan deed het “manneke” het eveneens maar dan aan de tegenovergestelde zijde. Daarbij trok hij een gewichtig en ernstig gezicht. Was een muziekkorps eenmaal klaar, dan wees hij de leden van de band met dezelfde armbewegingen en korte geaccentueerde handgebaren de weg naar de uitgang van het terrein. Als het publiek de show en de muziek met handengeklap begeleide, dan draaide hij zich, als een perfecte floormanager naar de mensenmassa toe en gaf hij het ritme aan. – Freek, Annie en vele anderen beleefden daar veel plezier aan en iets van het applaus voor de muziekbands viel vanzelfsprekend ook hem ten deel.

Aan het slot van de taptoe werd, traditiegetrouw, een koraal (meestal “Blijf bij mij Heer”) en het Wilhelmus door alle deelnemende muziekkorpsen ten gehore gebracht. Zij stonden dan in blokvorm voor- en naast elkaar op het terrein opgesteld en werden door een tamboer-maître vanaf een verhoogd platform gedirigeerd. Het “manneke” deed hetzelfde vanaf het terrein en wel volledig synchroon. Freek en Annie stonden dan, zoals vermoedelijk vele bezoekers, met kippenvel stiekem een traantje van ontroering weg te pinken.

Na afloop van de taptoe marcheerden de korpsen één voor één, het publiek groetend, het terrein af. De jongen leidde hen vriendelijk en bereidwillig in de goede marsrichting. De tamboer-maîtres salueerden voor het publiek en de organisatoren. Toen één ervan even bleef staan om voor het “manneke” te salueren, groette de jongen met een bijna militaire discipline terug, zijn gezicht een waardige uitdrukking gevend. Een deel van het publiek applaudisseerde extra voor dit gebaar. Ook Freek en Annie lieten zich niet onbetuigd. Een intens gevoel van ontroering en vertedering overspoelde hen beiden. Deze avond zouden ze niet zo snel meer vergeten.

Het uitbundig stralende gelaat van hun “manneke” had méér glans dan het dure siervuurwerk, dat een half uur later werd ontstoken.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 9 december 2005


Geplaatst in de categorie: emoties

3.1 met 8 stemmen 1.201



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)