Misstap
Wij, dat wil zeggen Ger met mij en Anne met Peter op stap. Niks bijzonders aan, doen we gewoonlijk op vrijdagavond, we zijn een hecht clubje.
Ger en ik horen bij elkaar, net zoals Anne en Peter.
Niks mis mee, dat voelt vertrouwd.
Net zo vertrouwd als onze tent, tent “Morgenster”.
Ger en ik denken aan trouwen en, zoals gewoonlijk, plagen we daar Anne en Peter mee – geen lef, jullie, geen plannen zelfs?
Eigenlijk, heel eerlijk gezegd, verveelde ik me.
Altijd hetzelfde. Altijd…
‘Vergeelde gewassen,’ flapte ik eruit.
‘Wat zeg je, Lydia,’ vroeg Anne me, als altijd even bezorgd om mij, ‘voel je je wel oké?’
‘Nee!’ zei ik bars, ‘Zie wat aan de bar gebeurt! Wat een kloot!’
Anne keek.
Ger en Peter eveneens.
Aan de bar stond een man, schreeuwend tegen het bedienende meisje.
Voor zo ver ik begreep, had zij zijn bestelling niet snel genoeg uitgevoerd en was meneer kwaad.
Ik ook.
Dus schuifelde ik langs allerlei onverschillige lui naar die vent, dat stuk secreet.
Ik. Lydia. Altijd in voor mensen die ondergesneeuwd worden. Zoals dit barmeisje.
Achter mij hoorde ik Anne, Peter en zelfs mijn eigen Ger roepen.
Zoiets als Lydia houd je erbuiten…
Het donderde me niet.
‘Ha, wijffie,’ zei de man, ‘niet voordringen, hoor.’
‘Jij gaat die barvrouw jouw excuses aanbieden, en wel ogenblikkelijk,’ zei ik resoluut.
‘Wat zalle we nóu hebbe? Tikkie feministisch? Of tikkie geil? Wat van de twee, of allebei?’
Daarna, ach, ik wist het niet meer. De man, Die man, scheen ineens een vriendelijke uitstraling te hebben. Ondeugend. Wat ik bij mijn eigen brave Ger toch wel mis.
Wat verder nog te vertellen?
Dat wij naar een motel gingen?
Dat wij met elkaar… ach… dronkemansseks…
Dat ik daarna mijn mobieltje kwijt was?
Dat ik mijn mobiele nummer belde, dat hij, wetende wie ik was, een afspraak maakte met mij?
Dat ik daarop inging?
Dat hij naar mijn zaak ging, mij dreigde mijn “man” op te bellen?
Dat ik hem buiten zinnen een lel tegen zijn rotkop gaf?
Dat mijn werkgever, alles gehoord hebbende, zei:
‘Lydia…’
Ik liet hem niet uitspreken.
Haha!
Dat ik…
Ik gaf hem eveneens een knal tegen zijn rotkop, het wordt een gewoonte.
De volgende dag lag mijn ontslagbrief in de bus.
Ik mag enkel hopen dat niemand hier weet van zal hebben, behalve mijn advocaat.
Enfin, ik heb het enkel aan U verteld, omdat ik soms mijn verhaal kwijt wil.
Vriendelijk dank dat U mijn verhaal gelezen hebt.
Geplaatst in de categorie: spijt