Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De tijd, de herinnering - deel 2

Ik schrok op uit mijn overpeinzingen. We reden de oprijlaan van de vrijstaande eengezinswoning op waar mijn oom en tante woonden. Met piepende remmen kwam de Japanner tot stilstand.
Opgetogen werden we door het hoogbejaarde echtpaar verwelkomd: ze waren oprecht blij dat we hen met een bezoek vereerden. In feite waren ze na al die jaren nog geen spat veranderd. Hun loopjes waren wat langzamer en reumatischer geworden, maar hun blikken en gebaren straalden dezelfde sfeer van joviale gezelligheid uit die ik nog zo goed van vroeger kende. Tante gaf mij en mijn zoontje een paar fikse zoenen en schudde de anderen hartelijk de hand: “Ik bin bliede dat joe d’r binn’n; gao moar gaauw de koamer in”.
We volgden hen naar de woonkamer. Overal stonden of hingen er kleurenfoto’s van kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Deze mensen waren familieziek, dat zag je meteen. En inderdaad: we waren nog maar vijf minuten in gesprek, of een onbenullig, door mij aangesneden gespreksonderwerp werd geroutineerd omgeleid naar het Grote Gespreksthema van die middag: de grote welstand waarin hun kinderen leefden, dat ze zulke goede banen hadden, duizelingwekkend hoge opleidingen volgden en zulke aardige, lieve vrouwen hadden. Natuurlijk ontbraken ziektegeschiedenissen niet: ooms en tantes, achternichten en –neven wier namen ik die middag meestal voor het eerst – en hopelijk ook voor het laatst – hoorde noemen, passeerden de revue.
Na een half uur krulde ik al mijn tenen. Ik probeerde het beeld vast te houden van de lieve, zachte, aardige tante die ik mij herinnerde van mijn jeugd. Was ze misschien altijd al zo geweest, of had ik een dergelijke manier van praten vroeger in mijn jeugdige onschuld normaal gevonden, omdat vrijwel geen enkele volwassene enig belang stelde in wat er de hoofden van kleine kinderen omging? Hoe konden zij en haar man ooit zó stralend, zó knapperig-warm in mijn jongensziel zijn gegrift – de werkelijke reden waarom ik nu, tientallen jaren later, de moeite had genomen om met mijn moeder, mijn broer en mijn zoontje een slordige honderd kilometer af te leggen om bij hen op bezoek te gaan?
Terwijl ik dit alles overpeinsde, gebeurde na een uur het onvermijdelijke: uit een mahoniehouten kastje werd een drietal vetleren foto-albums gehaald. Terwijl de albums rondgingen als schalen met koekjes op een verjaardagsvisite vertelde mijn tante breedvoerig over de heldendaden van mijn oom. Hoe hij zijn hele leven onderwijzer was geweest; geen gewóón onderwijzer, nee, hóófdonderwijzer, hoofd van de Lagere Christelijke School! Ook had hij koren gedirigeerd. Regelmatig had hij daar zelfs prijzen mee gewonnen; het waren er zó veel, dat het niet de moeite waard was om ze allemaal tevoorschijn te halen. Maar ook vergeelde krantenartikelen, verlucht met onherkenbaar geworden foto’s, getuigden van zijn roemrijk verleden.
Toen we deze spraakwaterval een half uur lang over ons heen hadden laten komen en we onze gezichten nauwelijks meer in een beleefde grimas konden persen, werd ik opeens door mijn zoontje, die al die tijd wat in de kamer had rondgescharreld, aan mijn trui getrokken. Ik boog me voorover naar hem. “Pappa”, fluisterde hij zacht, “wat praten die mensen vreemd. Dat vind ik niet leuk, pappa, want ik kan er niks van verstaan!” “Ja”, legde ik uit, “ze praten Gronings, jongen: dat is hier normaal. Dat sprak pappa vroeger ook toen hij nog klein was. Anders moet je vragen of ze Nederlands willen spreken.”
Toen de gastheer en zijn vrouw dit ter ore kwam, spraken ze enkele zinnen Nederlands, waarna ze weer op hun eigen dialect overschakelden. Daarop slaakte mijn zoontje moedeloos een zucht. Eén ding had hij in elk geval bereikt, en dat was dat hij voor even het middelpunt van de aandacht was geweest. Dat had ook positieve gevolgen. Tante haalde een doos met speelgoed tevoorschijn, waarin hij mocht grabbelen. Blij met deze kans om aan het deprimerende gesprek te ontsnappen ging ik naast hem in de hoek van de kamer zitten, me verschuilend achter de kist met speelgoed.

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 7 september 2006


Geplaatst in de categorie: familie

4.0 met 3 stemmen 674



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)