Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De tijd, de herinnering - deel 3

Toen ik daar zo een tijdje gezeten had, keek ik op de klok: vier uur. Dat betekende dat het langzamerhand tijd werd om afscheid te nemen. Ik kuchte een paar keer nadrukkelijk en probeerde door het voortkabbelende gesprek heen te breken. Op een luidere toon dan ik eigenlijk gewild had riep ik: “Wie moat’n zometain weer vot!” En ik legde uit dat het hier weliswaar reuze gezellig was, maar dat mijn vrouw, die thuis was gebleven, samen met ons jongste kind op mijn terugkeer zat te wachten.
Verbaasd draaide tante zich om. “Moar ik wilde net de borrelhapjes op toavel zett’n. Ach nee, Hinnuk, dat mainst nait. Wost misschien ’n stokje kees of dreuge wôst? Tou, bliev nog eev’n zitt’n.”
Schoorvoetend gaf ik toe. Bedachtzaam stak ik een paar blokjes kaas in m’n mond. Dat was lekker, jonge kaas, dat moest ik toegeven. Nadat ik ook nog een paar stukjes droge metworst van een schaal had gegrist, nam ik een resolute houding aan. “Tante, ’t was gezellug, moar wie moat’n nou echt vot!”
“Tis nait aans, moar kom moar gaauw ains weer!” antwoordde ze zichtbaar teleurgesteld. Ik liep naar de gang en hielp mijn zoontje bij het aantrekken van zijn jas. Achter me hoorde ik het gescharrel van mijn moeder en mijn broer, die steeds meer tussen twee vuren in kwamen te zitten: aan de ene kant voelden ze mijn enorme irritatie en de bedekte aandrang om nu zo snel mogelijk te vertrekken, maar anderzijs werden ze door de nog immer voortdurende tegenwerpingen van mijn tante, die op een latere vertrektijd had gerekend, aan deze plaats vastgenageld.

Een kwartier later zaten we weer met z’n allen in de auto. Terwijl mijn broer de motor startte, wierp ik een blik door het portierruitje. Zoals zij daar stonden – twee oude mensen, de één 83, de ander 90 – waren ze aandoenlijk. Waarschijnlijk zou ik hen nooit meer terugzien: zulke dingen voorvoelde je gewoon. Een zoetschrijnend, nostalgisch gevoel nam bezit van me, wranger dan ik het me van de heenreis herinnerde. Oom stond in de deuropening, tante enkele meters vòòr hem op het tuinpad. Ze zwaaiden hartelijk naar me. Zou ik me hen altijd blijven herinneren zoals ze daar stonden, hun gezichten vol rimpels en door ouderdom verweerd, maar met nog dezelfde blik die ik me zo goed kon herinneren uit mijn jeugd? Welk beeld, welke herinnering was krachtiger en zou de tand des tijds doorstaan: dat van de beuzelende oudjes, óf de oom en tante van vroeger, waar ik zo fijn mee kon spelen en praten? Ik voelde plotseling tranen in me opwellen, zomaar, uit het niets, niet meer te stuiten. En opeens drong het in alle hevigheid tot me door: nooit zou ik hen meer terugzien, dit was een afscheid voor eeuwig.
Hartelijk zwaaide ik terug en ik blééf zwaaien tot ze uit het zicht verdwenen waren. Het laatste wat ik van hen zag was de witte haardos van tante en één zwaaiende arm die boven een rodondendron uitstak. Toen ook dat aan het zicht onttrokken werd, blikte ik verdrietig voor me uit. De tranen biggelden over mijn wangen en proefden zout aan mijn lippen. Door een waas van verdriet keek ik naar de huizen van het dorp, dat we nu in hoog tempo verlieten.
We sloegen af naar de hoofdweg van dit plaatsje. “Kijk”, zei mijn moeder, die naast mijn zoontje op de achterbank zat. “Daar staat de lagere school waar hij vroeger hoofd van was.” Ik draaide me om. Aan de linkerkant passeerden we een ouderwets, Jugendstil-achtig schoolgebouw met een groot tegelplein ervoor. En plotseling schoot alles me weer te binnen als in een film van een Italiaanse meester, waarbij beelden uit heden en verleden elkaar voortdurend afwisselen en zich op den duur met elkaar vermengen, omdat tijd een relatief en denkbeeldig iets is. Haarscherp zag ik de woning van het hoofd der school, waar ik als kind wel ‘es gespeeld had. Eind vijftiger jaren was ik daar eens met mijn ouders en mijn broer op bezoek geweest, in de tijd waarin oom en tante daar nog woonden. Vòòr het huis lag de tuin waarin we op een zondagmiddag hadden gezeten. Mijn tante droeg toen een donkerblauwe jurk met witte stippen: dat was in het begin van de zestiger jaren mode. Oom liet me die middag een stereokijker zien waar ik doorheen mocht turen. Als je hem voor je ogen hield, werden twee vrijwel identieke foto’s samengevoegd tot één, waardoor de beelden een geweldige, betoverende diepgang verkregen. De stereoscopische opnamen van alpenlandschappen en vergezichten hadden me gefascineerd; telkens weer had ik gevraagd of ik hem nog even terug mocht hebben, wat mij nog twee of drie keer werd toegestaan totdat hun welwillendheid zijn grenzen had bereikt. Op het terras van die tuin hadden we thee gedronken, terwijl de zon stralend scheen. Vlak voor me stond op een laag tafeltje een schaal met zoute pinda’s, die voortdurend werd bijgevuld. Ruim vijfenveertig jaar geleden moet dat allemaal zijn geweest…
Na enkele ogenblikken was ook deze voormalige dienstwoning van het hoofd der school uit het zicht verdwenen. Het begon opnieuw te regenen. Ritmisch veegden de ruitewissers van de grote Mitsubishi het hemelwater van de voorruit. Ik veegde de tranen van mijn wangen. Onherroepelijk is de tijd, en al wat rest is een handvol herinneringen…

Schrijver: Hendrik Klaassens, 7 september 2006


Geplaatst in de categorie: familie

3.5 met 6 stemmen 1.177



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Neeltje Diepeveen
Datum:
19 september 2006
Email:
neeltjediepeveenhetnet.nl
Mooi geschreven Hendrik. Inderdaad, over enkele decennia zit jij daar met kaas en worst je bezoek van vertrekken af te houden. En ik natuurlijk dito.
Naam:
Rina van Dijk
Datum:
13 september 2006
Ik vind deze trilogie echt aangrijpend. Wat ik het meest schrijnend vind, is dat de jeugd hier geen geduld kan opbrengen voor de ouderen. Zijn één of twee uurtjes op een mensenleven nu echt teveel? Is het zo erg dat oude mensen positieve verhalen over hun kinderen vertellen inplaats van over de kwaaltjes die ze ongetwijfeld zullen hebben. Wat moeten ze nu met al dat lekkers dat ze in huis gehaald hebben?
De schrijver heeft het erg met zichzelf te doen. Een beetje meer empathie zou waardevoller geweest zijn.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)