Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Poesje.

Ik ben nog verschillende keren terug gegaan naar de plek waar ik je toen zag. Het is langs de route die ik dagelijks rij en het was echt een stuk dat je met gemak in-the-middle-of nowhere zou kunnen noemen.
Je liep langs de kant van de weg en ik dacht: “Jeetje wat is die klein!”. Nou weet ik het niet precies, maar ik schatte je zo’n tien weken oud. Je felle ronde oogjes in je zwarte koppie waren net niet meer blauw, en ik dacht dat je een wit puntje aan je staartje had, voor de rest was je zwart, pikzwart.
Nou viel er in de hele omgeving geen woonhuis of boerderij te bekennen en ik vroeg me dus af hoe je hier in je eentje zou overleven.
Toen ik mijn auto verderop in de berm had gezet liep ik naar je toe. Gelukkig was je nu van de kant van de weg af gegaan en over het fietspad de struiken in gekropen. Vanonder de bossages riep je alsmaar klaaglijk “Meew! meew!” naar me en je bleef maar naar me zitten kijken.
Ik maakte me klein door op mijn hurken te gaan zitten en probeerde je te verleiden naar me toe te komen door een beetje te spelen met een grassprietje, misschien dat je dan binnen mijn bereik zou komen.
Weer dat “Meew! meew!” Alsmaar door “Meew! meew!”
Ja joh, kom dan! Dan neem ik je mee naar een veilig thuis! Kom dan!
Ik zag je in gedachten al bij ons thuis in de kamer lopen, veilig en wel tussen de andere beessies die we hebben. Je zou er prima tussen passen.
Maar steeds als ik mijn hand ook maar iets verder uitstak, kroop je verder weg. Nou had ik zoals dat heet m’n goeie goed aan, maar a la!
Even mijn jas uit de auto gehaald en hup: ik zei de gek, de bosjes in!
Ik duwde takken weg met m’n handen en weerde me met mijn armen af tegen scherpe uitsteeksels. Nog maar verder dan en door een droge sloot! Ook die stond vol met allerlei hoogopgegroeid spul dat ik eerst plat moest trappen voor ik verder kon.
Mijn broek en mijn sokken zaten nu helemaal vol kleine klittenbolletjes, ik zag er niet uit! Maar dat was van later zorg, eerst moest ik bij jou zien te komen, Meew!
Ik noemde je nu al Meew, het moest niet veel gekker worden. Steeds verder ging je van me weg en hoe meer ik probeerde bij je te komen, hoe schuwer je werd. Ik had ook niks bij me, al zou je maar wat drinken, dat zou je kansen vergroten. Je kan toch niet zonder drinken, Meew?
Ik zag je nu helemaal niet meer, maar ging op het geluid af.
“Meew! meew!” Maar het klonk alsmaar zachter.
Ik moest mijn pogingen staken, er was geen beginnen aan. De eerste voortekenen van de schemering waren daar, ik kon je tussen de bossen nu niet meer zien. “Meew! meew!” Jaja, maar kom dan!
De volgende dag zijn we nog met z’n tweeën terug gegaan naar die plek waar ik je had gevonden, om te zien of je er nog zou zijn. En nu gewapend met zachte brokjes, kattemelk, flesjes water, noem maar op. En wij maar roepen, en wij maar fluiten.
De voorbijrijdende fietsers zullen ons wel voor gek hebben verklaard.
Maar we hoorden je niet meer Meew! Alles wat we probeerden: we hoorden je niet meer. Het bleef stil. We hebben nog gekeken of je misschien ergens lag Meew, misschien was je wel te verzwakt van de dorst.
Maar we konden je niet meer vinden.
Ach wat, je hebt het vast gered, met je brutale koppie.
Jij hebt het wel gehaald Meew, zeker weten! Tuurlijk!

Schrijver: Peterdw., 26 oktober 2006


Geplaatst in de categorie: dieren

4.4 met 17 stemmen 1.716



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)