Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

In de winter gesloten

In de tijd waarin we nu leven, met veel ongemakken, ergernis, stress, tegenslagen, ziekte met een soms lange lijdensweg van onze dierbaren, is de dood misschien het meest ingrijpend. Niets nieuws onder de zon, want dat laatste doet zich als natuurwet al sinds mensenheugenis voor. Zo heeft een ieder van ons vermoedelijk soms de neiging om voor zichzelf een rustpunt te creëren. De commercie gebruikt in zijn reclamespots zelfs het sinds lange tijd in onbruik geraakte woord: onthaasting. Zo’n zelfgekozen eilandje of oase van rust kan, afhankelijk van de karakterstructuur van iedere persoon, van alles zijn; het ongestoord kunnen luisteren naar klassieke of andere muziek, hetgeen een rustgevend en prettig gevoel kan oproepen of het helemaal opgaan in het lezen van een boek, het bekijken van een film, het op een stil plekje wegdromen, meditatie… te veel om op te noemen. Soms brengen wij deze plaatsen met de aldaar ontbrekende elementen die wij als storend of pijnlijk ervaren onder één globale noemer: een paradijs(je). Deze naam dekt tegenwoordig eigenlijk al snel de hele lading. De behoefte aan een paradijsje is niet bij een ieder van ons even sterk aanwezig. Soms is het een impuls of een reactie. Een Eskimo vindt een straffe noordenwind bij minus 10 graden nauwelijks koud, terwijl wij bij de gedachte eraan al van huiverend het klappertanden nog net kunnen onderdrukken.

Als niet praktiserend gelovig persoon meen ik me, met de mij nog resterende bijbelkennis, te herinneren dat het Bijbelse Paradijs, beschreven in Genesis, niet dezelfde plaats was die wij heden als zodanig plegen aan te duiden. Immers: het oorspronkelijke paradijs was een heel normale plaats en niet iets waarnaar je zou kunnen verlangen. Door het ontbreken van negatieve elementen bestond er blijkbaar geen behoefde aan een plaats die nog beter was. Er bestond geen ziekte en het begrip dood was onbekend. Geen zorgen, geen stress, niet hoeven werken voor het dagelijks brood; de tien geboden waren toen nog niet nodig. Pas nadat de Schepper de mens de toegang tot de tuin van Eden voor altijd had ontzegd en hem kwetsbaar, hulpbehoevend en sterfelijk had gemaakt, begon het begrip ''paradijs'' een andere betekenis te krijgen. Het evalueerde tot in de tegenwoordige tijd tot een begrip met alle denkbaar positieve facetten, geprezen in alle denkbare superlatieven.

Een bevriend echtpaar, wonend in een klein plaatsje in Zuid-Holland, heeft achter hun woonhuis een flinke tuin. Hun zoon, die tuinman is, heeft deze voor zijn ouders ingericht, waarbij de natuur grotendeels haar gang mag gaan. Het terras, het tuinpad en enkele plekjes zijn weloverwogen en in harmonie met de begroeiing aangelegd; slechts enkele perkjes en plekjes zijn bewust gecultiveerd. Wat is er nu zo bijzonder aan? Er zijn wel honderdduizenden mensen in ons land en miljoenen mensen in Europa die hetzelfde hebben, misschien nog groter en nog mooier. Ik kan dit helaas niet weerleggen. Wel heb ik de behoefte U deelgenoot te maken van onze ervaringen die soms aanvoelen als balsem voor de gemoedsstemming. De bekoring van die bewuste plek, die door mijn vrouw en mij al een tijdje ''het kleine paradijs'' wordt genoemd, is voor ons tijdens een bezoek aan het echtpaar altijd een oase van rust en ontspanning gebleken. Toevallig is deze tuin zodanig gelegen, dat er geen enkel straatgeluid tot die plek doordringt. Tijdens de ontspannende en geanimeerde gesprekken dwalen onze ogen langs alles wat groeit en bloeit, volgen ze geboeid vlinders, insecten of observeren ze de vogels die de speciaal de voor hen aangelegde voederplaats komen bezoeken. Als stadsmens, waar men de huismus nog maar mondjesmaat ziet, is het zien van meerdere van deze gevederde vriendjes een blijk van herkenning waarvan je geniet. Bovendien komen er vinken, roodborstjes en andere ons onbekende soorten. Ze blijken de aanwezigheid van de mens niet als een bedreiging te ervaren, want ze gedragen zich opvallend rustig. Kortom, we zien altijd uit naar een volgend bezoek. Het toeval wilde tot nu toe, dat wij bijna altijd droog en warm weer hadden, zodat wij buiten in het kleine paradijs konden vertoeven.

In de wintermaanden, die eigenlijk in dit seizoen geen winterse kenmerken hebben, is het paradijsje voor de mens gesloten. Wij zitten dan niet op het terras. Slechts de beheerders van dit kleine paradijs komen er op hun gang naar het door het gewas gedeeltelijk aan het oog onttrokken schuurtje of voor het bijvullen van de voederplaats. Voor ons blijft het weer wachten op het voorjaar. Alleen de vogels zijn bevoorrecht; zij hebben doorlopend toegang en zij vliegen dan ook dagelijks, tsjilpend, kwetterend en fluitend af en aan.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 18 januari 2007


Geplaatst in de categorie: natuur

3.5 met 12 stemmen 950



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Iris Van de Casteele
Datum:
7 april 2007
Email:
iris.aguirretigo.com.py
"Alleen de vogels zijn bevoorrecht; zij hebben doorlopend toegang en zij vliegen dan ook dagelijks, tsjilpend, kwetterend en fluitend af en aan."
Mooi!
Laat ons dan maar vlugvliege vogels zijn, beste Günter, er zal altijd wel een kruimel mee te pikken zijn!
Ik kijk uit naar jouw volgende bijdrage!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)