Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Koffie

We hebben weer een lekker spul bij elkaar liggen. Drie pneumonieën, de een nog zieker dan de ander, op bed 4 een vent die teveel pillen en drank genuttigd heeft en daarna na een gevecht met politie in de cel totaal out gegaan is, een vrouw waar de kanker steeds verder is opgerukt door haar lichaam.

Op bed 1 ligt een oude man, 83 als ik me niet vergis. Hij ligt er al bijna een week. alles wat we tot op heden met hem gedaan hebben heeft niet mogen baten. niet echt, tenminste. Het is het bekende verhaal.
‘Hij was nog zo goed’ vertelt zijn dochter me, en ik geloof haar graag. Ik heb al zo vaak gezonde ouderen ziek zien worden, dood zien gaan, wat we ook probeerden. Zo fietsen ze nog naar de Deka, koken hun potje, scharrelen wat in de tuin en zo is het over en uit.

Maar niet nadat wij doen wat we moeten doen. De illusie in stand houden, dat je altijd goed kan blijven gaan, dat de dood, ziekte jou en de jouwen niet treft, maar een ander. Gelukkig hebben we al vroeg afgesproken niet alles uit de kast te halen bij deze baas.
‘Alles uit de kast’, dat is reanimeren als het moet, aan de pijp als het nog even kan, volop vocht, antibiotica en dopa en andere troep geven om een oud in gevaar verkerend lichaam nog een keer op te jagen, om de dood te ontlopen. Soms, soms lukt het. Krijgt iemand nog een jaar, of minder. Maar vaker, veel vaker is het zinloos.

Eerst beginnen wij. Voorzichtig. Spreken onze zorg uit. De dochter staat huilend aan het bed, maar begrijpt het, ziet het. De jonge dokter nog niet. Die ziet eerst en vooral zijn papieren. De foto toont een lichte verbetering, de koorts is iets gezakt, het lab al minder afwijkend. Jaja, het zal wel.
‘Drieëntachtig, een mooie leeftijd’ zeg ik, niet tegen iemand in het bijzonder. De dokter zegt niks. Een ECG wil hij hebben, en een Astrup. Kan geregeld worden. Ik voel dat hij geprikkeld is door mijn zin, alsof hij zeggen wil:
‘Zo makkelijk geven we hier niet op mannetje, zomaar zonder verder iets te doen’.

De dochter zegt eerst ook niks, maar ik merk dat ze zich langzaam een klein beetje gaat verzoenen met het onvermijdelijke. Gedwee laat ze zich meevoeren naar de familiekamer. In dat soort dingen is Woemi een ster. Een kop koffie, een arm, een enkel vriendelijk woord. Misschien moeten we maar even switchen. Zij bed 1 en ik die vent van 4.

Een dame en een heer in het blauw wachten al enige tijd ongeduldig op zijn ontwaken. Het is duidelijk dat ze nog een appeltje met meneer hebben te schillen. Een van de collegae is vannacht vol op zijn kaak geraakt door de driftkop. GHB, drank en wie zal zeggen wat nog meer, een onzalige combinatie. Maar nu: zo mak als een lammetje.
‘Kunnen we hem meenemen?’ willen ze weten als hij wakker is.
‘Laat hem eerst nog maar wat even bijkomen, misschien wil hij nog wat eten’.
‘Heeft hij dat verdiend dan?’
Vast niet.
‘We moeten nog visite lopen’ ontwijk ik de discussie. En koffie blijkt voldoende.

Op bed 1 gaat het niet goed. Al een paar keer zakt zijn hartslag onder de veertig, de saturatie kruipt langzaam maar zeker naar tachtig. Nog even.
‘Waar is zijn dochter?’ vraagt de dokter. Papier en werkelijkheid zijn niet altijd hetzelfde.

Woemi plukt haar nog net op tijd uit de lift. Even een luchtje scheppen.
‘Het is goed zo’ zegt ze als hij zijn ogen sluit, en ‘bedankt’
Dat zegt ook die man van 4: ‘Bedankt’, als ik hem de hand schud, en hij zich gedwee laat meenemen door de agenten.
Het is tijd om zelf aan de koffie te gaan.

Schrijver: jorrit, 1 maart 2007


Geplaatst in de categorie: ziekte

3.0 met 10 stemmen 620



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)