Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Witte seringen

Het moment dat de lucht siddert, net voor het onweer losbarst. Dàt is de beste omschrijving voor het gevoel dat in mijn buik begon op te borrelen om vervolgens door te stromen naar boven. Daar perste het zich in mijn luchtpijp en deed me naar adem happen. Herinnering flitste beelden van wit satijn afgezet met kant. Daarin een star, glimlachend gezicht. Het leek of ze elk moment haar blauwe ogen naar me kon opslaan. Haar armpjes zouden zich loom uitstrekken en met een lach zou ze vragen:
“Is het zonnetje al op, mama?”
Het was ons grapje. Ik zou haar knuffelen en antwoorden:
“Het zonnetje is net wakker geworden, liefje.”
Ik schudde mijn hoofd om die beelden weg te krijgen. Ik moest mezelf de waarheid voorhouden. Haar ogen waren blijvend gesloten. Niets zou haar meer wakker kunnen maken. Ze was dood! Het kussen stak nauwelijks af tegen het witte gezichtje. De fijne handjes lagen, als in gebed, ineen gevouwen op haar buik. Ik gilde toen het deksel van de eiken kist gesloten werd. Dat was drie jaar geleden. Hoe kon ik haar dan nu zien?

Weliswaar vaag en van afstand. Maar een moeder herkent haar kind onmiddellijk. Ik drukte mijn oogleden krachtig naar beneden
om het beeld te breken. Maar het bleef. Was het dan toch echt? Ik wilde haar roepen, maar er kwam niet meer dan een schor gerochel uit mijn keel. Er vloeide iets in mijn mond. Ik probeerde het weg te slikken, maar het hechtte zich kleverig aan mijn gehemelte. Het was niet belangrijk, ik richtte mijn ogen weer op het beeld voor me. Ze was wat dichterbij gekomen en ik zag het hartvormige gezichtje, omlijst door blonde lokken. De vroedvrouw had het springerige haar al bij haar geboorte bewonderd. Veel baby’s hebben nauwelijks haren wanneer ze geboren worden, maar zij niet! Mijn dochter was op de wereld gekomen met een haardos van enkele centimeters lang. In de jaren er na heb ik het nooit laten knippen.
“Evelien!”
Wat een kreet had moeten zijn, klonk als een zucht. Maar toch had ze me waarschijnlijk gehoord, want ze kwam weer iets dichterbij. Ik zag hoe ze haar armen naar voren strekte en me iets liet zien. Met tegenzin lieten mijn ogen het gezicht los en dwaalden af naar de uitgestoken handen. Het gevoel dat eerst mijn adem had afgesneden verplaatste zich drukkend naar mijn borst, toen ik herkende wat ze in haar handen droeg. Seringen…het waren witte seringen! De aromatische geur ervan omhulde me en dreef herinneringen naar boven.

“Papa, wanneer komt mama thuis?”
“Als de seringenboom bloeit, Marrit.”
“Wanneer bloeit de seringenboom, papa?”
“In het voorjaar, meisje. Nu moet je weer braaf gaan spelen, papa is aan het werk.”
Ik slikte mijn volgende vraag in. Als papa aan het werk was, kon je beter stil zijn, wist ik. Even dacht ik na en holde toen naar buiten.
De seringenboom prijkte kolossaal op het gazon voor het huis. Onder zijn enorme bladerdek stond een tafeltje met een paar stoelen eromheen.
Aan een van de robuuste takken hing een schommel. Als het mooi weer was dronken we er thee en schommelde ik steeds hoger als mama mij
duwde. Op een keer was ik eraf gevallen en had ik mijn knie geschaafd. Toen mama mij schoot had genomen, een pleister op de zere knie gedaan, een kusje voor snel beter erop had gegeven en ik twéé koekjes uit de trommel mocht in plaats van één, wist ik dat vallen maar voor even pijn doet. Het fijnste was als de boom bloeide. Mama knipte dan elke dag een bos witte seringen en zette die in vazen.
Ruik eens Marrit! Dat is nu de geur van het voorjaar, zei ze dan en ik bewonderde in stilte haar glimlach. Ze had iets met het voorjaar èn met witte seringen! Op een dag was ze weggegaan.. Maar ze zou snel thuiskomen wist ik, want de seringenboom droeg honderden knoppen.

Ik had haar gemist en wist pas later dat ze tijdens haar afwezigheid in het ziekenhuis had gelegen. Mijn ouders hadden het voor me verzwegen. Achteraf heb ik weleen gedacht dat juist daardoor de klap zo hard aankwam toen ik, nog geen drie weken na mama’s thuiskomst, seringen naar haar graf droeg. Twee jaar later deed ik hetzelfde voor mijn vader en ging vervolgens bij tante Maureen en oom Klaas wonen. Ze hadden zelf geen kinderen. Ik had het er goed en hield veel van hen. Wat was oom Klaas trots toen hij me naar het altaar bracht en tante Maureen had een traantje weggepinkt. Bob was zo attent geweest om mij een bruidsboeket met witte seringen te geven. We waren gelukkig. Onze wereld bleef één rozige wolk liefde tot anderhalf jaar na de geboorte van onze dochter. Mijn wereld leek in te storten toen Bob voor een nieuwe liefde koos en mij met onze kleine meid achterliet. We sloegen ons er dapper doorheen; Evelien en ik! We waren gelukkig tot het moment dat ze ziek werd. Ze streed! Oh, wat heeft dat kind gestreden. Maar ze vocht tegen een te sterke vijand. De leukemie sloop voort en voor de derde keer in mijn leven bracht ik witte seringen naar een graf.
Mijn leven kende vanaf dat moment geen enkele heldere dag. Maar ik moest door…dat had ik Evelien beloofd! Dus doorgaan werd mijn hoogste doel. Maar de pijn, de pijn wilde niet weg.

Nu ik haar voor me zie staan vlamt de pijn door mijn lichaam en weet ik dat die niet zal doven voor ik mijn kind in de armen kan sluiten.
In ongeloof strek ik mijn handen uit, bang dat ik wakker zal worden en alles slechts een droom was.
“Evelien?”
Ze komt nog dichterbij. Ik pak de seringen van haar aan. Ze slaat haar ogen naar me op.
“Is het zonnetje al op, mama?”
Huilend antwoord ik: “Het zonnetje is net wakker geworden, liefje.”
Ze pakt mijn hand en gelukzalig glimlachend loop ik met haar mee.

Schrijver: sacrajewa, 3 mei 2007


Geplaatst in de categorie: overlijden

2.1 met 10 stemmen 1.060



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Beli
Datum:
3 mei 2007
Het is een smartlap; niet echt mijn genre, maar wel een die goed geschreven is.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)