Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De pendule IX

Niet wetend wat eerst te doen gaapten de twee vrouwen door het venster en het was Eva die als eerste op de ruit klopte. Eva klopte nogmaals zonder dat binnen iemand naar hen keek, men deed juist alsof er niemand was. Eva’s gelaat verkleurde van asbleek naar woedend rood, en een sissend “tja”, ontglipte aan haar opeengeperste lippen, “ze doen juist alsof ze hier wonen, wie zijn dat en wat zoeken ze bij jou in huis?”

Liesbeth draaide om haar as en rende naar de voordeur; “Daar wil ik het mijne van weten” spuwde ze en duwde de deur zo met kracht open dat deze tegen de houten lambrisering sloeg die de gang in twee helften deelde. De woonkamerdeur stond open en van de personen die ze beiden van buiten zagen was hier binnen niets te zien. Alles bleek leeg en zo achtergelaten als toen dat ze het huis halsoverkop verliet, behalve dat het enorm koud voelde. Ongelovig keken de twee vrouwen elkaar aan, als twijfelden ze aan wat ze zojuist met eigen ogen gezien hadden. Geen van beiden kon een kik geven zo verward waren ze. “Je hebt ze toch ook gezien, hé Eva, of ben ik aan het flippen?”

Liesbeth’s handen trilden van woede en ongeloof en vervolgde “die ene had van die ouderwetse kleren aan en stond met zijn gezicht naar ons toe, hij had ons toch moeten zien.” Vertwijfeld zocht ze haar vriendin die al naar de keuken gelopen was; Liesbeth sloeg uit onmacht met haar vuist in de andere handpalm.
“Heb jij daar woorden voor Eva?” Eva kwam schouderophalend uit de keuken terug en schudde met haar hoofd en zei: “Ik zou gezworen hebben die twee mannen hier aan deze tafel te hebben zien staan, ik ga zo dadelijk nog aan mezelf twijfelen, ik zie ze daar nog staan, die ene stond met z’n rug naar ons toe en die ander, ach ik geloof dat ik gek word”.

De wit gekalkte muren vertoonden onder tegen de plinten enkele schimmelplekken en het rook ook een beetje naar vocht. De vrouwen omarmden elkaar als wilden ze zich beiden moed in spreken. Eva voelde hoe Liesbeth beefde en heel koud aanvoelde. Ze bleven zo nog een geruime tijd staan totdat het zachte geween van haar vriendin bedaarde en ze zichzelf uit deze omstrengeling duwde.

”Wat ga ik hier nog meer meemaken, ik moet er niet aan denken hier moederziel alleen in dit huis te blijven, alleen al bij deze gedachte krijg ik het kippenvel”. Het was natuurlijk Eva die het initiatief nam en zei “ik ga thee zetten”. De daad bij het woord voegend liep ze naar de keuken: “Waar heb jij de thee staan? En hoe moet ik dat vuur bedienen?” Bij deze laatste vraag had Eva zich even achterover gebogen om zo naar Liesbeth te kijken want de keuken had geen deur, maar de tussenmuur versperde toch haar zicht. De resolute stem van Eva bracht Liesbeth naar het heden, “ja, ik kom Eva, dat gasvuur heeft zo zijn nukken en de thee vind je links boven in het kastje bij het venstertje".

Na deze pauze liep Liesbeth de trap op om een oog op de slaapkamer te werpen. Rechts van de deur stond het bed zo achtergelaten als de dag dat ze dit huis halsoverkop verliet, dus onopgemaakt en het rook muffig. Op de stoel die zich aan de overkant van het bed bevind liggen nog de kleren van Franck, onaangeroerd. Zijn schoenen staan half onder het bed verscholen en een kous op het nachtkasje. De andere kous ligt op de grond naast de schoenen. Bij het zien van Francks spullen vloog ze er op af en drukte zijn kleding tegen zich aan en begon weer vreselijk te huilen. Eva die dit wel verwacht had liet haar vriendin de tijd om met zichzelf in het reine te komen.

“Thee is klaar, kom je naar beneden schat?" Maar er kwam geen respons van boven. “Héla ! Liesbeth, kom je naar beneden, want alleen drinken is niet zo leuk”. Even later hoorde ze hoe stappen de trap af kwamen. Het betraande gelaat was rood om de oogleden en de zachte stem van Liesbeth zei “sorry maar dit werd me te sterk”. “Wat bedoel je?” repliceerde Eva. “Ik vond de kleding van Franck en alle miserie kwam weer bij me omhoog”.

“Nu moet je toch eens zien”, zei Eva, “ik heb een oog geworpen op deze vergeelde krant, weet je van wanneer deze eigenlijk is? Nu deze krant is van de negentiende februari 1921, heb je me gehoord? 19 februari !!

Schrijver: Wilhelm Janssen, 30 mei 2007


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 3 stemmen 457



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)