Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Jeugdsentiment

Vorige week kwam ik erachter. Ik ging iets ophalen dat in het ouderlijk huis jaren en jaren op zolder lag. We gebruikten het altijd voor discofeestjes en daar zou ik hem nu ook weer voor gebruiken. Het visnet. Wat is een jaren-tachtig-feestje zonder visnet?

Op een oude foto zie je me onder dit visnet in een hoekje zitten en steek ik met twee handjes 5 vingertjes op, omdat mijn vader vroeg hoe oud ik was. Mijn broers spelen met chagrijnige koppen ondertussen een potje scrabble. Op een andere foto ben ik een jaar of dertien en zit ik met een dozijn schuchtere puisterige pubers af te wachten op het moment dat we durven te dansen. Een afbeelding (uitgeprint met een matrixprinter) van twee dansende poppetjes met de letters D I S C O erboven, hangt als een goed voorbeeld aan achterwand. En erboven weer het visnet. Wat leuk dat ik ditzelfde net nu weer in mijn handen heb. Maar wat zag ik aan de overkant van de straat toen ik aan kwam rijden?

De sloot waar ik vroeger in viste en waar ik ooit met een platte ronde steen een rat mee op zijn kop had gegooid is er niet meer. Met zand is de sloot onlangs gedempt. Een grote berg overtollig zand ligt nu te wachten naast de plek waar zich ooit de sloot bevond. Ineens is het met terugwerkende kracht geen sloot meer, maar een kuil die dus dicht kan. Ineens is het een kuil geweest waar water in kon. Heel gek. En ineens is iets wat bestond en wat ik kende sinds mijn kindertijd, alleen nog maar een herinnering. Voortaan zal ik moeten vertellen dat hier, bij een voetbalveldje dat er voor in de plaats komt, ooit een sloot was en dat ik er viste en dat ik er een keer een muskusrat raakte met een steen.
Samen met een vriendje zag ik de dikke rat zwemmen. Ik pakte een mooie steen bij een boomstam, legde hem langs mijn wijsvinger, ontdekte dat het precies paste, keek twee seconde en gooide zo hard als ik kon. Ik raakte hem in zijn nek en de rat sprong uit het water op en dook voor altijd de diepte in, waarbij zijn lange staart een laatste naakte krul rechtte. Ratten waren slecht voor de dijken, dus dit moest wel een heldendaad zijn!

En daarna zou ik dan vertellen dat we met een luchtbuks op het blauwwitte wandelpadbord schoten en meteen hoorden dat het raak was. En ik zou kunnen aanwijzen dat we tot …laten we zeggen ‘daar en daar’, het water in de sloot lieten opspatten als ik en mijn broers vanaf het balkon met de buks op de sloot schoten. En misschien zou ik ook vertellen dat ik met hetzelfde doel ooit per ongeluk een eend doodschoot. Al was dat niet in deze sloot maar in de sloot ernaast, die veel groter en langer was. Arme eend. Dat het kogeltje precies boven zijn oogje vast zat, bleek toen we het dier voorzichtig uit het water trokken. En ze was ook nog moeder van drie kuikens…twee kuikens…één kuiken…geen kuikens. Vader-eend had het nakijken gehad.

Ook zou ik kunnen vertellen - als de toehoorders me nu niet ineens als dierenbeul zouden zien - over die keer hoe ik op mijn eerste fietsje onderuit ging. Het was de allereerste dag dat we er woonden. Meteen moesten we een huisarts zoeken om mijn knie te laten hechten. Drie weken lang mocht ik hem niet buigen, weet ik nog. Het ongelukje gebeurde toen mijn oudste broer een monster nadeed en achter me aan rende. Bang! Op mijn kleine rode fietsje probeerde ik zo hard mogelijk weg te fietsten. Bang! Ik gleed uit op het schelpenpad precies tussen 'de kuil waar water in kon' en de lange sloot waar die eend dus … nou ja, dat verhaal. Ik huilde zo hard, dat ik er helemaal buiten adem van was. Bang!

En als de sfeer goed zou zijn zou ik ook nog kunnen vertellen hoe ik (en nu komt een heel lange zin) een keer zo snugger was geweest om met fietsje en al de sloot in te fietsen, omdat ik zo slim was om mijn voet van de rem te halen, op het moment dat ik een trekdrop uit mijn papieren puntzak wilde halen, waar het snoep in zat dat ik had gekocht van die ene gulden en zes kwartjes, die eigenlijk nog in het geldbakje naast de open haard hoorden te liggen. Eén beeld hierover blijft nog hangen en wringt zich alsnog een plekje in dit verhaal. De trekdroppen, smiley’s, dropveters, schuimblokken en salmiaklollies die mijn moeder op de verwarming te drogen had gelegd.

Ik krijg ineens zo’n stichting-correlatie-gevoel. Wie kan ik bellen? De rijdende rechter? “Ik heb foute dingen gedaan!” “En de sloot is weg en ze hebben niet eens met mij overlegd!”

Schrijver: Jeroen Zwaal, 26 november 2007


Geplaatst in de categorie: woonoord

2.7 met 3 stemmen 300



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)