Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ralfje 1

Een sprookje in 10 delen


Er komt iemand verhaal halen

De zon stond al laag en bescheen vriendelijk de oude dijk waaraan het huisje staat waarin ik woon. Het was een prachtige lenteavond en het zou niet lang meer duren voordat de zon zou verdwijnen achter de bomen verderop. Ik genoot van mijn kopje koffie zittend op het bankje dat tegen de voorgevel leunt. De aarde draaide zich langzaam in oostelijke richting naar de nacht en de lucht was vol voorjaarsgeluiden.

Tot mijn verbijstering stopte er vlak voor mij een piepklein glimmend motorfietsje waar een piepklein ventje van af stapte. Het mannetje parkeerde het motorfietsje tegen de stoeprand, gespte zijn rode motorhelmpje los en hing dit aan het stuur. Daarna ritste hij zijn felgroene motorjackje open en haalde uit zijn binnenzak een groen kaboutermutsje en zette dat met zorg op zijn hoofd. Daarna wiste hij met een geel/groen gestippelde zakdoek het zweet van zijn voorhoofd. Hij voelde of zijn baard netjes hing en maakte toen een hoffelijke buiging in mijn richting.

- Goede avond mevrouw, begon hij, neemt u mij niet kwalijk dat ik zo onverwachts bij u op de stoep sta, maar het noodlot heeft mij hiertoe gedwongen.
Nauwelijks van mijn verbijstering bekomen - je ziet niet elke dag een kabouter die zijn motorfietsje tegen jouw stoeprand parkeert- ratelde kabouter gewoon door.
- Laat mij mezelf even voorstellen. Al zou u inmiddels moeten weten wie ik ben. Ik ben Ralfje de Ermse kabouter en opzoek naar Willy die naar men zegt mijn verhaal gaat schrijven.
Hij wiste nogmaals met zijn zakdoek langs zijn voorhoofd en keek mij verwachtingsvol aan.

- Een Ermse kabouter? Die bestaat toch zeker niet en over welk verhaal heb je het?
- Hoe moet ik dat nou weten, viel de kabouter uit, jij hebt me bedacht, net als die Kewukkel van je. En ik ben niet van plan om net als dat nepfiguur honderd jaar in een la te verdwijnen. Dus als je dat verhaal bedenkt, schrijf die Kewukkel er dan ook maar meteen in.
Een fabelfiguur alleen op avontuur is een beetje magertjes, vind je niet?

Had ik dit bedacht? Een brutale kabouter die om een verhaal verlegen zat en mij ongevraagd met jij en jou aansprak? Eens op vakantie had ik ergens langs de snelweg in de buurt van Erm voor de lol een kabouter bedacht. Een kabouter die door het hoge gras langs de Ermse bermen rende. Vermomd als kilometerpaaltje holde hij hard mee met de auto waarin ik reed. Je zag hem echt overal staan.

Ralf was geboren.
En nu stond hij op de stoep en eiste nota bene zijn verhaal op.

- Geef me om te beginnen maar eens een plaatsje om te wonen!
- Zeg, begon ik voorzichtig, als ik het verhaal moet bedenken wil ik niet hebben dat jij je er steeds mee bemoeit hoor! Anders zoek je maar iemand anders die een verhaal voor je bedenkt!
De kabouter liep rood aan van woede smeet zijn mutsje op de grond en sprong driftig op en neer.
- Je snapt er niets van, domkop dat je bent, dat dit mij moet overkomen.
Een bedenksel te zijn van zo'n oliedom schepsel.
Hij pakte zijn mutsje weer op en sloeg het stof er af en zette het weer op zijn hoofd. Alleen jij kan mijn verhaal schrijven omdat je mij bedacht hebt.

Langzaam begreep ik dat ik gedoemd was tot het schrijven van een kabouterverhaal.
- Toch wil ik niet dat jij je er mee bemoeit, ging ik verder. Als je dat wel blijft doen blijf je een simpel bedenksel en zal ik je verhaal nooit schrijven. Of het wordt net zo verdrietig als het lied van de huilkabouter. Dus kalmeer een beetje.
Het dreigement deed zijn werk. Ralf koos eieren voor zijn geld en vroeg mij het gedicht over de huilkabouter voor te dragen en dat ging als volgt;


Er was eens een kaboutertje
Dat wilde geen kabouter meer zijn.
Hij vond zichzelf helemaal niet mooi
En daarbij ook veel te klein.

Hij wenst op een dag dat hij groter was.
Zijn baardje hing hij in de boom.
Groter werd hij nog dan zijn huis
Het was net een mooie droom.

Hij stampte lachend door het bos.
Al zijn vriendjes renden heen,
Nu was hij wel stoer, groot en sterk,
Maar verschrikkelijk alleen.

Nu hij zo groot is voelt hij zich
Kleiner dan hij vroeger was.
Van eenzaamheid huilt hij,
O' droefenis een hele volle plas.

Nu zit hij wenend en alleen
Triest bij het kaboutermeer
Vertreurt zijn dagen, lacht nooit meer
En huilt zijn ogen zeer.


Nadat hij het trieste versje over de huilkabouter had aangehoord ging hij mokkend op een uitstekende steen zitten.
- Mooie avond voor versjes, vind u niet? Temerig ging hij verder. Werkelijk een mooie avond voor het schrijven van een heel boeiend avontuur voor een kabouter.

Er moet stoom uit mijn oren en neusgaten zijn gekomen, want schijnheilig boog de kabouter gniffelend en mompelde 'geintje'. Waarna hij het stoepje bij de voordeur beklom.
Het liefst zou ik hem zo kleinmaken dat ik hem helemaal niet meer kon vinden.
Toch eisen ook kleine ideeën hun plaatsje op, en vragen om aandacht.

En zo gebeurde het dat op een mooie lenteavond Ralf bij mij in huis kwam wonen, in het koperen spiegelkastje met de gebarsten spiegel. De borstels werden er uit gehaald, zodat Ralf zijn jasje, broekje en mutsje aan de haakjes kon ophangen wanneer hij ging slapen. Zijn motorfietsje werd in de gang geparkeerd naast de paraplubak. Uit de zijtas van het motorfietsje haalde Ralf een schilderijtje dat hij boven zijn bed hing.

Een schilderij dat het uitzicht vanuit zijn huis in Erm moest voorstellen; een glooiende berm die doorliep tot aan het water, zo'n klein meertje dat je wel eens ziet bij afritten van snelwegen, verder weg in het landschap zag je duidelijk de snelweg waar ik hem voor de eerste keer had gezien.

Wordt vervolgd

Schrijver: Willy Vittali, 8 november 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.2 met 4 stemmen 359



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
8 november 2008
Email:
ag.schulztiscali.nl
Subliem Willy! Mijn reeds jaren door mij het zwijgen opgelegde alter ego Freek (liet mij toen "theoporaal"in de steek) maakte mij attent op Ralfje. Ik kijk al weer met interesse naar het tweede sprookje uit, te meer omdat mijn inspiratiebron op dit moment lijkt te zijn opgedroogd. Valt m.i. niet mee om sprookjes voor volwassenen te bedenken; jij kunt dat wel, want je bent nu eenmaal een duizendpoot, die mij ooit inspireerde om mijn vertelling "Nummer 29"te schrijven. Succes toegewenst.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)