Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ralfje 3

Bezoek

- Zeg, begon Ralf voorzichtig, wanneer denk je nu eindelijk eens aan mijn verhaal te beginnen, ik ben hier nu al een nacht en je hebt nog geen letter op papier staan!
Het begon mij een beetje te vervelen, dat gezeur aan mijn hoofd over ‘dat’ verhaal. De vakantie stond voor de deur en daar had ik het al druk genoeg mee.
- Voorlopig zul je even moeten wachten. Het klonk snibbiger dan ik bedoelde, mijn hoofd staat er nu echt niet naar. Jouw verhaal gaat even in de spreekwoordelijke ijskast tot na de vakantie.

- Ehh… wat is vakantie en hoelang moet ik met mijn ongeschreven verhaal in die ijskast zitten?
Het was om dol van te worden. Had ik me daar een domme kabouter bedacht, daar moest verandering inkomen.

- Ik bedoel niet dat je echt in een ijskast moet gaan zitten, het is maar bij wijze van spreken. Ik vraag je alleen en beetje geduld te hebben.
Voor hij weer ehh kon zeggen vertelde ik hem van de vreemde gewoonte die mensen hebben. Die malle gewoonte om na een jaar hard werken hun vrije tijd ergens anders door te brengen. In de zon gaan zitten uitrusten of op de fiets of te voet door vreemde streken trekken. Ook vertelde ik over de boten, de auto's en de drang naar verre vreemde landen.

En waar ga je dan naartoe? Vroeg hij beleefd.
Wij, mijn man Emile en ik, gaan naar Bretagne in Frankrijk dit jaar.
Ik denk dat er in Frankrijk, om precies te zijn in Bretagne een zeer leuk verhaal over een Ermse kabouter valt te beleven, zeurde hij opnieuw.
Nee, dat denk ik niet, en hou nou op over dat vervelende verhaal, viel ik boos uit.

Met een beteuterd gezicht staarde Ralf voor zich uit.
Drie weken zou hij met de Kewukkel in ons huis achterblijven, dat vond hij niet leuk.
Er vloog iets langs het raam, een witte vogel cirkelde voor het raam langs alsof zij naar binnen probeerde te kijken, dat was mal. Toen streek zij op de stoep neer en even later zag ik het dier aan de overkant op het hek van de jachthaven zitten.

De gekke spreuk van de Kewukkel schoot me door het hoofd. ‘Pas op de vogel op het hek’. Daarna had het schepseltje een versje opgezegd over een vogel.

Er zat een vogel op het hek, z’n kopje scheef,
Alsof ze wist dat je een verhaal voor Ralfje schreef,
Kijk, de vogel toch eens kijken,
Dat is malligheid ‘t zal alleen zo lijken.

Haar kopje scheef, de manier waarop ze keek,
Met haar snavel haar verwaaide verenpak glad streek,
Toen kwam ze voorzichtig dichterbij.
En jawel ze knipoogde naar mij.

En straks zullen we het nog beleven,
Dan komt ze vragen of het verhaal
Voor Ralf al is geschreven!

Er werd driemaal op de deur geklopt. Ik liep naar de deur, deed hem open, keek links, keek rechts maar zag niemand. Zeker kinderen uit de buurt die belletje trek speelden, ze zaten vast in de steeg naast het huis. Ik sloot de deur. Tot mijn verbazing was Ralf niet meer alleen in de kamer.

Ralf stond vol aandacht te luisteren naar een klein mannetje dat druk tegen hem stond te praten. Ze waren bijna even groot. Het mannetje droeg een donkerbruin jasje alleen versiert met een rand van ingewikkeld vlechtwerk. Zijn broek was lichter dan het jasje. Zijn voetjes staken in stoer uitziende laarzen die bijeen werden gehouden met leren veters die er kruiselings omheen waren gebonden. Op zijn hoofd droeg hij een zwart plat hoedje met een brede -eveneens gevlochten- rand, waarin hij een bloempje van een hortensia had gestoken. Hij zag me naar het bloempje kijken en wees er naar.

- Tres beau, demat Madame, hij boog in mijn richting. Demat Ralf'.
En toen hij het laatste zei, boog hij naar Ralf. Het klonk Frans.
Wat is dit nu? Ik haalde mijn schouders op.
Het mannetje begon opnieuw te spreken.
- Nous sont Korrigans. Het ventje bood Ralf een prachtige glazen knikker aan.
- Mooi, dank je wel, zei Ralf en hij keek mij vragend aan. Hij wist ook niet wat hij er mee moest.
Het mannetje knikte ijverig.
- Pour toi !

Toen hield hij op zijn beurt zijn handje op alsof hij iets van Ralf wilde hebben. Ralf gaf ogenblikkelijk de knikker terug maar het mannetje schudde opnieuw met zijn hoofd.
Kijk even in je handboek stelde ik voor. Het handboek voor de kabouter op reis, misschien staat er iets in over vreemde kabouters. Ralf rende naar het kastje en viste het handboekje uit zijn reistas. Toen hij terug kwam rennen zweefde de Kewukkel in haar doorschijnende hoedanigheid achter Ralf aan.
Ik zie grote problemen! Kijk uit Ralf, grote problemen.

Ralf luisterde niet naar de Kewukkel en draafde zo snel zijn beentjes hem konden dragen terug. Hij zag in zijn haast het afstapje niet en rolde pardoes de kamer in. Met een prachtige zwaai vloog het boekje uit zijn handjes en kwam een eindje verder in de kamer terecht waar het opengeslagen bleef liggen.

Het handboek had de vorm van een hand waarvan de wijsvinger was uitgestoken. En het was vreemd om te zien hoe het boek tot leven kwam en in zichzelf begon te bladeren. Een wijsvinger sloeg keurig de bladzijden om tot de juiste bladzijde voor Ralf open lag. Uit het boek rolde een zelfde knikker als Ralf van het mannetje had gekregen.

En het boek sprak luid en duidelijk met een metaalachtig stemmetje;
Taalkristal: wanneer men door vreemde streken reist en anderstaligen ontmoet wisselt men een taalkristal uit om taalproblemen op te heffen.
Ralf raapte het kristal van de grond, poetste het met zijn gestippelde zakdoek netjes op en gaf hem aan het mannetje.

Deze pakte hem verheugd aan. Toen hij opnieuw sprak konden wij elkaar verstaan alsof er geen taalverschil bestond. Er was een wondertje gebeurd en ik begon me af te vragen waar dit nu weer zou eindigen.

Wordt vervolgd

Schrijver: Willy Vittali, 10 november 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.7 met 3 stemmen 282



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)