Dag lief meisje -deel 3
Na een tijdje werden ze naar een afdeling gebracht waar ze een eenpersoonskamer kregen. Hun meisje, dat inmiddels ook op de kamer was, lag in een glazen bedje. Het naamkaartje met haar volledige naam lag boven haar hoofdje.
Het echtpaar werd even alleen gelaten. De tranen vloeiden rijkelijk, ze probeerden elkaar te troosten. Één ding stond vast: ze hadden elkaar en hun driejarige jongetje nog. Hoe moesten ze het hun mannetje vertellen dat zijn zusje overleden was? Niemand wist het nog van de familie. Ze dacht aan haar lieve vader die ziek was. Zou hij het kunnen verwerken? Haar vader dementeerde al een tijdje.
Enige tijd later werd er zacht op de deur geklopt. Een tengere zuster kwam binnen. Ze condoleerde het stel met het verlies van hun dochter. Ze vertelde dat ze het meisje wou wassen en haar haar eigen kleertjes wou aantrekken; Lisette droeg nog de kleertjes van het ziekenhuis.
‘Wil je het zelf doen?’, vroeg ze voorzichtig, terwijl ze de wasbak vol liet lopen met water.
‘Nee, nee’, antwoordde ze geschrokken. Ze had veel mensen verzorgd die overleden waren, maar haar eigen meisje? Nee, dat kon ze niet.
Terwijl ze ongemakkelijk op het bed zat omdat haar onderlichaam vreselijk pijn deed, zag ze hoe de zuster het kleine lichaampje van haar meisje verzorgde. Even voelde ze de behoefte om het toch zelf te doen en liep naar de wasbak waar haar meisje liefdevol werd verzorgd. Ze bedacht zich toen ze het kleine levenloze lichaampje op het aankleedkussen zag liggen. Het meisje was zo klein dat het kussen een bed leek onder het lichaampje. Het luiertje dat ze droeg was van het kleinste formaat, maar het hing als een grote zak om haar kontje.
Toen het meisje helemaal aangekleed was, werd Lisette in de armen van haar moeder gelegd. De zuster maakte nog wat foto’s en liet daarna het stel alleen om in alle rust bij hun meisje te zijn. Hand in hand bekeken ze het meisje van top tot teen. Alles zat erop en eraan. Ze was zo mooi en zo compleet, maar ook te ziek en te teer om haar leven te kunnen leiden.
‘Het is goed zo’, zei ze, terwijl de tranen haar over de wangen stroomden. Ze pakte haar man stevig vast.
‘We hebben elkaar, lieverd, en ons mannetje’. ‘Ja, daar gaan we voor’, zei haar man die haar tegen zich aandrukte.
Zachtjes ging de deur open. ‘Willen jullie iets eten?’, hoorde ze zeggen door een lief zustertje dat in de deuropening stond. Hoewel ze nog helemaal trillerig was van de bevalling, had ze geen trek; toch stemde ze ermee in om iets te eten.
Een tijdje later kwam het vrouwtje terug met een dienblad met dampende soep en brood. Ook had ze een kaartje bij zich waarop stond ‘Bezoek melden bij de balie’. Ze hield het kaartje omhoog en zei ‘Dit plak ik op de deur’.
Na het eten was het tijd geworden om de familie te bellen. Lisette werd even naar een speciale kamer gebracht zodat het stel even tot rust kon komen en de familie op de hoogte kon stellen.
Deze moeilijke taak nam haar man op zich. Vele telefoontjes werden gepleegd. Haar lieve vader werd niet gebeld omdat haar zus het beter vond om naar haar vader toe te gaan om het hem te vertellen.
Langzaam werd het donker buiten, af en toe zakte ze weg door de morfine die ze had gekregen tijdens de bevalling.
Ze werd wakker doordat de deur open ging. Haar lieve schoonmoeder en hun driejarige zoontje stapten binnen. Ze sprong op alsof er niks gebeurd was en pakte haar jongetje op. Ze kuste hem en drukte hem tegen haar hart, de tranen vielen op zijn stekelige haartjes.
Als snel kwam haar schoonvader samen met haar zwager binnen. Normaal was haar zwager een sterke, stoere vent; nu was hij een emotionele man, net als zijn vader die naast hem stond.
Toen iedereen een beetje tot rust gekomen was, werd er opnieuw geklopt. Daar zag ze haar lieve vader die aan de arm van haar zus liep. De man, die helemaal buiten adem was door zijn longaandoening, liep naar zijn jongste dochter die op het bed zat. Hij sloeg zijn armen om haar heen.
Ze voelde zijn hart onregelmatig tegen haar lichaam tikken.
‘Ze is overleden, papa’, zei ze met gebroken stem en begon te snikken. Haar vader, die bijna geen lucht kon krijgen, werd liefdevol door haar schoonmoeder naar een stoel naast het bed gebracht.
Haar man, die inmiddels met zijn vader en broer naar Lisette was gaan kijken, kwam weer terug en stelde voor dat hij en zijn vrouw samen met hun zoontje naar het kleine meisje toe gingen.
Het jongetje liep naar het bed waar zijn zusje in lag en bekeek haar uitvoerig. Met zijn kleine handje streek hij over haar bolletje. ‘Ze doet het niet’, zei hij met een lief kinderstemmetje en liep naar een groot bed dat ook in die kamer stond. ’Waar is dit knopje voor?’, vroeg hij en wees naar de afstandsbediening van het bed.
De avond verstreek en het bezoek ging weg. Doodmoe en verscheurd van verdriet bleven ze achter. De verpleging had een bed naast het hare gezet, zodat haar man daar kon slapen.
Die nacht sliep ze nauwelijks ondanks de slaapmedicatie. Spookbeelden van overleden kindjes trokken aan haar geestesoog voorbij. Toen ze eindelijk in slaap was gevallen, werd ze gewekt door een zuster. De controles na een bevalling gingen gewoon door, of het kind nu overleden was of niet, evenals de naweeën.
Ze voelde zich leeg, eenzaam en verdrietig, maar ook teleurgesteld. ‘Zo veel pijn voor niks’, zei ze tegen de zuster die bloed kwam afnemen. De zuster wist duidelijk niet wat ze moest zeggen en voerde haar handeling zwijgend, maar met een alles zeggende blik uit. Een lange zware dag lag voor hen, alles moest nog geregeld worden.
Geplaatst in de categorie: afscheid
Ja, Esther zwijgen was beter geweest voor Freek.
Hij deed vrij lomp en onbehouden en kan vaak niet anders dan mensen op hun hart trappen.
Ja, respect Regatta dat mis ik bij Freek.
Helaas was ik die moeder.
Als je geen beter commentaar hebt, laat dan maar.