Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE GOUDSBLOEM VERTELT

Op een zoele zomeravond liep de oude baron wat rond in zijn grote tuin, die je wel een park kon noemen. Met vreugde keek hij naar de wingerd en de klimop, die bijna de hele achtergevel van zijn kasteel bedekten.
Een nauwelijks hoorbaar zuchtje blies vlak over de grond. Zilveren rillingen gingen door het gras. De bloemen knikten tevreden.
Bij de goudsbloemen stond de baron stil.
"Hoor die mooie oranje kronen tegen elkaar fluisteren," dacht hij. "Zijn het mijn eigen gedachten, die ik in het vleugje wind hoor ruisen? Zijn het misschien woorden van mijn kinderen, die zelf ook al kinderen hebben?"
De goudsbloemen spraken hun eigen taal. Deze klonk zacht in het zuchtje. De baron luisterde ernaar alsof hij een mooi concert hoorde. Maar wat ze zeiden, daar begreep de goede man niets van. Maar het is wel zeker dat de grootste van de goudsbloemen een merkwaardige geschiedenis vertelde.
"Vorig jaar stond mijn moeder nog naast me. Ze bloeide zo mooi. Mijn moeder, dat was een goudsbloem, die heel wat meer heeft meegemaakt dan wij.
Dit heeft ze me verteld:

"Als jonge bloem stond ik in een kleine tuin aan de hoge rivierdijk. Dat tuintje was een kleine wildernis van goudsbloemen, die dicht op elkaar groeiden. Ze hoorden bij een klein, wit huisje met een rieten dak, half ingezakt.
Wij goudsbloemen glommen zo prachtig in de zon. De oude man, van wie wij waren, deed alles om ons zo groot en mooi mogelijk te maken. Telkens kwam hij er met kruiwagens vol mest van sterke koeien en paarden aan. Die goede voeding werd tussen ons ingegraven. Elke dag liepen de man en zijn vrouw om hun tuintje heen. Dan keken ze heel strak, haast dreigend, op ons neer. "Worden jullie nu wel mooi en groot genoeg naar onze zin?" schenen ze te willen zeggen.
Alle goudsbloemen voelden zich onderdrukt. Daarom groeiden we niet zo hard als onze eigenaars verlangden. Maar de man nam nog meer maatregelen. Als het regende, vond hij dat wij daar nog niet genoeg aan hadden. Samen met zijn vrouw liep hij met een grote handkar vol emmers naar het weiland van de boer. De regendruppels die van margrieten, grasklokjes en koekoeksbloemen hingen, kwamen in hun emmers. Spoedig kregen wij water vol bloemengeur over ons heen. Wat werden we verwend! Maar toch... Die onderzoekende en doordringende ogen van die beide oudjes... "Gaat het nu met jullie zoals het hoort?"

Wij konden wel horen wat er in het witte huisje gebeurde. Daar klonken vaak ruwe scheldwoorden, afgewisseld door hoog en schel gekijf. Wat man en vrouw vaak ruzie maakten! Af en toe drong ook het gerinkel van scherven tot ons door. Er werd kennelijk gesmeten!
Soms renden ze elkaar achterna, langs de tuin en om het huis heen. Zij had dan een grote pan in de hand en smeet die tegen de rug van haar man. Och, die stumper moest zich bukken van pijn. Maar daarna gaf hij zijn vrouw een flinke tik in haar gezicht.
Wij vonden dat zo akelig. We treurden altijd om hetgeen we zagen gebeuren. Tenslotte hingen we slap en dof aan onze stengels. We waren echt niet mooi meer. Het oude echtpaar wilde ons kwijt en verkocht ons allemaal aan verschillende mensen.
Waar de meeste goudsbloemen van het kleine tuintje terecht zijn gekomen, weet ik niet. Ik kwam in ieder geval bij de baron. Hier waren mensen, die altijd met vreugde naar me keken. Wat voelde ik me sterk! Trots en stevig stond ik op mijn stengel."

"Dit is het levensverhaal van mijn moeder," zei de grootste goudsbloem van de kasteeltuin.
De oude baron ging naar binnen om een glaasje wijn te drinken. Alle bloemen van de tuin keken met liefde hun baas na. Rustig en voldaan lieten ze hun gedachten meezweven met het laatste zuchtje, dat hen nog even deed wiegen. Daarna sliepen ze in.
De uilen begonnen te roepen, vlogen heen en weer tussen bomen en struiken. Soms zeilde één van die nachtvogels rakelings langs het kasteel.

De volgende avond kwam de baron er met een klein meisje aan.
"Opa, wat heerlijk om voor een paar dagen bij u te zijn!" riep het kind uit. "Wat bloeit alles hier prachtig!"
O, die goudsbloemen! Allemaal voelden ze opeens een geweldige kracht in hun stengels. Ze hadden zo'n zin om razendsnel te gaan groeien. De lippen en de oren van dat meisje aan te raken. Zich om haar hoofd slingeren! Gelukkig voor hen knielde ze neer, rook aan hun lichtoranje hoofden.
De zefier ruiste in de goudsbloemen, die het meisje wat verhaalden. Ze vertelden haar de geschiedenis, die de vorige dag gehoord was. Elke bloem vertelde weer een beetje anders. Het kleindochtertje van de baron zal hetgeen ze verstond aan haar vriendinnen laten weten. Later zullen ook haar kinderen en kleinkinderen dit horen. Maar hoe zal dan het verhaal van de goudsbloem klinken?

Schrijver: Han Messie, 18 juni 2011


Geplaatst in de categorie: adel

5.0 met 1 stemmen 245



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Marijke Vos
Datum:
8 oktober 2011
Email:
marijke.voshome.nl
Wat een mooi verhaal! Tja zolang de baron de baron blijft, zal het verhaal toch hetzelfde blijven....in álle vrijheid kunnen bloeien en jezelf verrijken in die vrijheid, zal voor mijn goudsbloemengevoel aan de Baron liggen, die niemand dwingt...nogmaals mooi geschreven!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)