Regels [1]
De bijstand is als een dominante moeder die haar kinderen onder controle houdt en ze voor later geen eigen leven gunt. Inmiddels heb ik geld zat om een weg uit de bijstand te vinden omdat ik een erfenis ontvang. Maar ik vrees: regels zijn REGELS. Ook al ben ik een uitkeringsgerechtigde die recht heeft op gemeenschapsgeld én daarmee recht op een betaalde baan, ik dien mijn uitkering eerst terug te betalen om er vervolgens van te leven en daarna terug te keren naar de bijstand met alle rompslomp van dien. En dat ná alle rompslomp die ik had sinds mijn zoon 18 is geworden. Maar schermen met de geldkraan, druk op de werklozen leggen, maakt ze bitter, depressief, gespannen, bang en crimineel. Regels beklemmen de zelfredzaamheid. Alsof de overheid geen zelfstandige mensen wil, alsof de overheid blinde gehoorzaamheid eist van mensen die zij kan controleren op elke scheet die ze laten. Oké, dan maar in de bijstand. Ik heb genoeg vrije tijd, ik kan gaan en staan waar ik wil, een baaldag hebben of even ziek zijn zonder dat één overheidsdienaar ernaar kraait. Ik ben op deze zevende dag begonnen met het nog eens uitlezen van het hele oude testament in de NBV, met de Statenvertaling ernaast. 'In den beginne… de eerste dag'.
Met de Bijbel op schoot nestel ik me op de bank. Het leek erop alsof mijn lichaam bang was om zich weer te ontspannen. Alert voorbereid op een nieuwe klap. Het zat muurvast. Na 48 uur, pas tijdens een megawandeling door de papperige plassen tussen het strakke naakte hout, omringd door mist en een koor vogels die eindelijk ophielden met het fluiten van: geld, geld, geld! Ze waren begonnen met het blaadjes-aan-de-bomen-zingen. En zo kon ik mij ontspannen en vond een beetje knusheid terug in mijn eigen thuis. Vrede!
De Eeuwige wil dat wij leven in vrede en goede gedachten bedenken om te doen. Dat is eigenlijk alles wat de mensen moeten doen om Hem te behagen vanaf de eerste bladzijden in de Bijbel. Omdat dit moeilijk bleek te zijn, koos Hij zich een volk. Israël. En Hij gaf hun zijn wet. Daarin staat nauwkeurig beschreven wat goed leven is. Maar daarvan bouwden ze zich een afgod. Dat is een soort regelnicht zoals een Europese overheid. Ze blokkeerden de weg naar het Koninkrijk, zoals nu de overheid de weg naar de vindingrijke zelfredzaamheid, door hun onderdanen loodzware jukken op te leggen: gij zult niet, gij zult, gij zult voorál niet. Zoiets als de slang die zei: ik heb gehoord dat jullie van geen enkele boom mogen eten? Maar de vrouw was niet dom en zei: nee hoor, dat heb je verkeerd, we mogen van álle bomen eten behalve deze.
Dat is maar één boom. Één regel. Van die éne boom eten zou hun dood betekenen, had de Eeuwige gezegd. Maar de slang meldde dat ze niet zouden sterven. Ze zouden kennis en wijsheid verkrijgen en daarmee is immers ook niks mis. De Eeuwige was van Plan hun kennis en wijsheid te geven aangezien alle mogelijkheden daarvoor in Eden lagen te wachten - als je goed leest wat er staat - want Hij was nog lang niet klaar met scheppen. Ná de zevende dag komt onverbiddelijk de eerste werkdag inspiratievol aankuieren omdat Hij immers de dag en de nacht al geschapen had waaraan ook Hij zich hield. Bovendien had Hij álle dagen tijd tot in eeuwigheid. En in zijn Plan mocht vooral de dood niet meespelen.
Kortom, de Eeuwige had maar één verbod! Eentje maar! En die diende enkel voor hun eigen en wel eeuwig welzijn en geluk! Eeuwig! En zelfs dit verbod werd verbroken door de mens. Dús eigenlijk moet je keiharde regels maken óm de mens tot ongehoorzaamheid te verleiden, zodat je nog meer en nog strengere regels kunt maken om te voorkomen dat ze naar eigen inzicht kunnen handelen. Problemen maken met als doel óm ze op te kunnen lossen zodat er meer werkgelegenheid is en de loonbelasting wordt betaald. Kassa!
Geplaatst in de categorie: welzijn