Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Visite

''Je was net de deur uit toen de telefoon ging, het was Alie en ze vroeg of jij zin had met Wim mee te gaan naar het ziekenhuis.''
''Is er wat gebeurd dan?''
''Neen, het zit zo, Wim had wel eens tegen de hoofdzuster gezegd, dat hij zomaar iemand wilt bezoeken, die nooit bezoek krijgt. Hij kent die zuster goed, omdat ze van hem bijbelles krijgt en nu was er zo iemand, een bejaarde dame.''
''Goed Mien, dat wil ik wel, maar is die dame wel bereid iemand op bezoek te krijgen?''
''Volgens die zuster wel, want die had het met haar erover gehad.''
''Wanneer is het?''
''Morgenmiddag, om drie uur.''

De volgende dag gingen Wim en Wouter samen naar het ziekenhuis en kocht Wim in de hal een bosje rozen en werden ze ontvangen door een jonge blonde zuster.
''Dag heren, waarmee kan ik u helpen?''
''Wim:
''Dag zuster, we hadden een afspraak met de hoofdzuster Rebecca, ze had ons gevraagd of wij bereid waren een dame te bezoeken, die nooit bezoek kreeg.''
''Het spijt me heren, daar weet ik niks van. Was u er maar eerder geweest, want een half uur geleden was hier in de hal een rel en het ging om Rebecca. Ze kreeg ruzie met haar man, want die had het erover, dat zij het met een dokter hield.

Wouter moest glimlachen en dacht, in een ziekenhuis gebeurt ook van alles, net als in de series op de televisie.
''Kunnen we haar nog spreken, zuster?'', zei Wim.
''Ik zal het proberen, want ze zal wel op de eerste hulp zijn.''
''Is ze gewond dan?', zei Wim.
''Ik denk het wel, want ze bloedde aan haar hoofd.''

Even later verscheen ze in de hal met een pleister op haar neus.
''Sorry mannen, mijn man was weer eens jaloers, omdat hij denkt, dat ik te joviaal met dokters omga. Ik heb niks met dokters, maar kan ik er wat aandoen, dat ze mij af en toe in mijn kont knijpen?''
''Dat is toch prettig, zuster'',zei Wouter, waarna ze hem vuil aankeek.

''Toch ben ik blij, dat de heren gekomen zijn, alleen ken ik u niet'', zei ze tegen Wouter.
''Dat is mijn buurman, die ik het geloof heb bij gebracht'', zei Wim.
Wouter dacht, wat een ouwehoer is hij toch, die halvegare.
''Goed zo Wim, God belooft twee dingen, hij geeft ons kracht en genade en dat Zijn liefde ons nooit zal verlaten.''
''Dat heb je goed onthouden, Rebecca.''

Hierna werden ze toegelaten in een kamer, waar één bed stond, waarop een oude vrouw lag.
Rebecca:
''Dag mevrouw Netanya, hier zijn twee heren die U een bezoekje komen brengen.''
Ze nam de rozen en zette die in een vaas op het tafeltje naast het bed en ze verliet de kamer.
Wouter wist niks te zeggen en voelde zich opgelaten, maar gelukkig nam Wim het woord. De oude vrouw keek de heren wantrouwend aan, maar na een poosje gaf ze de heren een hand en zei, dat ze hartelijk welkom waren. Zuster Rebecca had haar al verteld, dat twee heren op bezoek zouden komen.

Wim begon het gesprek:
''Mevrouw Netanya, ik heb gehoord, dat u nooit bezoek krijgt en daarom hebben wij besloten u een bloemetje te brengen. Ze noemen mij Wim de gelovige, omdat ik bijbelles geef in onze gereformeerde kerk en hij is mijn buurman Wouter. Hij is bijna tachtig en was ambtenaar en ik ben pas gepensioneerd als technisch medewerker bij Philips.''
Wouter dacht, dat liegt ie, hij was gewoon vuilnisman in Assen.
Hoe gaat het met u, mevrouw?''

''Zal ik de heren vertellen, ik lig hier met een ongeneeslijke ziekte en zal niet lang meer leven. Ik ben joods en kan mijn vader en moeder niet herinneren. Ik weet wel, dat ik als driejarige een andere vader en moeder kreeg, helaas zijn die overleden. Toen ik ouder werd vertelden ze mij, dat mijn ouders mij bij hun hebben achtergelaten, om niet vermoord te worden door de Nazi's, omdat ze wisten naar een concentratiekamp gebracht te worden en u weet vast wel, wat er met de joden is gebeurd. Mijn pleegouders waren heel lieve mensen en hebben mij laten studeren tot kinderarts. Getrouwd ben ik niet geweest, maar ik begon drugs te gebruiken en dat werd mijn ongeluk, ik kreeg ontslag toen ik vijftig was en bleef alleen. Twee jaar geleden kreeg ik borstkanker en dat is uitgezaaid.''

De mannen waren diep ontroerd en namen op verzoek van de hoofdzuster na een kwartier afscheid van de vrouw. De vrouw kreeg tranen in haar ogen en bedankte de mannen voor het bezoek, de enige in vele jaren. Toen ze de kamer verlieten zwaaide ze langzaam met haar handen naar ze.

Schrijver: kees niesse, 6 maart 2012


Geplaatst in de categorie: ziekte

3.0 met 1 stemmen 147



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)