Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

FRANCOISE D’ AUBIGNÉ

‘Ik heb geluk gehad, oh ja, uiteindelijk heb ik enorm veel geluk gehad.’
De oude vrouw lag op haar sterfbed en snakte naar adem. Velen hadden al afscheid van haar genomen, zelfs Tsaar Peter de Grote had haar bezocht, en wie was zij nu helemaal?
Een omhooggevallen kind van een ooit welgestelde gokverslaafde en de dochter van een cipier. In de jaren dat haar vader gevangen zat, na zijn debacle op Martinique, werd ze opgevangen door zijn zuster. Deze woonde op een kasteel. Ze had er een heerlijke jeugd gehad, zorgeloos was ze en geliefd.
Haar tante onderwees haar en zij werd opgevoed in de protestantse leer. Alles ging goed, tot op een dag, een zuster van moederskant haar opeiste. Deze tante was streng katholiek en eiste dat haar nichtje zich zou bekeren.
Na een lange periode, vol wrede kastijdingen, drong langzaam het besef tot haar, Françoise door, dat haar niet veel anders restte dan kloosterlinge te worden.
Toen, maar net op tijd, greep Paul in. Het was de veel oudere, kreupele dichter, die al lang gemerkt had, dat ze als zestienjarige over een scherp verstand beschikte. Ze werd zijn protegé en na korte tijd vroeg hij haar ten huwelijk. Dat een mooie japon zou haar beter staan dan een habijt, was hem niet ontgaan!
Paul Scarron introduceerde haar in de welgestelde kringen waarin hij vertoefde en nam haar mee naar ieder feest. Via hem leerde ze veel belangrijke denkers en schrijvers kennen.
Toen hij na tien jaar huwelijk stierf, hoopte hij dat hij haar in goede handen achterliet en dat zijn vrienden zich over haar zouden ontfermen. Ze bleef trouw literaire salons organiseren, ook al was ze arm. Na een jaar of negen werd ze gevraagd gouvernante te worden van de kinderen van Madame de Montespan en Lodewijk X1V. Ze hadden een goede leermeesteres aan haar. Toen ze haar taak glansrijk had volbracht, schonk de Zonnekoning haar het kasteel Maintenon en mocht zij zichzelf Madame de Maintenon noemen. Hij richtte er voor zichzelf ook vertrekken in en zij, Françoise, werd zijn minnares. Op haar aandringen erkende hij de acht bastaardkinderen van hem en Madame de Montespan. Wat had zij een invloed gehad op haar minnaar; ook politiek gezien!
Toen ze op een dag gevraagd werd de hoofdkamenier te worden van Lodewijks schoondochter, stemde ze met pijn in haar hart in en verliet het haar zo dierbare landgoed. Iedere dag brachten haar dienaren verse groeten en fruit vandaar naar Versailles. Dat verzachtte haar heimwee een weinig. Ze was al vijfenveertig toen Lodewijk haar- koningin Maria Theresia was gestorven- officieel, maar in het geheim huwde, al was zij van veel lagere afkomst dan hij. Wel bouwde hij een clausule in voor de verbintenis. Zij mocht nooit enige aanspraak maken op zijn geld en bezit, en mochten er nog nakomelingen opdoemen, zou hij die niet erkennen.
Na zijn dood richtte ze een tehuis op voor verarmde adellijke jongedames.

Ze kreunde licht, de oude vrouw op haar sterfbed. Nog even en ze zou haar allerlaatste zucht slaken. Intussen popelde De Zonnekoning van Hemel en Aarde van ongeduld. Zijn gevleugelde dienaren legden haar ‘habit blanc’ alvast klaar. Nog even en ook haar grootvader, ooit dichter en militant propagandist en protestant, Théodore-Agrippa d'Aubigné, zou haar in zijn armen sluiten.

Schrijver: Anneke Haasnoot, 11 juli 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 261



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)