Geprolongeerd afscheid
Voor mijn bejaarde ouders was het kleine, hardstenen beeldje, voorstellende twee grijsgeaderde olifantjes aan weerszijden van een dobbelsteen. Ik schonk het hen ter gelegenheid van hun verhuizing van het grote, vooroorlogse huis waarin ik mijn jeugd had doorgebracht, naar de kleine bejaardenflat.
De symboliek die ik met mijn geschenk beoogde, werd mijzelf pas gaandeweg duidelijk, zij zette als het ware aarzelende stappen over de drempel van mijn bewustzijn; wie zou het eerst vallen?
Mijn sterke ouders waren als krachtige woudreuzen, bestemd voor de kap en overgeleverd aan de grillige willekeur van de bosarbeider. Voor vader zou het eerst de zwarte auto komen met de droevige grijze vaantjes aan de voorzijde, de vaantjes die zozeer verschillen van de joyeuze, vrolijke vlaggen die uitbundig wapperen aan de gevels ten teken van plezier en vreugde.
Er waren nog de avonden met moeder. Mosgroene en mintgroene boomgroepen stonden in colonnes aan de horizon en ademden uit duizenden longen als ik het zware lichaam van de bejaarde vrouw dag aan dag voortduwde over de paden van het honderdjarige park. Innerlijk huilde ik als ze de vogels in de hoge bomen telde en zei: "Nu gaan ze slapen..."
We bezochten "ons weitje" waar de dartele paarden ons begroetten en ik plukte een selectie van de mooiste witte meidoorn en lila rododendrons voor haar, die ze later zorgvuldig en kunstig zou schikken in de bronzen vaas.
Ik voelde me wanhopig heen en weer geslingerd tussen de gouden kooi van de moederliefde en de wurggreep van de afhankelijkheid en kinderlijke gehechtheid en de dringend noodzakelijke maar eenzame zelfstandigheid, in het vooruitzicht van de ongenadige dood.
Want in het ouderlijk huis tikten de naarstige klokken de laatste uren en seconden van mijn samenzijn met moeder weg...
Geplaatst in de categorie: afscheid