Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mien is een goed mens

Het is al laat in de avond. Mien kwam haar stoel uit en er kraakte iets. Een stoelpoot was gebroken. Wouter zag het gebeuren en moest lachen.
''Je bent ook veel te zwaar voor die stoel, we gaan morgen kijken voor een stevige stoel bij de kringloop.''
''Niks geen kringloop, ik doe die stoel niet weg. Je maakt het maar en geef me een paar boeken om de stoel te stutten en schenk een borrel in, luie flikker. Je loopt de deur plat bij die bijbelvorser, maar ik merk niks van beter gedrag van je. Zitten en zuipen, dat ken je.''

Wat nooit avonds laat gebeurde, nu klonk de huisbel.
''Eerst kijken wie voor de deur staat'', riep Mien
Hij schoof het gordijn iets opzij en zag een vrouw met een paar kinderen. Hij schrok en dacht dat het zigeuners waren.
''Het is een moeder met kinderen darling, moet ik opendoen?''
''Ja natuurlijk en vraag wat ze willen, misschien hebben ze hulp nodig.''

Hij deed zijn pantoffels aan en slofte naar de buitendeur en opende die.
Hij keek verbaasd naar de vrouw, die een lange jurk droeg tot bijna de grond en daaroverheen een afhangende donkere jas. Ze rilde van de kou. Het was guur weer en sneeuwvlokken dwarrelden neer. Zes jonge kinderen stonden om haar heen. Knappe gezichtjes en donker krullend haar.
''Dag mevrouw, wat wilt u?''
Ze sprak Engels en Wouter kon haar niet volgen en riep zijn vrouw.

''Kom eens Mien, ik kan die vrouw niet verstaan, ze spreekt een beetje Engels. Jij hebt toch Engels op school gehad?''
Mien kwam de gestutte stoel uit en vloekte als een ketellapper toen de stoel omviel. Ze kwam met grote stappen aangelopen en zei tegen haar vent:
''Wat ben je toch een boerenlul, je kijkt wel naar Engelse films en nou sta je met een mond vol tanden, uilskuiken.''

Het begon harder te sneeuwen en ze begreep van de vrouw, dat ze de hele avond met haar kinderen gezocht had naar onderdak, maar niemand wilde ze in hun huis toelaten en ze had ook geen geld.
Hij riep naar zijn vrouw:
''Stuur ze maar naar Wim de bijbelvorser, die heeft wel plaats, wij kunnen ze hier niet hebben.''
Mien had wel medelijden met ze, maar ze stuurde ze naar het huis van Wim. Hij is immers een Christen en geeft bijbel les. Ze deed haar jack aan en liep een eindje met ze mee en wees ze het huis.
De vrouw bedankte haar vriendelijk met een glimlach.

Ze ging weer naar huis en was van plan naar bed te gaan. Hij lag al onder de dekens, de held op sokken. Net op het moment, dat ze naast hem ging leggen klonk de huisbel weer.
Ze liep weer naar het raam en zag ze weer staan, bibberend van de kou. De kindjes huilden.
''Kom je nest uit ouwe, ze zijn de weer. We moeten ze helpen. Wim heeft ze natuurlijk niet toegelaten, de smerige huichelaar. Morgen zal ik hem wel eens de waarheid vertellen met z'n Christelijke praatjes. Hij heeft een groter huis als wij en verdomd het om de stakkers te helpen. Kom haal dekens en kussens van zolder. Ik laat ze binnen en geef de stakkers brood en warme melk.''

Met veel gevloek kwam Wouter het bed uit en kleedde zich aan en deed wat zijn vrouw had bevolen. Ondertussen liet Mien de vrouw met de kinderen toe en deed de kachel in de huiskamer aan. De vrouw toonde in het Engels de grootste dankbaarheid en bad tot God. Even later zaten ze allemaal om de grote gedekte tafel en aten ze broodjes en dronken ze melk. Wouter kwam beneden met en stapel dekens en kussens. Een bed over had het echtpaar niet, dus moesten ze op de grond slapen, maar ze waren blij. Je laat geen moeder met kinderen in de sneeuw buiten lopen als ze om onderdak smeekt. De reden waarom de moeder op straat loopt doet niet terzake.

De moeder nam plaats in de fauteuil van Wouter en de kinderen sliepen op de grond. Mien liet de kachel zachtjes aan. Inmiddels was het al twee uur in de nacht toen het oude echtpaar naar boven ging om te slapen. De volgende morgen waren de oudjes weer vroeg op. Hij moest naar de warme bakker twintig broodjes halen en twee ontbijtkoeken en bij de melkboer melk om pap voor de kindjes te maken.
Mien nam het besluit het Leger des Heils te bellen. Ze vertelde, dat ze onderdak had verleend aan een vrouw met zes kinderen, maar dat ze dat niet vol kon houden, gezien hun hoge leeftijd. Ze zouden worden opgehaald, werd haar gezegd. Tegen tien uur in de ochtend stopte een auto van het Leger des Heils voor de deur. De moeder en de kindjes omhelsden de oudjes en namen afscheid.

Tegen elf uur kwam Wim de bijbelvorser aan de deur, zoals gewoonlijk om over het geloof te praten en koffie met een borrel te drinken. Mien liet hem niet toe en vertelde hem luid en duidelijk hoe ze over hem dacht.
''Opzouten jij'', riep ze hem na.

Schrijver: kees niesse, 9 november 2013


Geplaatst in de categorie: liefde

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 76



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)