Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE DWERG IN DE BOOMGAARD

In een grote appelboomgaard leefde een dwergje. Zijn huis was een boomhol, waar vroeger spechten in gewoond hadden.
De dwerg had het daarbinnen keurig opgeknapt. In het ronde kamertje, met houten wanden, stonden prachtige stoeltjes, een tafeltje met een keurig lapje erop en een lekker zacht bed. Een olielamp verlichtte 's avonds de kleine woning.
De dwerg was heel ijverig. Wanneer de appels in de boomgaard bijna rijp waren, bespoot hij ze met zijn wondere spuitbus. Als hij aan het handvat draaide, konden die bus en hijzelf zweven!
De dwerg zweefde tussen de bomen door, terwijl hij een mengsel van allerlei kleurstoffen op alle appels liet neerdalen. De rode en gele appels gingen steeds mooier glanzen!
Als de dwerg aan het werk was, speelde hij tegelijk.
"Vlinders!" riep hij. "Vliegen jullie eens wat rustiger! Dan kunnen wij om elkaar heen buitelen in de lucht."
Het olijke mannetje cirkelde dan om de vlinders heen, en de vlinders om hem heen. Er waren ook veel vogels van de partij.
's Avonds liep de dwerg door het dichte gras. De krekels, die dan sjirpten, wilden hem zangles geven. Jammer genoeg had de dwerg niet veel aanleg voor zingen. Uit zijn keeltje kwamen zulke afschuwelijke geluiden dat de krekels hard wegsprongen. Ook de kevers en de nachtvlinders verscholen zich. Ze dachten dat daar een of ander gevaarlijk beest brulde.
"Hee, hier is geen enkele diertje om te vangen," dachten de uilen en vleermuizen, toen ze even later door de boomgaard fladderden.

De boer van de boomgaard was reuzetrots op zijn prachtig glanzende appels. Waardoor ze zo mooi waren, wist hij niet. Met een heel tevreden gezicht bracht hij zijn vruchten naar de markt.
"Mijnheer Pieters, wilt u ons niet het geheim van uw schitterende appels vertellen?" vroegen de mensen.
"Nou ja, ik verzorg mijn appels zoals het hoort en heb ook een beetje geluk," antwoordde boer Pieters dan lachend.

Op een dag deed de dwerg een heel nare ontdekking.
Zoals gewoonlijk zweefde hij met zijn spuitbus langs de bomen. Op de appels krioelde het van de muggen! Er kropen grote wormen over de takken. Al die dieren zouden de appels aanvreten!
"Gauw! Spuit hen weg!" zei de dwerg tegen zichzelf.
"Ssjt, ssjt," deed zijn bus.
Maar de muggen lieten zich daardoor niet verjagen. Ze vlogen woedend op de dwerg af. Hij kon niets anders doen dan vliegensvlug in zijn hol duiken. Daar lag hij opnieuw op zijn bed. Een paar boze muggen bleven voor de ingang van zijn huisje. Ze zouden er wel voor zorgen dat die vervelende kwibus netjes binnen zou blijven.
De dwerg rolde zich om en om. Nee, hij durfde zijn bed niet uit te komen. Die muggen zouden hem dan vast weer aanvallen. Hij keek eens in zijn nachtkastje. O, daar stond nog een flesje reukwater in! Hij maakte het open en gooide de scherpe vloeistof naar de muggen toe.
Maar de muggen werden alleen nog kwader. Ze gingen op de dwerg zitten. Daar kreeg hij toch een paar steken!
"Zzzzoem, liggen blijven! Niet bewegen!" gonsde een van de muggen.
Ze zetten zich weer voor de ingang van het hol. Er bleven ook een paar van die akelige beesten over de dwerg heen kruipen. Ze zouden vast gaan steken als hij zich maar even bewoog... Hij bleef doodstil liggen, stijf als een stok...
Wacht, hij had nog een mesje in zijn broekzak. Heel, heel voorzichtig gleed zijn hand er naar toe _ ah, hij had het mes vast! Met een woest gebaar hief hij het in de hoogte. Hij wilde het naar de muggen gooien. Maar de ondieren hadden
hem in de gaten. Voordat de dwerg zijn mes kon gooien,voelde hij een paar verschrikkelijke steken in zijn hand. Met een luide kreet liet hij zich achterover vallen. Hij kreeg geen kans om weer overeind te komen. Twee muggen drukten met hun poten op zijn hoofd.
Daar kwamen ook al wormen in zijn huisje... Hoe moest dat toch aflopen?
De dwerg bleef moedeloos liggen. Hij wou maar dat hij dood was. Hij merkte ook niet dat er allemaal kleine onweersvliegjes van het plafond naar beneden kropen. Die hadden heel lang in de kieren van het hout geslapen. Die beestjes vlogen nu tussen de muggen door, naar buiten.
"Ha, ha," lachten de muggen. "Die mormeltje kunnen toch niets tegen ons beginnen. Laat ze hun gang maar gaan."
Gewoonlijk gaan onweersvliegjes alleen vliegen als er onweer op komst is. Maar deze diertjes waren erg onrustig omdat de muggen zo'n herrie maakten. Daarom wilden ze naar buiten, ook al was het prachtig weer.
"Laten we weggaan," zeiden de onweersvliegjes tegen elkaar. "Die lastige muggen mochten ons nog eens wat doen.'
Ze vlogen hoger, steeds hoger. Tenslotte hadden ze de appelbomen ver beneden zich.
"Weer naar beneden!' riep er een. "In de verte zie ik een geweldige zwerm spreeuwen."
Maar al die onweersvliegjes waren al door de spreeuwen ontdekt. De vogels doken ook omlaag om eens van een lekker maaltje te genieten.
De onweersvliegjes waren rap en behendig. Binnen een paar tellen hadden ze zich onder de boombladeren verscholen.
Daar konden de spreeuwen hen niet zo gauw meer vinden. Maar iets anders vonden ze des te sneller! Ja, de talloze muggen en wormen konden ze overal zo maar grijpen!
Dat was me nog eens een smulpartijtje dat de spreeuwen die dag hadden. Alle muggen en wormen verdwenen in de vogelmagen.
De spreeuwen kwamen ook in het huisje van de dwerg. Natuurlijk werd hij dan ook van zijn kwelduivels bevrijd.
"Ik dank jullie hartelijk!" riep de dwerg uit.
Een van de spreeuwen pikte hem eens op de plaatsen waar de muggen hem gestoken hadden. Ha, dat hielp goed tegen de jeuk!
Wie ook erg in angst gezeten had, was natuurlijk de boer. Zoveel van zijn mooie appels hadden opeens lelijke plekken!
Maar de dwerg werkte met zijn spuitbus! Beter dan ooit tevoren. De kleurstof deed ook de lelijke plekken weer verdwijnen. En weer bracht boer Pieters allemaal glanzende appels naar de markt.

Schrijver: Han Messie, 14 december 2013


Geplaatst in de categorie: milieu

3.0 met 1 stemmen 156



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)