Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Dans van de IJsdraak

(Vervolg op 'Het Geheim van de Eenhoorn')

De vrouw werd wakker met een vaag gevoel dat het een belangrijke dag was. Het duurde even eer ze besefte dat het de eerste dag was van het nieuwe jaar. Gisteren had ze afscheid genomen van een jaar dat ze kon optellen bij de jaren dat ze hier haar dagen sleet. Want zo voelde het. Het slijten van de dagen. Dat was al een vooruitgang op het overleven van de dagen, wat te lange tijd geduurd had. Ze had nu min of meer weer een doel voor ogen. Al was het maar om de stad, en daarmee haar eigen leven, te helen. Voor zover dat lukken zou. Maar ze kon het altijd proberen. Al was het maar een beetje, dan was ze al tevreden. Want ieder klein beetje kon weer nieuwe levensvreugde brengen. En na een reeks van diepe dalen, verlangde ze daar intens naar. Wetend dat niemand die vreugde aan haar deur kwam brengen, liep ze haar tuin in en pakte haar bezem om het zelf te gaan halen. Hoog in de lucht knipte ze twee keer met haar vingers. Een eenhoorn en een draak verschenen naast haar om haar te vergezellen. Zij waren haar gevleugelde vrienden die altijd bij haar waren. Ze was nooit alleen.

Gedrieën vlogen ze naar het centrum van de stad. De schandpalen waren leeg. De gevangenen hadden een week verlof gehad. Ze parkeerde haar bezem tegen de gevel van het huis van de drie gezusters Godinnen van Gerechtigheid. Vergezeld door haar twee vrienden liep ze naar het midden van de markt. Ze deed een paar passen terug. De witte gevleugelde eenhoorn volgde haar en ging links aan haar voeten liggen. De blauwgrijze draak maakte zich groot en draaide een aantal keren om zijn eigen as. Het leek of hij danste. Met iedere draai kwam een gevangene uit de lucht vallen, die door onzichtbare handen in de schandpaal werd gezet, op dezelfde plek als voorheen. Toen ze allemaal weer terug waren, knipte de vrouw met haar vingers, en hun kleren vielen als breekbaar glas in duizend stukken op de grond. De vrouw zwaaide met haar lange witte toverstok en allen waren zij weer bedekt met een dikke laag sneeuw.

De vrouw zorgde ervoor dat ook het gebouw, de huizen en straten onder een verse en nog dikkere laag sneeuw bedolven werden. De sneeuwkristallen zouden nog twee maanden hun werk doen, dan zou alle transformatiewerk klaar zijn. De draak blies zijn ijskoude adem over de ongelukkigen, die als kristallen beelden ter plekke bevroren. Daarna draaide de draak nog driemaal om zijn eigen as, terwijl hij over de gevangenen en het gebouw vloog. Zijn ijskoude adem blies hij over de gehele binnenstad, waardoor de ijskristallen nog beter hun werk konden doen. Hij landde bij de vrouw op de markt en ging rechts aan haar voeten liggen.

De man op de markt stond als versteend naar de vrouw te kijken. Deze keer zou hij haar aanspreken. Hij moest weten wie zij was. Kordaat liep hij naar haar toe. "Hallo", zei hij. Ze keek hem aan. "Hallo", zei ze terug. "Wat leuk je weer te zien". Ze vond het leuk hem te zien. Dat zei ze. Hij had het echt gehoord. "Hoe gaat het met je", vroeg hij alsof hij haar al jaren kende. "Goed", zei ze. "De gevangenen zijn weer terug. Over twee maanden mogen ze naar huis. Dan is iedereen geheeld en vrij." Hij knikte, alsof hij het begreep. Maar deze keer liet hij het er niet bij zitten. Hij schraapte al zijn moed bijeen. "Heb je zin in een kop koffie?" "Graag", zei ze. En ze wandelden samen naar het huis waar haar bezem geparkeerd stond. Het bleek zijn stamkroeg te zijn. Ze gingen zitten aan het raam en bestelden beiden een cappuccino. Hij was niet goed in lange inleidingen of prietpraat over het weer, dus kwam hij gelijk ter zake. "Wie zijn de gevangenen?" Ze nam een slok van haar hete koffie, haalde diep adem, en begon te vertellen.

Een paar uren en cappuccino's verder wist hij wie de gevangenen waren en voor welke daden zij nu hun straf ondergingen. Hij keek het raam uit, kneep zijn ogen dicht, opende ze een klein beetje zodat hij door zijn wimpers keek, en warempel, hij kon zweren dat hij ze zag, voor het gebouw op het plein, aan schandpalen genageld onder een dikke laag sneeuw. Hij knipperde met zijn ogen en het beeld was weer weg. Hij probeerde op dezelfde wijze naar haar te kijken. Ze bleek allerlei kleuren linten in haar haren te hebben en droeg een lang wit gewaad. Na het knipperen met zijn ogen, zag hij haar weer gewoon. Met trui en lange broek. "Je ziet beide dimensies", merkte zij op. Hij knikte. Dus dat was wat hij zag. Een andere dimensie. "Je kent nu het hele verhaal", zei ze. "Het is tijd voor mij om te gaan." Hij vroeg zich af wanneer hij haar weer zou zien en stelde die vraag hardop. "Over twee maanden kom ik de gevangenen bevrijden", zei ze, "en over een maand kom ik de ijskristallen inspecteren."

Een hele maand. Dat was lang. Alsof ze zijn gedachten kon lezen, haalde ze een kaartje uit haar rugzak en gaf het hem. Haar naam en telefoonnummer stonden erop. "En jij?", vroeg ze. Hij schreef zijn naam en telefoonnummer op een bierviltje en gaf het haar. Ze borg het op in haar rugzak en gaf hem een hand en haar mooiste glimlach. Hij nam haar hand in de zijne en hield deze een fractie langer vast dan de bedoeling was, diep in haar groen omrande bruine ogen kijkend. Toen ze naar buiten liep, keek hij haar na door de kieren van zijn wimpers. Hij zag haar wegvliegen op haar bezem. Het was echt waar. En hij wist dat geen mens het geloven zou.

... De schrijfster van dit verhaal wenst alle lezers en schrijvers van de sites nederlands.nl en gedichten.nl een gelukkig nieuwjaar 2015. ...


Zie ook: http://www.annestokes.com/

Schrijver: Gabriëla Mommers, 1 januari 2015


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.6 met 5 stemmen 270



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
2 januari 2015
Email:
gabrielamommersyahoo.com
De man op de markt is de enige die de vrouw opmerkt. Hij is de enige die niet zomaar aan haar voorbij loopt. En omdat hij de moeite neemt om haar werkelijk te zien, ziet hij haar in meer dimensies en gedaanten. Hij neemt geen deel aan de vergaderingen van de lokale adel, maar hij bezit meer wijsheid dan alle notabelen in de stad en verre omstreken bij elkaar.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
2 januari 2015
Verhalen zinken meestal weg in het moeras van ons geheugen. Vervolgverhalen volgen is des te moeilijker. Toch herinnerde ik mij de ijsdraak en de man op de markt meteen. Kun je nagaan hoe diep de impact van verhalen bij lezers kunnen zijn. Het stadscentrum is wederom het decor en weer gebeuren er magische dingen. De marktman neemt die metafysische dimensie waar. Gabriëla is de ijsdraak en de marktman kan een verachte stadsgek zijn, die zij juist hoog heeft zitten, omdat zij zijn ware ziel ziet. Er worden gevangenen in middeleeuwse schandpalen berecht, bekogeld door het schorriemorrie en uitgezuiverd. Mij te rooms, maar allez, aan de andere kant ken ik genoeg hedendaagse, politieke, koninklijke en bestuurlijke boeven in driedelig pak, die ik graag aan de schandpaal wil zien. En dan lekker insmeren met pek en rotte eieren. Hoeft niet meer, want dat doet de ijsdraak al. Een ware geruststelling, haar aanwezigheid. En ze wordt ook steeds gewoner, doordat ze haar telefoonnummer aan de marktman geeft hij het zijne aan haar. Hier wordt de verliefdheid tussen een simpele aardling en een machtig, bovennatuurlijk wezen kenbaar gemaakt. Liefdespassie gaat vaak vreemde wegen. Of ziet die marktman in zijn stamkroeg haar om alcoholische redenen vliegen?...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)