Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

ZWERVEND WONEN

Ergens op de zo wijde, maar rustige zee dreef een geweldige ballon voort. Deze was zeker zo groot als een walvis en zag er ook zo uit. In zijn ene zij had dat gevaarte een vierkant gat. Door die opening keken twintig mensen naar buiten. Het waren even veel mannen als vrouwen. Met elkaar hadden deze mensen de reusachtige ballon gemaakt.
"Wij hebben er genoeg van om in ons eigen land te leven," hadden ze daarvoor tegen elkaar gezegd. "Wij gaan iets maken, waarmee we steeds zullen reizen. Tenslotte zullen we zien waar we terecht komen, of dat we altijd blijven zwerven."
Die oersterke ballon kon al die mensen in zijn buik hebben en nog wat meer. Ja, ze hadden heel wat dozen mondvoorraad bij zich.
Hun gezichten kreken vragend over het eindeloze water. Wat zou zich straks voordoen? Kijk, daar in de verte dreven tien roeiboten rond. Maar er zat niemand in die vaartuigjes. De walvisballon dreef, wonderlijk genoeg, vanzelf daar naartoe.
""Kom, laten we allemaal in die roeiboten overstappen!" riep een krasse juffrouw.
Een half uur later was de varende ballon al helemaal leeg en dreef weg. Maar er wachtte een onaangename verrassing. Alle bootjes sloegen om, zonken naar de diepte. Ook alle dozen vol levensmiddelen zochten de zeebodem.
De mensen zwegen wanhopig. Neerslachtig gaven ze zich aan de gedachten over dat het afgelopen was met hen. Zo moest het dan maar... Maar een geweldige walvis slokte al die mensen op. Ongedeerd kwamen ze in zijn ruime buik terecht.
"Wat staat ons nu te wachten?" vroeg een jongeman, die vroeger op een mooie toekomst had gehoopt.
"Nee," antwoordde een oude heer. "De weinige uren, die we nog te leven hebben, zullen we als een blij feest vieren. Zo hebben we een gelukkig levenseinde."
De mensen pakten elkaar vast en zongen er lustig op los.
De walvis wrong zich in allerlei bochten, bleef aan de oppervlakte zwemmen om lucht te kunnen zuigen. Zou dat helpen?
"Wat een zwaar gevoel in mijn buik!" dacht het geweldige, maar arme dier. "Die heel grote zweer in mijn ene zij, gaat er nóg meer pijn van doen!"
De walvis wrong zijn lichaam steeds meer, kromp ineen, rekte zich weer. Door al die bewegingen werd zijn zweer tenslotte helemaal open gedrukt.
"Wat gebeurt er nu?" vroegen de mensen in de buik zich af. "Waarom stroomt er opeens water naar binnen?"
Als vanzelf wrongen ze zich door de wijde opening naar buiten. Niemand bleef achter in het reuze lichaam. Een geluk voor hen dat het flink stormde! De wilde, maar toch behulpzame golven duwden hen allemaal snel voort. Willoos dreven die mensen mee, tot ze tenslotte nat zand onder zich voelden. Veertig ogen vielen dicht; twintig monden lieten een luid gesnurk horen.

"Op wat voor eiland zijn we terechtgekomen?" werd de volgende dag telkens gevraagd. "Onze dozen met etenswaren zijn we kwijt. Misschien zullen wij het eten van roofdieren worden!"
De bomen achter het strand zwaaiden onheilspellend in de wind. Het hele bos leek wel verwijtend te zuchten:
"Jullie waren ontevreden, waar jullie woonden. Nu zullen jullie altijd hier moeten blijven. Eindelijk je zin?"
Wanhopig liepen ze langs het strand. Het stormde niet meer. Wat zou er in het bos te vinden zijn? Wat was dat? Bomen vol sinaasappels glommen uitnodigend:
"Proef maar eens van onze vruchten."
Onder de bomen zag je overal struiken vol komkommers.

De gevluchte mensen hadden het hier uitstekend naar hun zin. Vruchten en planten, die op het eiland groeiden, gaven meer dan genoeg te eten. Daarbij leefden hier ook veel geiten en hoenders. Lekkere eieren, melk en vlees!
Het was prettig wonen en zwerven tegelijk! Want het eiland lag niet op één plek, maar dreef steeds heen en weer tussen Noord- en Zuidpool. Thans bevond het zich in het tamelijk warme water van de oceaan.
Ja, de mensen wisten zich in alles te schikken. Wanneer het eiland zich dichtbij de Pool bevond, rustten ze in hun zelfgemaakte, gezellige hutjes. Tijdens het drijven door hete luchtstreken was het druk werken, zorgen voor het dagelijkse leven.
Het was een leven van honkvast wonen en tegelijk voortdurend zwerven. De twintig mensen bleven met zijn twintigen. Ze wilden geen kinderen krijgen In alle vrede sleten ze hun bestaan, zonder te verlangen naar meer of minder.

Schrijver: Han Messie
29 mei 2020


Geplaatst in de categorie: woonoord

2.0 met 1 stemmen 1.133



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
catrinus
Datum:
7 juni 2020
moraal van dit verhaal tevreden zijn met wat je hebt of het avontuur tegemoet gaan door je aan de grillen van het leven over te geven? Fantasierijk verhaal.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)