Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het onberekenbare gemeenteraadslid van Dongen

Het dwarse gemeenteraadslid voor de Volkspartij Dongen Rogier Donders waant zich al geruime tijd de schaduwburgemeester van de CDA-burgemeester Geert Vlegel, al is er nauwelijks iets waarop hij dat kan baseren en kun je hem gerust volstrekt krankzinnig noemen. Rogier is geboren en getogen in zijn 'zalige Dongen', zoals hij het zelf altijd noemt, en hij kent alle hoeken en gaten in zijn door hem zo innig geliefde dorp. Hij hoopt ooit zijn grootste droom waar te kunnen maken, namelijk burgemeester van Dongen worden, maar gezien zijn opleidingsniveau zit dat er absoluut niet in, of er moet niemand slimmer dan hem te vinden zijn. Zijn lievelingsgezegde is dan ook 'In het land der blinden is eenoog koning'. Aan zijn inzet zal het tenminste niet liggen, want hij is dag en nacht in de weer voor zijn partij en zijn belangen. Verder bakt hij hele zoete broodjes met iedereen van de gemeenteraad en walst hij gerust over de partijverschillen heen, want een goede verstandhouding tussen de heren en dames bestuurders onderling is van topprioriteit vindt hij. De meesten vinden hem dan ook een slappeling, die zijn standpunten bij het minste geringste verkwanselt en die in feite geen echte standpunten heeft en verdedigt. Hij wordt vaak gekscherend 'Het windvaantje' genoemd, omdat hij met alle winden meewaait. Hij kraakt en piept en hij kletst maar uit zijn speknek. Dat Rogier wel van een biertje houdt, is bekend, vooral in zijn stamcafé 'Çafé d'Ouwe Sok', waar de bazin Marloes de Leur hem vaak als laatste klant uit de zaak moet duwen, omdat hij met zijn hardnekkige dronkemanskop maar dorst blijft houden, tevens naar haar morsige boezem. Als vrijgezel laat Rogier de teugels maar wat graag vieren en wipt hij graag van bloem naar bloem. Voor Rogier is het leven een langgerekt dansfeest. 'Dat vond Arthur van Schendel ook al!', zegt hij vaak, 'en die man heeft heel wat gemijmerd!'. Het is nu weer niet zo dat Rogier de dames van zich af moet slaan, integendeel zelfs, maar zo af en toe lijkt hij toch wel eens beet te hebben en ziet hij zijn dobber op en neer gaan. Meestal snoepen die lekkere vissen dan zijn broodbolletjes of maden eraf of hij haalt te vroeg op en dan schieten ze weg. Soms lukt het hem toch om een paar visjes in zijn emmer met slootwater te krijgen, maar dan wordt hij al gauw vervuld van medelijden en leegt hij de emmer weer in de sloot. Dan ziet hij ze vrolijk met de straal water wegglippen. Vangen lukt soms nog wel, maar er mee om zien te gaan, dat kan hij niet, daar mist hij de voelsprieten voor. Zo komt hij al jaren bij zijn overbuurvrouw Bernadette van de Casteele over de vloer en hebben ze het altijd erg gezellig met elkaar. Ze hebben hetzelfde gevoel voor humor en ze kijken graag samen naar lachfilms. Natuurlijk met de nodige gerstenat en versnaperingen. Bernadette is een echte fan van Rogier en zij weet zeker dat hij ooit de burgemeester zal worden, vooral nadat zij een paar glazen sherry heeft gedronken. Rogier had geheel tegen zijn principes in serieuze plannen met haar en hij geloofde dat Bernadette best zijn vrouw kon worden, maar Bernadette had andere plannen en nu trouwt zij binnenkort met de gepensioneerde varkensboer Loek Broek, die altijd al een oogje op haar had, maar haar niet dorstte te schaken. Het was dan ook Bernadette, die het initiatief heeft genomen en na een wilde nacht op de hooizolder was het huwelijksplan bezegeld. Rogier mag natuurlijk haar beste man zijn, maar daar moest hij eerst wel een paar keer flink van slikken en stomdronken worden om er mee in het reine te komen. Inmiddels vindt hij het prima dat Loek de eer krijgt, want dan blijft zijn flierefluitersbestaan lekker ongeschonden. Het trouwfeest zal natuurlijk in de Oude Kerk plaatsvinden, in de Nederlands Hervormde kerk aan de Kerkstraat 56, waar niet echt meer gekerkt wordt. Die laatgotische kruiskerk met zijn driebeukig schip is grotendeels een ruïne. Het schip is zonder dak en zeg maar zo goed als gezonken. De zuilen met sfeervolle bogen staan in de open lucht en samen met de 14-de eeuwse toren is het een unieke locatie voor trouwfeesten. Op die manier wordt de van oorsprong spirituele, rituele, sacrale plek dan ook commercieel uitgebuit.

Sinds enkele dagen bivakkeren Simone Bisschops en Egidius Adler in het vervallen deel van de Oude Kerk. Als zwervende junks vonden zij daar een behoorlijk onderdak en vallen zij niemand lastig. Omdat zij zelf behoorlijk ruïneus in elkaar steken, voelen ze zich heel senang in het ruïneuze, westelijke deel van het complex. Aangezien de sfeer overdag al behoorlijk griezelig is, is het 's nachts een overkill aan horrorervaringen. Overigens vinden Simone en Egidius dit uiterst aangenaam en helemaal niet griezelig. Zij gedijen juist heel goed in die Dracula-achtige sferen. 'In die kerk daar is een grafzerk van pastoor Dierick Willemszoon van Engelen!', vertelt Egidius aan Simone, die met haar vuuraansteker wat heroïne in een zilverpapiertje verwarmt. 'Weet ik toch', zegt Simone, 'en zijn pij hangt daar ook nog ergens!'. 'Volgens mij heb ik hem gisternacht zien lopen!', zegt Egidius, die wat heroïne met de naald van een spuit opzuigt. 'Die man is anders al wel zo'n vijf eeuwen geleden naar het hiernamaals vertrokken hé!', zegt Simone een beetje sceptisch. 'Dat zegt allemaal niks, liefje, een dolende pastoor, dat is allemaal heel goed mogelijk!' 'Maar dan is het ook niet gek, dat ik steeds magere gestalten in die toren zie, wanhopigen, die met hun kettingen slepen!' 'Je ziet zwaar getraumatiseerde gevangenen, die kunnen eeuwenlang aan zo'n mensonterende gevangenisplek gekluisterd blijven!' 'Ik wil ze graag bevrijden, maar ik weet niet hoe!' 'Al duw je de toren om, dan blijven ze daar nog zitten!' 'Wil je ook een shot voor mij klaarmaken?' 'Doe ik, liefje, wees maar gerust, we hebben nog genoeg!' 'Ik had gisternacht het gevoel alsof we werden bespioneerd!' 'Dat dacht ik eerst ook, maar het waren volgens mij alleen maar wat vogels!' 'Toch heb ik graag dat je me vannacht extra stevig vasthoudt!' 'Zegt de grootste toverheks van Europa!' 'Geef me die spuit nou maar!' 'Sorry, liefje, ik plaag je maar wat, kom maar eens stevig tegen mij aan liggen en vergeet die extra deken niet!'. Nadat Simone ook gespoten heeft, vallen ze beiden in katzwijm en zien ze de meest toverachtige, kleurrijke en wervelende in elkaar over gaande vergezichten. Al die kunstmatige troostbeelden verwarmen net dat deel van hen, wat anders niet warm te krijgen is. Over heksen gesproken, zij vliegen heerlijk op hun bezemstelen rond de toren en over de velden. Hun geesten zijn grotendeels uit hun lichamen getreden en reizen waarheen zij maar willen. Verdoofd door de heroïne zijn zij een gemakkelijke prooi voor bloeddorstige roofdieren en nu wil het wrange feit, dat er inderdaad een lafhartig, schijnheilig, stomdronken, demonisch wezen rond hun verstopplek doolt. Het is de zichzelf zo geweldig vindende Rogier Donders, die met een stiletto richting het argeloze liefdespaar sluipt. Hij steekt zijn dolk recht voor zich uit, alsof hij ieder moment een tegenstander verwacht. In wezen is hij doodsbenauwd zo in het donker en dan op die griezelige plek, maar hij heeft gisteravond twee zwervers ontdekt, die daar de boel ontheiligen, omdat ze ook nog eens junkies zijn, vindt hij. Rogier wil dat zijn dorp netjes en beschaafd blijft en zulke onbetrouwbare vreemdelingen passen daar volgens hem niet bij. Bovendien gaat zijn vriendin Bernadette op deze plek trouwen en voelt hij het als zijn nobele plicht om de trouwlocatie van 'ongewenste ratten' te ontdoen. 'Ik heb ze net met mijn nachtkijker zien spuiten!', denkt hij, 'volgens mij moet dit een makkie worden, maar ik moet wel snel handelen, want geen van beiden mag ontsnappen!'. Hj nadert de twee geliefden heel stilletjes en precies op het moment waarop hij wil toeslaan, wordt hij in zijn nekvel gegrepen en bij de slapende engelen weggetrokken. Een onzichtbare kracht sleurt hem mee en even later voelt hij hoe een onzichtbare arm zijn stiletto in zijn hart steekt. 'Heiligen laat je met rust!', weergalmt het nog in Rogier's tanende bewustzijn. Het is de stem van pastoor Dierick. Er is een wonder gebeurd, maar het is de vraag of er iemand ooit iets van zal weten, want de volgende dag wordt het ontzielde lichaam van Rogier gevonden en gaat iedereen ervan uit dat hij zelfdoding heeft gepleegd, behalve Simone en Egidius, die enkele uren eerder naast het ontzielde lichaam van Rogier de pij van pastoor Dierick Willemszoon van Engelen vonden. Zij geloven inderdaad dat pastoor Dierick hun levens heeft gered. Simone weet het zeker, want zij heeft even gekeken, toen het gebeurde. Om niet valselijk te worden beschuldigd van de moord op Rogier zijn zij zo snel mogelijk uit Dongen vertrokken. Simone heeft de pij nog vlakbij de kerkdeur neergelegd. De nuchtere schoonmaakster Dimphena van Elven ziet de pij toevallig liggen en zij zegt: 'Wat doet die daar nou? Dat is wel heel erg raar!'. Zonder er verder ooit met iemand over te spreken, legt ze de pij gewoon in de kerk terug. Niemand had hem gemist. Bernadette en Loek hebben inmiddels een andere trouwlocatie geregeld en Rogier zal tijdens de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering met een minuut stilte herdacht worden.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
19 februari 2023


Geplaatst in de categorie: psychologie

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 35



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)