Een man van gewoontes
Hij parkeert op de oprit naast zijn vaders huis.
Als ze uitgestapt zijn, zegt de vader, steunend op de rand van het portier: 'Heerlijk. Thuis.'
De zoon kijkt naar hem. Hij ziet een breekbare man, de huid strak over zijn schedel, gelig. De net gekregen uitslag van de ziekenhuisonderzoeken is hem aan te zien.
'Koffie. Goeie koffie. Niet zo'n automatenbak,' zegt de vader. Hij prutst met de huissleutel bij het slot.
Binnen hangen ze hun jassen op. Even later zitten ze in de leunstoelen bij het raam.
“Eerder een kwestie van weken dan maanden” herhaalt de dokter in het hoofd van de zoon. Zijn vader roert, net even onstuimiger dan nodig is, in het kopje dat op de armleuning van zijn stoel staat. Hij kijkt met een grimas om zijn mond de straat in.
'De buurman gaat boodschappen doen,' zegt hij. 'Altijd op vrijdagmiddag.'
'Hoe voel je je?' vraagt de zoon.
'Goed,’ zegt de vader zonder zijn blik van de buurman los te maken. ‘Hoezo?'
'Nou ja, de uitslag. Ik bedoel ...'
'Oh, dat.’ Hij snuift. ‘Ik voel me prima.' Hij tilt zijn kopje op en zet het aan zijn mond. 'Ahh, wat een genot. De uitvinder van koffie verdient een stoel in de hemel.'
De zoon kijkt zijn vader strak aan, maar die kijkt hoe de buurman achteruit de openbare weg oprijdt.
'Iedere vrijdagmiddag,' zegt hij. 'Een man van gewoontes.'
Geplaatst in de categorie: emoties