Hond
’s Ochtends, even na achten, staat de man bij het raam. De tijd dat de hond van de buren gewoonlijk langskomt. Hij loopt dan het grindpad op, snuffelt bij de struiken, plast tegen de regenpijp, kijkt een paar seconden naar het raam, en verdwijnt weer.
Maar nu verschijnt hij niet.
De man blijft een tijdje staan. Dan zet hij koffie. De krant ligt op tafel. Hij schenkt er geen aandacht aan.
Na het middageten loopt hij naar buiten. De lucht is laag en zwaar. Hij doet alsof hij naar de brievenbus gaat, blijft even staan bij het hek. Het erf van de buren is leeg. Hij ziet een trui over de leuning van een tuinstoel hangen.
’s Avonds zit hij lang in het donker. De televisie staat aan, maar zonder geluid.
De volgende ochtend wacht hij opnieuw bij het raam. Geen hond.
Rond tien uur loopt hij naar het huis van de buren. De vrouw doet open. Ze draagt een ochtendjas en badslippers. Haar ogen zijn kleiner dan hij zich herinnert.
‘Ik heb de hond al twee dagen niet gezien,’ zegt hij.
Ze knikt. ‘Kom binnen.’
In de hal hangt hij zijn jas op. Aan een van de haken hangt de halsband en de riem.
Ze zitten aan de keukentafel. Ze schenkt thee in, zet een open koektrommel tussen hen in. Verkade, kokoskoek.
‘Roef is dood,’ zegt ze.
Hij slaat zijn hand voor zijn mond. ‘Nee!’
‘Zaterdag,’ zegt ze. ‘Hij liep de weg op. Plotseling.’
‘Verdorie. Wat vreselijk.’
Ze pakt een koekje, breekt het in stukjes, die ze opstapelt naast haar beker.
‘Hebt u hem gezien?’ vraagt ze dan.
Hij schudt zijn hoofd.
‘Hij kwam vaak bij u, geloof ik.’
‘Ja.’
Ze zeggen niets. De thee is nog te heet.
‘Hij had een zwak voor u,’ zegt ze. ‘U liet hem, benaderde hem niet. Dat vond hij prettig, denk ik.’
‘Sommige honden houden daarvan,’ zegt hij.
Ze glimlacht. ‘Sommige mensen ook.’
Ze pakt wat koekkruimels tussen duim en wijsvinger en laat ze in haar thee vallen. ‘Het is vreemd, hoe je iets pas mist als het er niet meer is.’
‘Ja, altijd te laat. Jammer,’ zegt hij.
Ze kijkt hem lang aan.
‘Wilt u iets anders drinken? Bier? Iets sterkers?’
Hij aarzelt. ‘Dat hoeft niet.’
Ze knikt. Het voelt alsof hij iets afbreekt dat nog niet uitgesproken was, maar ze dringt niet aan, dus …
Op het grindpad, onder een overhangende struik, staat een kom water. “Hond” staat er in zwarte letters op.
Geplaatst in de categorie: dieren