Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ankergat

Olaf had zijn jack gepakt en was weggelopen, zonder dat iemand hem tegenhield. Het gebeurde nadat zijn vader had gezegd “Doe nou gewoon een keer even normaal”. Daarbij had hij met zijn hand tegen het aanrecht geslagen, niet hard, meer om te benadrukken dat hij het meende.
Doelloos loopt hij door de stad. Hij loopt een boekhandel in. Vanuit de kelder komt het geluid van een akoestische gitaar. Hij kijkt de verkoper met opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘Dat is Bas,’ zegt de jongen aan de kassa. ‘Hij mag hier op zaterdag repeteren. Singer-songwriter. Vrienden komen dan kijken. Beetje kleinschalig.’
‘Oh, op die manier.’
‘Je mag gerust naar beneden als je wil.’
Olaf knikt, loopt de trap af, blijft staan in de deuropening. Er zitten drie meisjes op de vloer. Een van hen schudt haar hoofd. De kralen in haar vlechten tikken een eigen ritme. Olaf vindt dat mooier klinken dan de stem van de jongen, die zingt over een rivier die nooit de zee bereikt. Olaf loopt na twee coupletten weer omhoog.
Hij gaat een koffiebar binnen waar hij nooit eerder is geweest. Tegen de wanden zijn baksteenstrips gelijmd. De planten zijn echt. De bediening is langzaam. Aan een tafeltje zit een vrouw met een stuk krant en een kop koffie. Haar jas hangt over de stoel naast haar. Haar handen zijn smal, een lok haar hangt los uit een speld. Ze kijkt op als hij voorbijloopt.
Hij neemt plaats aan het raam. Buiten waaien servetten rond. De vrouw staat op, pakt haar jas en koffie en gaat tegenover hem zitten.
‘Ze hebben hier geen gewone melk,’ zegt ze. ‘Alleen havermelk. Of amandel.’
‘Oh … apart.’
‘Je lijkt me niet van hier.’
‘Toch wel.’
Ze haalt één schouder op. ‘Dan zijn we elkaar steeds misgelopen.’
Hij pakt zijn telefoon uit de binnenzak van zijn jack en legt hem voor zich neer.
‘Ben je boos?’ vraagt ze.
‘Nee.’
‘Je kijkt alsof je zin hebt iemand te vermoorden.’
Hij glimlacht. De eerste keer vandaag.
‘Ik heb ruzie met mijn vader gehad.’
Ze knikt. ‘En dan kom je hier zitten.’
‘Ik had geen plan.’
‘Dat dacht ik al. Hoe oud ben je?’
Hij antwoordt niet meteen, legt zijn hand op zijn telefoon, pakt hem niet op.
‘Zeventien.’
‘Hm.’ Ze roert haar lepel in het schuim van haar koffie. ‘Toen was ik al op kamers. Wat is er gebeurd?’
Hij rolt met zijn ogen. ‘Hij wil dat ik minder in mijn hoofd zit. Dat ik “gewoon dingen doe”. Alsof dat zo simpel is.’ Hij hoort zijn stem iets hoger worden.
Als ze niets zegt, vraagt hij: ‘Was dat bij jou ook zo?’
Ze kijkt hem even aan. Meteen daarna dwalen haar ogen af naar de straat.
‘Bij mij ging het anders. Ik pakte gewoon op een dag een tas vol kleren, cd’s en boeken in. Mijn moeder vroeg: “Wat is dat?” En ik zei: “Mijn leven.”’ Ze lacht. ‘Dat was in de jaren negentig. Alles was losser toen.’
Een ober komt langs. Hij bestelt een espresso, zij niets. Ze buigt zich iets naar voren. ‘Heb je het idee dat je faalt?’
‘Wat?’
‘Het gevoel dat je dingen mist. Alsof de wereld iets weet wat jij niet weet.’
Nu is hij het die door het raam de straat uitkijkt.
‘Ik dacht altijd dat het aan mij lag,’ zegt ze. ‘Maar het is gewoon dat sommige mensen beter kunnen doen alsof.’
Even zwijgen ze. Buiten fietst een meisje met een vioolkoffer op haar rug voorbij. De vrouw volgt haar met haar ogen.
‘Ik heb ook viool gespeeld. Twee jaar. Daarna piano. Uiteindelijk psychologie.’ Ze kijkt hem aan. ‘Dat is de volgorde van mijn leven.’
‘Ben je therapeut?’ vraagt hij.
Ze lacht. ‘Nee, net niet afgestudeerd. Ik had een scriptie over symbolische objecten. Kreeg een black-out bij mijn verdediging. Daarna heb ik het gelaten.’ Ze wacht even. ‘Mijn moeder vond dat laf.’
Hij wil iets vragen, maar weet niet wat. Ze kijkt op haar horloge.
‘Als ik nu vertrek, is er niemand die daar iets van vindt,’ zegt ze.
‘Dat is best triest,’ zegt hij.
‘Hm. Soms denk ik dat mensen veel meer voelen dan ze laten merken.’
Hij knikt.
‘Ik weet niet waarom ik bij je ben gaan zitten,’ zegt ze. ‘Je zag eruit alsof je het niet erg zou vinden.’
‘Dat was ook zo,’ zegt hij.
Ze staat op. ‘Loop je mee tot de brug?’
Hij aarzelt maar staat toch ook op.
Buiten is het iets lichter dan voorheen. De lucht is opgeklaard, maar het is net of het licht niet over de stad valt. Of het tegengehouden wordt. Ze lopen zonder iets te zeggen. Bij het zebrapad stopt ze, steekt haar handen in haar jaszakken.
‘Als ik je iets vraag, wil je dan eerlijk zijn?’
‘Oké.’
‘Ben je bang dat het nooit iets wordt?’
‘Wat?’
‘Met jou. Met de rest. Met alles waar je ooit iets bij voelde.’
Hij kijkt naar haar schoenen. Ze zijn geel, met iets van modder aan de zijkant.
‘Soms denk ik dat ik kapot ben,’ zegt hij. ‘Niet echt, maar op een manier die niemand ziet.’
‘Dat dacht ik vroeger ook,’ zegt ze. ‘Soms nog wel.’
Ze steken over, lopen verder tot de brug. Er rijdt een tram voorbij. In de verte klinkt een motorfiets, een grommend geluid.
‘Ik moet hier zijn,’ zegt ze. ‘Mag ik je iets geven?’ Ze haalt een klein notitieboekje uit haar jaszak.
‘Er staat niks in,’ zegt ze. ‘Of nou ja, op de eerste bladzijde iets. Voor mezelf. Maar je mag het hebben.’
Hij pakt het aan, voelt de kartonnen kaft, ruw en zacht tegelijk.
‘Gebruik het niet voor huiswerk,’ zegt ze.
Hij wil antwoorden, maar ze is de trap voor het huis al opgelopen.

Thuis zegt niemand iets als hij binnenkomt. Zijn vader zit achter zijn laptop, kijkt niet op. Zijn moeder staat bij het aanrecht, draait zich niet om. Hij loopt naar boven, gaat op bed zitten en slaat het boekje open. Op de eerste pagina staat met potlood:

Wat ik kwijt ben,
of niet kwijt ben,
omdat ik het nooit bezat.
Soms zie ik een gezicht op straat
en denk: dat was ik —
toen ik nog een spiegel had.

Hij staart er lang naar. Schrijft dan daaronder, ook met potlood:

Misschien is het dat:
te moeten missen
wat ooit houvast gaf.
Alsof je wegzinkt
in het vacuüm
van het ankergat.

Hij doet het schriftje dicht, zet het rechtop tegen de pot met de cactus.
Beneden slaat een deur dicht. Iemand lacht. Het lijkt van ver te komen.

Schrijver: Jan Schuuring, 27 juni 2025


Geplaatst in de categorie: overig

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 8

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)