Insomnia
Er rust een schande op iets weten, als niemand heeft gevraagd te spreken, en er is geen tijd meer voor elkaar. Vroeger was het beter. Vroeger was het altijd beter. De weemoed in een oud gedicht blijft echter niets dan woorden, stijl zonder gezicht. Mijn hart gaat uit naar oude dichters, gekweld en kwellend in hun zelfverzonnen romantiek. Mijn ziel hunkert naar de veilige warmte in drama en tragiek.
Iets in me is geknakt, gebroken, te lang vervlogen in vergetelheid. Mijn hardheid toont zich enkel na de tranen en altijd lang voor spijt. Ik wil niet zijn wie ik ben. Ik hoef niet te bestaan. Het leven is me toegekomen, enkel om weer weg te gaan. Alles wat ik liefheb zie ik voor me sterven en toch toont de dood me telkens weer z’n troostende gezicht. Ik rijm betekenisloze woorden in verzen tot een onbestaand gedicht om onbegrepen neer te vallen waar nog zoveel anders onbegrepen ligt.
M’n oogleden vertikken het, mijn lijf doet zeer en ik moet slapen. Misschien wel voor het eerst, misschien om nooit meer te ontwaken. Alles is beter dan dit wakker zijn. Ik zeg je: Alles is beter dan dit. Je kan me vrolijk maken, stemmen naar de tonen van je mooie lied; vanbinnen blijft het alles honen in de maat van mijn verdriet. Ik kan niet vergeten, mezelf niet vergeven waar ik geniet... Al de mooie, tedere momenten: Ze zijn er wel, al zie ik niet.
Geplaatst in de categorie: verdriet