Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Theoretiseren

Is het onderwerp een vangnet of een valstrik voor het denken? Dit onderscheid te benoemen, maakt hier al een theoretische vraag van. Een vangnet is bescherming om niet te verdwalen in of stuk te lopen op een verschrikkelijk bolwerk van stellingen. Een valstrik zou meer de nadruk leggen op de uitnodiging van een theorie om er helemaal in op te gaan.

Het is menselijk om te zoeken naar een duidelijk kader, waarbinnen zingeving en rustige voortzetting van leven mogelijk is. Het feit dat meestal een bepaalde vorm van levensrust gevonden wordt, getuigt ervan dat men succesvol was in het vinden van een kader. Dit kader bestaat uit een reeks van waarden en normen met het besef van mogelijke, maar niet beïnvloedbare gebeurtenissen. Om een gewoon leven te leiden, is eigenlijk geen theorievorming nodig.

Wat is de grondslag van theoretiseren?
Een reden is, dat mensen hun (vermeende) ontdekkingen willen delen. Het feit dat iemand zijn gedachten aan het papier toevertrouwt is niet eens zo slecht, maar de manier waarop kan tot een nutteloze uiteenzetting leiden. Vaak worden te snel absolute waarden toegekend aan iets wat logisch consistent op papier is terecht gekomen. Daarna leidt de uiteenzetting tot een kamp van mede- en tegenstanders. Dit is heel gunstig, want het voedt de gedachte dat er iets belangwekkends uiteengezet is. Hoe meer mensen er iets over horen, hoe levensvatbaarder het verhaal wordt en theorievorming is in volle gang. De tegenstanders schrijven een verweer, de medestanders een verdieping. Talloze discussies worden gevoerd, interpretaties worden ontwikkeld, boeken vol geschreven. Het bolwerk is compleet en neemt een serieuze plek in in de geschiedenis van de wetenschap, de filosofie, de geneeskunde of anderszins.
Een andere reden is, dat iemand zelf volop zoekt naar een kader, omdat hij er nog geen gevonden heeft. Of omdat er een concreet probleem is en naar oplossingen gezocht moet worden. De lijst van redenen om theorieën te ontwikkelen is ellen lang, maar volledigheid is niet het doel van deze uiteenzetting, die geen theorie wil heten en niet wil worden.

Meestal wordt niet stil gestaan bij de vraag waar de limitaties van verwoording zijn. Theoretiseren is tot een bepaald punt nuttig. De hedendaagse technocratische samenleving getuigt van toepassingen van eerder in theorieën verwoorde principes. Ook zijn er nog niet tot technische toepassing gekomen principes die onverminderd in theorieën verfijnd worden en steeds meer naderen tot de toepassing. Theorievorming is in ieder geval zinvol, zolang binnen bewijsbare grenzen wordt gebleven.
Het woord bewijsbaar moet nog verklaard worden. Bewijsbaar wordt vaak verward met objectief juist. Bewijsbaar wil alleen zeggen dat de theorie een goede voorspelling kan doen van iets wat kan gebeuren of achteraf een goede verklaring kan geven. Maar als objectief wordt gezien als de waarheid overeenkomende, dan mag vrijwel geen enkele theorie als (volledig) objectief beschouwd worden.

Als Werner Heisenberg zegt: “Ook voor de fysicus zelf moet de beschrijving in klare taal het criterium zijn voor de mate waarin begrip is bereikt,” dan onderschrijft hij dat een echte theorie een overeenstemming moet hebben tussen het berekenbare deel en het te omschrijven deel. Begrip kan niet zijn een logisch consistente theorie bestaande uit een aaneenrijging van nog niet bewezen hypothesen. Zulke theorieën bestaan en ook theorieën die een onderwerp behandelen, die het menszijn ten zeerste overschrijden. De woorden transcendent en metafysica komen dan al snel aan bod. Zonder zich af te vragen wat het menselijk bevattingsvermogen is, worden er logisch klinkende verhalen in elkaar gezet over het hiernamaals, over toekomstvoorspelling, over.... Ook deze lijst is te lang om op te noemen. Deze theorieën komen vaak uit een traditie naar voren, die ze juist proberen te ontvluchten, zoals religieuze mythen en verhalen. Juist omdat religieuze uiteenzettingen in een verkeerd perspectief gezien worden en vaak veel te letterlijk opgevat, wordt er een tegenspel aan geboden die resulteert in een andere opvatting en verklaring voor in mythische vormen gegoten principes. Een letterlijk opgevatte allegorie blijkt op deze manier te leiden tot een veelvoud van kwalijke gevolgen.

Heeft theoretiseren dan geen enkele zin?
Theoretiseren is een persoonlijke aangelegenheid. Er wordt een subjectieve lading meegegeven aan waarnemingen en ervaringen. Taalgebruik zelf is al een valkuil in het proces van theoretiseren en daarvan losstaande is de subjectieve grondslag van het verstand er nog een. De wetenschappelijke taal probeert dit te ondervangen door formeel taalgebruik, dat is gebaseerd op duidelijk overeengekomen definities van bepaalde sleutel begrippen. Bovendien wagen de wetenschappers zich niet aan een publikatie, voordat er overeenstemming is bereikt met een aantal kritische mede wetenschappers over de inhoud van hetgeen is opgeschreven. Dus er wordt gestreefd naar een zo objectief mogelijke weergave van het waargenomene met een mogelijke conclusie die eraan verbonden kan worden. In het voorwoord van zijn kleurenleer zegt Goethe: "Het is immers een hoogst wonderlijke eis, die soms wel wordt gesteld maar waaraan zelfs door degenen die hem stellen geen gehoor wordt gegeven: dat men ervaringen zonder enig theoretisch verband zou moeten aanbieden en het aan de lezer, de leerling overlaten zich naar believen de een of andere overtuiging te vormen. Want louter het werpen van een blik op iets kan ons niet verder helpen. Elk kijken gaat over in een beschouwen, elk beschouwen in een nadenken, elk nadenken in een combineren, en zo kan men zeggen dat we bij iedere aandachtige blik op de wereld al theoretiseren. Dit echter met bewustzijn, met zelfkennis, met vrijheid en, om ons van een gewaagd woord te bedienen, met ironie te doen en ter hand te nemen, zo'n flexibiliteit is nodig wil de abstractie die we duchten onschadelijk en het ervaringsresultaat waarop we hopen echt levend en nuttig worden."

Het proces van theorievorming (lees: leerproces) komt zo op zuivere waarneming te rusten. Maar ik meen te zien, als mij wordt toegestaan een subjectieve toevoeging te doen, dat door belangenstrijd en modeverschijnselen handel wordt gedreven in fragmentarische en onzuiver weergegeven waarnemingen.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 21 augustus 2004


Geplaatst in de categorie: filosofie

1.3 met 6 stemmen 1.315



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)