Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ik wil een boek schrijven IV

- Grappig hoor. Laat me nou die situatie schetsen. Waar hadden we het over. O ja, bewustzijnsniveaus. Dat werd een rode draad door mijn verdere zoektocht. Eerst wilde ik ernaar streven om bewust te worden. Ik wist niet wat dat inhield, maar ik wilde het. Het klonk gewoon goed om niet als een kakelende kip achter de zaadjes aan te rennen. Kudde dier wilde ik ook niet zijn. Dus waarschijnlijk had ik toen al een beetje de tendens om me af te zetten tegen het establishment.
- Daar kan ik me volledig in vinden. Met z’n allen naar Frans Bauer kijken keur ik met afgrijzen af. Toch varen dat soort lieden wel bij de media aandacht, waardoor complete volksgroepen in een richting worden gedirigeerd. In de politiek zie je ook steeds meer dat mediagenieke politici het goed doen. Mensen doen weinig moeite om een keuze te funderen op een stukje eigen inzicht. Het inzicht houdt op waar de televisierubrieken stoppen met hun reportages.
- Dus jij zet je ook af?
- Iedereen heeft wel iets. Waar het om gaat is dat het gezond blijft.
- Maar ik koppelde toen bewustzijn nog erg aan af zetten. Net als de elite en de intellectuelen. Want die zetten zich ook af tegen het burgerlijke. Alhoewel ik de rijken in het algemeen juist de burgerlijkheid bij uitstek vindt. Hoe ze zich baden in hun rijkdom, verkwistend ziek.
- Je bent aan het generaliseren.
- Ik bedoel die rijken die ik bedoel. Wie de schoen past, trekke hem aan.
- Toch vind ik het niet juist om zo over rijken te spreken.
- Al goed. Ik sloeg dus die weg in. Het beïnvloedt je denken.
Kort daarna ging ik in dienst. Eigenlijk gebeurde in die periode niet iets wat sterk van invloed was op mijn leven. Maar vanuit mijn diensttijd ging ik dus op mezelf wonen, ver van thuis. En op dat moment begon het dus slecht te gaan, zoals ik al zei. Ik begon me al miserabeler te voelen, machteloos. Ik begon me in die periode, misschien ook al gedurende de diensttijd, al bewuster te voelen als de meeste mensen die ik tegenkwam of zelfs waarmee ik moest samen werken. En het gevoel begon me te bekruipen dat, alle bewustzijn ten spijt, de gang van zaken moeilijk te controleren is en zelfs je eigen gemoed behoorlijk kan kapot maken. Het leed bij andere mensen, soms zelf schuld maar vaak ook totaal onrechtvaardig, ging me steeds meer bezig houden. Ik wist er eigenlijk niet zo goed raad mee. Ik werd met andere woorden kwetsbaarder. En dat had ik niet verwacht maar daar had ik dus wel een uitlaatklep voor nodig. Daarom ging ik in die tijd meer schrijven.
- Hoezo, schreef je dan al?
- Ik ben erg vroeg begonnen met schrijven. Toen ik op de middelbare school zat, schreef ik al.
- Dus je was al een vervent schrijver?
- Zo zou ik het niet willen noemen. Ik schreef in ieder geval steeds mijn ellende op. Het was altijd al een uitlaatklep voor mij. Maar in die periode, toen ik langzaam emotioneel begon weg te zakken, werd schrijven enorm belangrijk voor mij. Ik las, ik schreef, ik las en schreef. Al lezend deed ik nieuwe inzichten op, werd gegrepen door iets en uitte mijn inspiratie op papier.
- Zo te horen heb je boeken vol.
- Ja.
- Heb je dat nog?
- Ja.
- Mag ik daar eens iets van lezen?
- Ja hoor. Ik heb ook wel eens gedacht om er iets van uit te geven. Maar ja. Zo belangrijk is dat niet.
- Maar nu wil je een boek schrijven!
- Ja. Maar dat is toch iets anders. Al die schrijfsels heb ik geproduceerd voor mezelf. Ik heb gezocht naar stukken erin die ik geschikt vond voor publicatie. Maar, een consistent boek kun je dat niet noemen.
- Wat je nu zegt lijkt wel op wat ik net heb voorgelezen van Rilke. Althans voor een deel, namelijk dat je het voor jezelf deed.
- Dat is ook zo. Laatst las ik het terug. In het begin was het een analyse van vaak allerdaagse dingen. Vraagstukken over persoonlijkheid, militaire versus burgermaatschappij, verliefdheid, analyse van boeken en de daarin geponeerde leerstellingen, de bijbel etc. Tussendoor ging het ook vaak over mij persoonlijk natuurlijk. Nu, tien jaar later, zou ik het beschamend vinden om zo te schrijven. Maar toen was het diepe ernst en realiteit. Ik voelde me niet stabiel, was soms verliefd, maar dat werd niet beantwoord, kwam in een mentaal dal terecht, even later bevond ik me op een hoge berg. Ik schreef van alles. Maar langzaam vond er een steeds grotere verdieping plaats. Ik moest mijn gevoel kwijt, mijn gevoeligheid werd steeds groter, zoals ik al zei. En, ja hoor, ik probeerde op een gegeven moment ook te dichten. Volgens mij was het meestal niets, maar omdat ik zoveel schreef, zat er soms wel iets aardigs bij. Destijds was ik er wel trots op.
- Ik ben benieuwd.
- Maar zeg, we moeten de volgende keer maar verder gaan. Het is al twaalf uur geweest.
- Ja. Wanneer zie ik je weer.
- Tja, dat kan wel even duren. Ik moet een paar weekenden achter elkaar werken en doordeweeks duurt de reis me te lang. En er is ook nog eens een feest. Ik denk dat het pas over twee maanden wordt of zo. Maar ik bel wel vantevoren.
- OK. Je weet dat ik het altijd leuk vind als je langs kom. En ik heb altijd een wijn in huis. Neem je de volgende keer wat te lezen mee? Ik ben best benieuwd.
- Is goed.”

Ze namen afscheid.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 16 november 2004


Geplaatst in de categorie: kunst

2.7 met 3 stemmen 941



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)