Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een scheppende kracht

Wat is de geheimzinnige “kracht” achter de evolutie naar hogere vormen van leven en bewustzijn? Dat is, denk ik, de door het holisme veronderstelde "neiging in de natuur tot vorming van gehelen die meer zijn dan de som van hun samenstellende delen". De evolutie is een geschiedenis van try and error; het gaat alle kanten op, maar de hoofdstroom heeft een duidelijke richting: van gescheidenheid naar vereniging.

Hoe kan uit een veelheid van eenheden een hogere eenheid ontstaan? Het gaat niet vanzelf. De onderlinge aantrekkingskracht moet daartoe resulteren in onderlinge samenháng en samenwérking.
In zijn boek “De wortels van het toeval” schreef Arthur Koestler, in dit verband:
“Ook onder biologen herleeft de belangstelling voor de mogelijkheden der levende materie tot het opbouwen van vormen van grotere ingewikkeldheid die op een hoger niveau eenheid-in-verscheidenheid tentoonspreiden – met andere woorden, voor de integratieve krachten van het leven, tegenover het begrip ‘evolutie-door-toevalsmutaties'".
Ter illustratie geeft hij een beschrijving van de slijmzwam, een amoebe die leeft op bacteriën tussen rottende bladeren. Ze vermenigvuldigt zich iedere paar uren door celdeling. Dit leidt tot bevolkingsexplosies en als gevolg daarvan tot voedseltekort. De amoeben houden dan op, zich als individuen te gedragen. Ze verzamelen zich tot groepen, die boven op andere groepen klimmen, waarna het middelpunt zich geleidelijk verheft tot een fallische erectie. Als ongeveer alle binnenkomende amoeben in deze vorm zijn opgenomen, kantelt hij en trekt hij als een soort slak over de grond naar een plek met gunstiger ecologische omstandigheden. Daar richt deze slak zich nogmaals op, onderaan gezwollen en bovenaan voorzien van een punt met een bolvormige massa sporen die, na verspreiding, elk weer een nieuwe amoebe voortbrengen.
Koestler schrijft: "Deze neiging tot ‘toenemende orde’ – een hogere vorm van eenheid bij een meer ingewikkelde soort – heb ik de ‘integratieve neiging’ genoemd.”

Het gaat dus over hogere vormen van leven die oprijzen uit onderlinge samenhang en samenwerking van lagere vormen, hetgeen aansluit bij wat ik zie als de weg die kan leiden naar collectief zelfbewustzijn: het hogere bewustzijn dat resulteert uit de samenhang en samenwerking van lagere bewustzijns. Dus: uit de materie rees het leven op, uit het leven bewustzijn, uit bewustzijn personalisatie
(zelfbewustzijn) en uit deze personalisatie zal (mogelijkerwijs) collectief zelfbewustzijn (is supra-personalisatie) oprijzen. Dat wil ik graag nog wat nader toelichten.

Eerst nog even terug naar het verhaal over de amoebenslak. Hebben amoeben bewustzijn? Ongetwijfeld, zij het op een heel laag niveau. Bewustzijn is namelijk in beginsel inherent aan leven. Alleen de wáárneming van bewustzijn is voor ons pas mogelijk als het zich tot voldoende niveau heeft ontwikkeld. Heeft de amoebe-slak bewustzijn? Ja, en stellig al op een iets hoger niveau; ze gedraagt zich immers als een hoger ontwikkeld organisme en ze beheerst, coördineert en "stuurt" de bewegingen van de amoeben waaruit ze bestaat. Het hogere en complexere organisme rijst op uit de samenhang en samenwerking van de lagere en relatief eenvoudiger organismen. Ik vermoed dat het noodzakelijk is om een bepaalde grenswaarde van complexiteit te overschrijden, wil bewustzijn overgaan in zelfbewustzijn. Die overgang naar een hoger bewustzijnsniveau noemt Marilyn Ferguson (in haar boek De Aquarius Samenzwering) "transformatie".

Ferguson verwijst naar de "theorie van dissipatieve structuren" van de Belgische Nobelprijswinnaar scheikunde Ilya Prigogine. Dissipatie betekent letterlijk "verstrooiing". Het woord wordt vooral gebruikt m.b.t. de overgang van energie van beweging in warmte. De theorie van Prigogine heeft in het bijzonder betrekking op de overgang van in oorsprong schijnbaar levenloze materie naar levende systemen. Open systemen in de natuur (een zaadje, een levend wezen, een stad) wisselen voortdurend energie uit met hun omgeving; vandaar dat Prigogine ze dissipatieve structuren noemt. Een dissipatieve structuur kent een hoge vorm van organisatie en is voortdurend in beweging. Ik citeer: "Let op de paradox: hoe coherenter of complexer de verbindingen van de structuur zijn, hoe minder stabiel die structuur is. Een verhoogde coherentie betekent een verhoogde instabiliteit! Het is deze instabiliteit die de sleutel vormt tot transformatie. De dissipatie van energie schept, zoals Prigogine aantoonde via zijn elegante wiskundige vergelijkingen, de mogelijkheid voor een plótselinge herordening. De voortdurende beweging van energie in het systeem heeft fluctuaties ten gevolge; wanneer deze gering van omvang zijn, worden zij door het systeem gesmoord en slagen zij er niet in de structuur ervan te wijzigen. Maar wanneer de fluctuaties een kritische omvang bereiken, 'verstoren' zij het systeem, zij verhogen het aantal nieuwe interacties binnen het systeem en brengen er een schok in teweeg. De elementen van het oude patroon komen op een nieuwe manier met elkaar in contact en leggen nieuwe verbindingen. De delen reorganiseren zich in een nieuwe eenheid. Het systeem bereikt een hogere orde."

Er is dus reden om hoop te putten uit de situatie waarin de mensheid is komen te verkeren. In de loop van de wereldgeschiedenis konden transformaties zoals die van anorganisch naar organisch, van onbewust naar bewust en van bewust naar zelfbewust, uitsluitend plaatsvinden bij een maximale (d.w.z. tot een bepaalde kritische waarde toegenomen) complexiteit en daaraan gerelateerde instabiliteit van de oude structuren. Welnu, we zien dat de samenhang en complexiteit van de samenleving tot een ongekend niveau is gestegen, dat die ontwikkeling zich in een voortdurend, zichzelf versnellend tempo voortzet én dat dienovereenkomstig ook de beweeglijkheid en de instabiliteit toenemen. Dat betekent: we zijn als mensheid in hoog tempo onderweg naar die kritische grenswaarde van complexiteit en instabiliteit die een plotselinge transformatie naar een hoger niveau mogelijk maakt.

Hieraan dient een waarschuwing te worden toegevoegd. Ferguson suggereert dat voldoende toename van complexiteit noodzakelijkerwijze uitmondt in transformatie naar een hogere orde. Maar dat hóeft niet zo te zijn. De kritische waarde van complexiteit/instabiliteit is ook een kritieke waarde in de gebruikelijke zin van het woord. Het betekent: erop of eronder, transformatie of ontploffing. Toch zou zelfs dat laatste maar een tijdelijke terugval zijn. De hoofdstroom van de evolutie beweegt zich, met vallen en opstaan, onstuitbaar van eenvoudig naar samengesteld.

Schrijver: N. Wamelink, 29 november 2004


Geplaatst in de categorie: filosofie

0.4 met 8 stemmen 830



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)