Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een snelle keuze

Ik kan het gewoon niet laten, elke zaterdag lees ik in de Volkskrant de contactadvertenties. Uit nieuwsgierigheid doorzoek ik de rubriek “Vrouw zoekt Man”.
Niet van A tot Z natuurlijk, maar heel selectief. Langzamerhand heb ik een bepaald selectiepatroon ontwikkeld. Aan de hand van de netnummers van de telefoon kijk ik waar de vrouwen wonen. Niet te ver weg dus. Dan lees ik de beschrijving die ze van zichzelf geven. Dat zegt me niet alleen iets over hun uiterlijk maar ook over de manier waarop ze tegen zichzelf aankijken. Meestal haak ik op dat punt af. Soms omdat hun uiterlijk me niet aanstaat - ik houd bijvoorbeeld niet van volslank - soms ook omdat ze daar niets over zeggen. Al te nadrukkelijk noemen van het opleidingsniveau staat me ook tegen; een vage aanduiding vind ik genoeg. Als ik verder lees, kijk ik naar de verwachtingen en de eisen die ze stellen. Nou ja, eisen, die leg ik natuurlijk naast me neer. Ik rij prinsheerlijk op een zwart herenrijwiel, dus ik ga echt geen wit paard kopen.
Maar het belangrijkst vind ik de stijl waarin de advertentie is gesteld. Als die blijk geeft van creativiteit en van taalgevoel word ik nieuwsgierig. Superromantisch gezwijmel laat me koud en op esoterische cliché’s knap ik af. Soms getuigt de tekst van humor en zelfrelativering. Dan probeer ik me de vrouw achter de tekst voor te stellen: figuur, postuur, kledingstijl, gezicht, haarkleur, stem, geur. Kom ik zo in de juiste stemming dan schrijf ik een brief. Niet een lang verhaal en zeker geen lang c.v. Als het niks wordt is al die moeite voor niks geweest. Laat ze maar nieuwsgierig worden. Natuurlijk stuur ik wél een foto mee. Daarmee haal ik de twijfelaars over de streep. Al met al een onschuldig tijdverdrijf, net als flirten en kennismaken in de kroeg.

Zo reageerde ik een paar maanden geleden op een advertentie van een vrouw die op zoek was naar een serieuze man met gevoel voor humor. Ook de rest van de tekst stond me wel aan. Ik schreef een brief met de nodige humor, maar ik liet doorschemeren dat ik het leven ook serieus neem en ik eindigde met de zin waarmee moderne sprookjes eindigen: “. . . en ze leefden nog lat en gelukkig”.

Een week later kreeg ik een telefoontje van een vrouw die zei dat ze Nora heette. Ze vertelde dat ze een paar jaar jonger was dan ik en dat ze in Haarlem woonde. Ik kon niet zeggen dat het meteen klikte - soms héb je dat aan de telefoon - maar toen ze voorstelde elkaar een keer te ontmoeten, stemde ik in. M’n agenda was de komende tijd vrij leeg en ik vond het wel interessant om ook eens kennis te maken met iemand waarvan ik weinig verwachtte. Noem het maar een vingeroefening. We spraken af elkaar de volgende zondagmiddag te ontmoeten in de hal van het centraal station in Utrecht. Zij zou mij wel herkennen van mijn foto en ze beschreef zichzelf als: niet te groot, vrij slank en een beetje zuideuropees. Ik beloofde dat ik de Volkskrant zichtbaar bij me zou hebben.

Die zondagmiddag zat ik om kwart voor twee de Volkskrant te lezen, op een bankje in de hal van het centraal staton in Utrecht, in de buurt van het grote bord met de vertrektijden, zoals afgesproken. Af en toe keek ik op om te zien of ik een vrouw zag die aan de beschrijving voldeed. Midden in een boeiende column van Jan Blokker zei een vrouwenstem: ”Hallo. Heb je de krant haast uit?” Ik keek op en zag een lichtbruin Afrikaans gezicht omkranst door zwarte krullen. Niet helemaal wat ik verwacht, flitste het door me heen. Maar ze lachte lief. “Ik ben Babette”, zei ze. Ben jij Hein?” “Nou”, zei ik, “als je het niet erg vindt heet ik Geert.” Ze kwam naast me zitten en lachte verbaasd. Ze zag er aantrekkelijk uit en ik zag aan haar ogen dat ze mij ook wel leuk vond. Langs haar krullenhoofd kijkend zag ik even verderop een man zitten die ook de Volkskrant las. Hij had ongeveer mijn postuur en uiterlijk, voor zover ik kon zien. “Oh!” zei ze geschrokken, “Ik heb een afspraak met Hein.” Ze had iets ondeugends in haar ogen en iets twinkelends in haar stem. Ik besloot iets grappigs te zeggen. “Ach”, zei ik, ”vroeg of laat hebben we allemaal een afspraak met Hein.” Ze keek me niet begrijpend aan. “Magere Hein”, zei ik. Ze schoot in de lach en zei ad-rem: “Ja, maar daarvoor is het nog een beetje te vroeg, anders zat ik hier niet.” Toen ik langs de andere kant van haar hoofd keek, zag ik een vrouw zoekend rondkijken. Ze beantwoordde ongeveer aan het signalement van mijn afspraak. Maar ze zag er niet aantrekkelijk uit, dat zag ik in één oogopslag. Ze was gedrongen en had een lange neus, wat haar een pinnig uiterlijk gaf. Dat was absoluut niet in overeenstemming was met de stijl van haar advertentie.
Ik wil hier weg, dacht ik, voor de situatie duidelijk wordt. Maar ik wilde Babette ook niet zomaar laten gaan. Ik probeerde ondeugend te kijken en stelde voor:
“Zullen we ergens iets gaan drinken?”
“Ja, gezellig, maar niet hier.”
“Nee, ik weet wel iets.”
“Ken je Utrecht?”
“Goed genoeg. Laten we naar het Domplein gaan, daar zijn wel wat leuke kroegjes en terrassen.”

We stonden tegelijk op, ik stak uitnodigend mijn elleboog uit en ze haakte spontaan in. Het ging zó vanzelfsprekend dat we er zelf om moesten lachen. Terwijl we in de richting van Hoog Catharijne liepen, keek ik over m’n schouder. De vrouw waarvan ik dacht dat ze Nora moest zijn sprak de man aan waarvan ik dacht dat hij Hein moest heten. Ik keek naar Babette’s krullebol naast me en drukte haar arm tegen me aan. Ze keek me met een knipoog aan, alsof ze wist wat ik gezien had.

Schrijver: Geert Kruideren, 17 januari 2005


Geplaatst in de categorie: liefde

3.2 met 13 stemmen aantal keer bekeken 1.786

Er is 1 reactie op deze inzending:

ari vlasblom, 20 jaar geleden
Een prachtig verhaal, Geert!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)