Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ralfje 5

De Draak

Bret stond midden in de kamer. Iedereen wachtte gespannen totdat hij eindelijk van wal zou steken maar het leek alsof hij niet durfde te beginnen met zijn verhaal. Tenslotte hakte hij toch de knoop door. Stotterend en struikelend over zijn woorden begon hij;

- Zoals ik al zei, is het geen fraai verhaal en zijn wij Korrigans niet trots op wat wij met onze daden veroorzaakt hebben. Het begon allemaal op de eerste lentedag de dag dat wij ons goud in de ochtendzon te drogen leggen; de mensen een beetje plagen door ze te laten verdwalen of hun vee stiekem in andermans weide laten grazen.Onschuldige plagerijtjes. De mensen hebben er weinig of geen last van: en sommigen van hen hebben er zelfs een gewoonte van gemaakt ons gunstig te stemmen door schoteltjes melk bij hun achterdeur neer te zetten; zodat wij hen maar niet zullen plagen. Die eerste lentenacht hadden wij net een paar katten bij een schoteltje melk vandaan gejaagd; de melk opgedronken toen we twee kraaien hoorden praten over de draak.

De draak Albi was verliefd. Hij had bij een bevriende Chinese draak om de hand van diens beeldschone drakendochter gevraagd. En wonder boven wonder had de vader van het drakenmeisje zijn toestemming gegeven.
Er was een probleem, het drakenmeisje was al een poosje zoek. Hij had beloofd dat Albi met haar mocht trouwen zodra zij was gevonden.

Albi was in alle staten van opwinding. Hij zou zijn bruid gaan zoeken. Hij was van zijn eiland gekomen en had zoals zijn gewoonte was het eiland in een dikke mist laten verdwijnen door met zijn hete adem in de oceaan te blazen.


Nu kon hij ongezien een rondje vliegen. Daarna was hij doorgevlogen naar een open plek ergens in het bos waar een bron opwelde uit de donkere aarde.
De bron liet zijn water in een glinsterend meertje lopen. Men noemde het de feeënspiegel.
Albi was een zeer ijdele draak en bekeek zichzelf graag in de feeënspiegel. Nadat hij zijn schubben had geborsteld en zichzelf had bewonderd ging hij aan de rand van het meertje over zijn bruid zitten dromen.
Vliegende draken kunnen niet goed tegen water omdat hun vuur dan uit gaat. Als hun vleugels toch nat worden van de ochtend dauw kunnen ze geen grote afstanden meer vliegen. Albi moest voor het ochtendgloren weer terug zijn in zijn veilige grot op zijn eiland voor de kust van Bretagne.

Hij had helemaal geen tijd om te dromen want zijn grot moest grondig worden opgeruimd.
De ondergrondse gangen moesten worden aangeveegd zodat zijn bruidje in een keurige grot kwam. Nee de draak zou haar vorstelijk ontvangen zodra ze getrouwd waren.
Per ongeluk hoorden Bran en ik dus van de kraai dat de verliefde draak bij de feeënspiegel zat te dromen. Wij wilden hem wel eens van dichtbij zien. Alleen om te zien of hij echt rood/groengevlamde schubben had. Flora wilde ook weten of het echt waar was dat dauwdruppels die op een vliegende drakenstaart vallen er als kristallen balletjes van afvallen.

Zo kwam het dus dat we deze nacht met ons drieen op weg gingen om de draak te begluren en een beetje te plagen.
We vonden de draak snel en Flora begon druppels dauw op te vangen in een flinke leliekelk. De rood/groengevlamde draak merkte het niet. Hij zat dromerig naar de maan te staren. Het leek zelfs alsof hij glimlachte, en dat is heel bijzonder, want draken glimlachen nooit?

Wij slopen dichterbij. Heel voorzichtig druppelden wij een paar spetters dauw op de staart van de draak. En het was waar. Prachtige heldere kogelronde kristalletjes rolden tinkelend van de gloeiend hete staart van de draak zo pardoes in het rond op de grond. Overmoedig geworden probeerden wij de druppels groter te maken. Plotseling goot Flora ineens de hele inhoud van de kelk over de staart uit. Het siste als natte paddenstoelen in een pan heet vet en de draak schrok op uit zijn droom.
Brullend en vlammen spuwend raasde hij geschrokken en boos in het rond. Hij gleed uit over de rondslingerende kristallen en viel pardoes op zijn rug. Hij kon niet meer verhinderen dat een van zijn kolossale vleugels het water van de feeënspiegel raakte.
Wij schrokken ons een hoedje en vluchtten achter de bron in een spelonk van de rots waar we ons stilhielden als muisjes.

De draak had Flora te pakken en nu vloog hij in cirkels boven het meer en brulde boos en zwaar gewond; dat de fantasie wereld met hem ten onder zou gaan en dat hij, Albi de draak, wist hoe je de tovervloek van de bron ongedaan kon maken; en vervolgens sprak hij nog meer duistere woorden. Daarna vloog hij met Flora spartelend in zijn klauwen, slingerend weg. Flora riep angstig om hulp, maar niemand kon haar meer helpen, zelfs Gwennie niet. Gwennie was zo bang van vuur dat ze niet meedeed aan dit hachelijke avontuur en de draak op een veilige afstand volgde.
Bran kreeg een idee. Hij stelde voor om het onweer op te roepen; er bestond namelijk een legende die beweerde dat wanneer je de rots bij de bron zeven maal met water overgoot er een onweer zou losbarsten. En het onweer zou de draak doen landen.
Zo gezegd zo gedaan. Wij maakten de bezwerende bewegingen die nodig waren.
We vulden mijn hoed met water uit de bron en goten dat op de platte rots.
We deden dat zeven maal zoals hoort.

Donkere wolken pakten zich samen boven ons De wind kwam gierend tussen de bomen door zoeven. Dreef de wolken voor zich uit in de richting waar Albi met Flora was heen gevlogen.
Bliksemschichten schoten langs het hemelgewelf en zetten de omgeving van het eerst zo rustige meertje in een angstaanjagend licht.
Grote regendruppels vielen uit de donkere wolken op ons neer. Wij verscholen ons onder de rots bij de bron; ons afvragend of we soms weer een domheid hadden begaan waar we spijt van zouden krijgen.

Wordt vervolgd

Schrijver: Willy Vittali, 12 november 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 1 stemmen 242



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)