Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Titaantjes van Nescio en mijn twee vrienden van vroeger

Ik werd vanmorgen om vier uur wakker en hoorde later op de radio dat er het boekenbal was met de zin van Nescio “jongens waren we, maar aardige jongens”.
Meteen dacht ik aan mijn favoriete boek en zette de cd op met het verhaal verteld en luisterde aandachtig en dacht er over er zelf een stukje over te schrijven. Titaantjes verteld over vrienden begin vorige eeuw en hoe zij waren toen ze jong waren en hoe het met hun verder ging als ze moeten gaan werken en de verteller somber wordt van dat leven. Op het atheneum was dit met de Uitvreter van Nescio mijn mooiste boek ooit en later kocht ik een oud boekje bij het antiquariaat in Groningen.

Ik ben nu veertig en zie mijn vrienden van vroeger soms nog.
S. is nu getrouwd en werkt en heeft een kind.
R. werkt en woont nog in zijn geboortedorp en reist de wereld rond.
Zelf werd ik ziek maar herstel nu en woon nu begeleid met moeder om de hoek en ben ook een beetje blijven schrijven zoals ik dat altijd al wilde.

We zijn dus wel goed terecht gekomen nadat we twintig waren en van het leven genoten en weinig verplichtingen hadden en op vakanties gingen en in de weekenden op stap gingen. We waren ook aardig en waren gelukkig. Het lijkt al lang geleden en toch ook nog maar net voorbij en we zien er nog jong uit. We zijn in de kern nog zoals toen maar het leven is wel veranderd en de wereld ook. Ik kreeg mijn ziekte die mij zwak maakt in prestaties en R. verloor zijn ouders. Zoals vroeger is het niet meer en dat komt ook niet meer terug en veel ben ik ook vergeten behalve dat het een goede tijd was, soms droom ik er nog over.
S. en ik zaten op dezelfde school, R. is erg technisch. We houden allemaal wel van muziek van toen en van autorijden.

Nescio besluit zijn boek met dat de wereld is zoals hij is en dat je geen antwoord op de vraag krijgt waarom dat zo is en dat het God is die dat doet en dat hij van zijn vrienden houdt maar ook wat somber is geworden en dat het niet met iedereen goed afloopt en dat je moet werken voor de kost.
Ik besluit met de conclusie dat het mijn lot is om ziek te zijn en rustig te leven maar heb daar ook geen vrede mee soms. Ik kwam in St. Nicolaasga als vreemde en ze hebben me daar gastvrij onthaald en het gaat ons goed. Wie weet waar we over twintig jaar zijn en over nog eens twintig, die tijd van onze jeugd hebben we maar mooi van genoten zoals het leven bedoeld is om te leven in je jeugd, en iedereen krijgt vroeg of laat met iets naars te maken, ook dat hoort bij het leven maar er komt ook weer een tijd die beter is. Ik ben wel somber geweest maar ben het niet gebleven. Vriendschap is voor altijd en soms voor even maar we zijn vrienden gebleven.

Schrijver: foppe oostenbrug, 12 maart 2010


Geplaatst in de categorie: vriendschap

3.0 met 4 stemmen 267



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)