Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Dag lief meisje-deel 1

September 2003, de uitgerekende maand van haar zwangerschap, kwam nu dichtbij. Eigenlijk wel jammer, want ze genoot zo van haar mooie ronde buik. Af en toe belde een collega of ze het in die warmte nog volhield met haar buik. ‘O ja, het kan me niet lang genoeg duren’, zei ze dan vol vreugde en trots.

Ze veegde wat zweetdruppels van haar gezicht met een zakdoek die ze uit haar broekzak wurmde en keek op de thermometer. ’Pff, 28 graden’, dacht ze en legde haar handen tevreden op haar buik. Lachend zei ze tegen haar ongeboren kind: ‘Wacht maar even tot het wat koeler wordt, kleintje’.
De dagen verstreken en de eerste voorweeën dienden zich aan. Samen met haar schoonmoeder, die ze als haar eigen moeder beschouwde, zocht ze kleertjes uit. Een crèmekleurig pakje, minisokjes en een geel mutsje. Dat kon zowel een jongetje als een meisje aan.
Blij en opgetogen keek ze naar het bedje dat netjes opgemaakt stond te wachten in het kleine babykamertje. In dit babykamertje had ook haar driejarige zoontje geslapen. Hij had een grotere kamer gekregen waar nu ook het kraambed gereed stond voor de baby. Alles was klaar voor de komst van hun kindje, nu zou het niet lang meer duren.

Drie oktober 2003: de uitgerekende datum was allang verstreken. De controles waren goed, maar omdat het de tweeënveertigste week was, besloot de arts een echo te laten maken. De echo was bedoeld om te kijken of de baby nog genoeg vruchtwater had om eventueel na het weekend geboren te worden. De huisarts belde het ziekenhuis en ze konden dezelfde middag nog komen.

In de wachtkamer bij de verloskundige zaten blije, zwangere vrouwen die over de komst van hun baby spraken. Drie oktober was ook de dag waarop de bewoners van de afdeling waar ze werkte verhuisden naar het nieuwe verpleeghuis. Graag was ze erbij geweest, maar in haar toestand was dat niet mogelijk.
Na een tijdje gezellig te hebben gekletst over ditjes en datjes werden ze binnen geroepen. Een vlotte zuster vertelde haar dat ze een band om haar buik kreeg om de hartslag van het kindje te controleren. Ontspannen luisterde ze samen met haar man naar het babyhartje. Op hetzelfde moment voelde ze de kleine voetjes tegen de binnenkant van haar buik trappelen. ‘Ja kleine spruit, straks moet je eruit’, grapte ze, terwijl ze lachend haar buik vastpakte.
Het half uur was om, de vriendelijk zuster haalde de band los en meldde dat ze nog even in de wachtkamer mochten plaats nemen. Er zou nog een echo gemaakt worden om te kijken of het kleine mensje tot maandag kon wachten. Het was nl. vrijdag en in het weekend haalden ze geen baby’s als het niet nodig was.

Na een kleine tien minuten verscheen er een lange man in een witte jas. Hij nodigde hen uit om hem te volgen. Ze mocht plaats nemen op de onderzoekstoel . De arts, die ze kende van de geboorte van haar zoon, lachte vriendelijk en zei: ‘Zo, we zullen eens kijken wat deze kleine wil’. Al snel verscheen op het beeldscherm een klein wezentje dat rustig bewoog. Haar verlangen om het nu echt vast te houden werd door de beelden groter. De arts staarde naar het beeldscherm en begon te meten. Hij bediende allerlei ingewikkelde knopjes De man die eerst zo vriendelijk lachte, kreeg nu een bedenkelijke uitstraling.

Terwijl ze naar haar man en de dokter keek, kwam er een vreemd gevoel in haar op.
‘Ik vind het zo klein’, mompelde de arts, ’42 weken toch?’, informeerde hij nog eens. ‘Ik kom maar op drie pond’, zei hij voorzichtig.
Hij sloot het beeldscherm af en pakte de telefoon. Paniek overspoelde haar, want ze hoorde hem ingewikkelde termen gebruiken die zij als verpleegster wel begreep. ‘Ik wil je opnemen’ zei hij terwijl hij de hoorn op de haak legde. De baby had een forse groeiachterstand, maar de oorzaak kon hij niet vaststellen. De tranen stroomden haar over de wangen terwijl ze achter de man naar de afdeling liep. Allerlei vragen en gedachten kwamen in haar op.

Ze werden door een jonge blonde zuster ontvangen. ‘Ik ben zo bang en wil naar huis’ zei ze zacht tegen haar man die haar hand vasthield. ’Ik durf nu niet te bevallen; mag ik naar huis?’, smeekte ze de lieve zuster. Na wat overleg werd besloten dat ze naar huis mocht en de dag daarna terug mocht komen om de bevalling in te leiden.

Die nacht sliep ze heel onrustig. Ze dacht steeds aan de woorden van de arts. Ook wist ze dat artsen er regelmatig naast zaten met metingen. Ze zag erg tegen de bevalling op, want als het kunstmatig opgewekt wordt, is het heftiger dan wanneer het lichaam het zelf doet. Ze probeerde haar angst te onderdrukken door aan de fijne kraamweek te denken. Vier oktober zou ze haar kindje op haar buik voelen. Alles zou dan achter de rug zijn, zodat het genieten kon beginnen.

Schrijver: Dyenne Hendrikse, 4 april 2011


Geplaatst in de categorie: afscheid

4.4 met 15 stemmen 389



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)