Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hoog bezoek

Bij Wouter en Mien stopte een dure zwarte auto voor de deur.
Het rechterportier ging open en er stapte een vrij jonge man uit, gekleed in een gestreept grijs kostuum.
''Hij komt mij bekend voor, zie hem eens smakelijk lachen, het is onze minister-president, maar wie is de bestuurder dan?''

De twee mannen wezen toen naar hun huis.
Wouter zag dat, en zei:
''Waarom moeten ze bij ons zijn, heb jij een idee, darling?''
''Je hebt gelijk, ze komen naar ons toe, misschien willen ze weten waar de hunebedden precies liggen en wat jij er op geschreven hebt, ouwe?''

De huisbel rinkelde.
Hij keek nog snel of zijn gulp dicht zat, en open de deur.
''Dag heren, goedemorgen.''
De minister president:
''Goedemorgen, heeft u gezien wie wij zijn? Schrik maar niet, want ik ben de baas van Nederland en hij is mijn knecht.''

Wouter zei stamelend:
''U bent toch onze minister-president. Ik heb u gisteren nog op de televisie gezien en dat we trots moesten zijn op ons land.''
''Zo is dat, mogen we binnen komen, want we hebben een verzoek aan u en uw echtgenote.''

Hij keek op zijn briefje, en zei:
''Voor alle zekerheid, jullie zijn toch het echtpaar Wouter en Mien, hé?''
''Dat klopt, mijnheer de president''
Mien kwam ook de gang in en met ontzag keken de ministers naar haar en begroetten haar met een buiging.
''Dag mevrouw, wij zijn blij, dat we bij u even mogen plaats nemen na die lange rit uit Den Haag.

''Neemt u plaats in de huiskamer, liefst aan de grote tafel want daar staan vier stevige stoelen.
''Mag ik de heren een kopje koffie aanbieden?''
''Dat vinden we aardig, heeft u ook boerenkoffie, want van die Haagse bakkies wordt je ook wel eens beroerd.''

''Doe ik heren, komt voor de bakker.''
De knecht:
''Komt de bakker ook, baas?''
''Man waar zit je verstand, dat is gewoon een uitdrukking. Ik heb wel een opdrachtje voor je, haal uit mijn koffertje in de auto dat pakje met gevulde koeken, want ik krijg trek.''
''Doe ik baas'', en weg was hij.

Wouter moest steeds lachen om die twee, hij begreep er niets van waarom de baas van Nederland bij hun moest zijn.
Toen ze met z'n drieën aan de tafel zaten en de knecht lang weg bleef kwam de baas met een voorstel:
''Wat blijft die gozer toch lang weg hé, hij zal wel aan een flesje bier zitten te lurken. Een geintje uithalen wil ik, doen jullie mee?''
Het echtpaar keek gespannen naar de minister-president.

Die begon al te lachen, en hij haalde een klein apparaatje uit zijn zak.
''Dat ding leg ik hier onder de kussen van deze stoel en als hij straks daarop gaat zitten, dan hoor je het geluid van een harde scheet'', en hij brulde weer van het lachen.
Mien dacht wat een kwajongen en rende naar de keuken met een hand voor haar mond.
De huisbel rinkelde weer. Daar was de knecht weer met de gevulde koeken en een paar flesjes bier.

Hij kwam de kamer in en zette de flesjes op de tafel, en zei:
''Jullie lusten wel een biertje, hé?''
''Gaat er bij ons altijd in'', zij Wouter.
Mien haalde ook voor de knecht een bakkie boerenkoffie. Iedereen zat gespannen te wachten wanneer de knecht nou eens ging zitten, hij liep maar heen en weer.

''Kom er bij zitten, je koffie wordt koud'', zei de president
''Oké baas,ik kom'', en hij liep naar de stoel en liet zich op de zitting vallen. Toen gebeurde het, een enorme knal kwam onder zijn kont vandaan.
Mien kreeg bijna diarree van de spanning en kon haar lachen niet inhouden.

De minister-president:
''Gadverdamme Jannes, wat flik je me nou, wie laat er nou een scheet bij vreemden, wat moeten die eenvoudige mensen wel van ons denken.''
De knecht was totaal van de kaart en snapte er niets van. Hij wist zeker, dat hij geen scheet had gelaten. Toen keek hij onder het kussen en zag dat apparaatje liggen en begon keihard te lachen, en riep:

''Wie heeft dat geflikt, U mevrouw?''
Mien kreeg een hoogrode kleur, en zei:
''Dat heb ik niet gedaan eerwaarde, het is al erg genoeg, dat mijn man de hele dag scheten laat.''
''Ik heb het gedaan'', zei de president.
''Dat dacht ik wel'', zei de knecht.

Toen begon de president weer:
''Lieve mensen,jullie willen graag weten waarom wij hier zijn gekomen? Het zit zo, wij komen vaak een borrel drinken bij mevrouw de Barones en die heeft mijnheer Wouter aanbevolen als butler bij de verjaardag van de Commissaris van de Koningin. U staat bekend, dat u de glazen tot aan de rand vult en dat waarderen wij ten zeerste. Hun eigen butler verloor de helft van de drank en daar zitten we natuurlijk niet op te wachten. Heeft u er zin in?''

Wouter schudde zijn hoofd met instemming.
'' Mevrouw, ook hebben wij een verzoek, want U schijnt de kippenpootjes heerlijk knapperig te bakken. Daarom zouden wij het op prijs stellen, als u meekomt. Wij willen u een vergoeding betalen van vierhonderd euro, zodat ook u weer uw drankvoorraad behoorlijk kan aanvullen. Hebben jullie er zin in?''

De oudjes waren buitengewoon verrast en blij, dat was even een meevaller.
Toen opende de minister-president zijn portemonnee en gaf Mien vast tweehonderd euro en zei:
''Met niemand erover kletsen hoor, belasting vrij, anders krijg ik gelazer met Financién.''
Dat werd beloofd.
Eindelijk namen de heren afscheid en werden ze door het echtpaar naar de deur geleid, waar zij een pakkerd kreeg van beiden heren.

Wouter vroeg:
'' Wanneer gaat het gebeuren, eerwaarde?''
'' Over twee weken, maar jullie krijgen bericht, nogmaals bedankt hé'', en ze liepen naar hun auto. Toen maakte Wouter een grote fout door te roepen:
''De mazzel, hé.''
''Dat kan je toch niet zeggen tegen die hoge lui, halvegare dat je bent'', zei Mien.

Schrijver: kees niesse, 6 juli 2011


Geplaatst in de categorie: verjaardag

1.3 met 3 stemmen 225



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
7 juli 2011
Email:
hmessielive.nl
Kees, dit is een kostelijk verhaal over de minister-president, die lang een eenvoudige omweg te horen krijgt aan wel adres hij eens moet zijn.
Wat grappig hoe die heel hoge Pieten gemoedelijk en ontspannen, heel doodgewoon, bij die twee volksmensen op bezoek zijn.
Mijn verhaal "De oude boerenknecht": Het is een oude vrijgezel, die bij de boer inwoont, zoals dit vroeger dikwijls het geval was. Hij leefde in de tijd dat de mensen door bleven werken tot ze helemaal versleten van de ouderdom waren. Nog
geen sprake van AOW!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)