Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De wijze boer

Een mooie parabel waarbij een priester een lokale Afrikaanse visser probeert te stimuleren het anders aan te pakken.

De visser zit met z’n hengeltje in de schaduw van een boom en probeert van daaruit z’n dagelijkse kostje bij elkaar te hengelen. De priester wijst hem erop dat hij veel beter een kano kan bouwen en zo meer vis kan vangen. Wat hij te veel vangt kan hij verkopen en met het verdiende geld, een nog grotere boot bouwen: meer vis vangen, personeel in dienst nemen en voor hem laten werken en zo rijk worden dat hijzelf onbekommerd een hengeltje kan gaan uitwerpen. De visser antwoordt daarop dat hij dat nu ook al doet en zich dus geen zorgen op de hals gaat halen.

Natuurlijk heb ik dit eerder verteld, want ik vind het zo mooi. Hij geeft zo duidelijk weer wat mensen bezielt en legt de vraag neer wat belangrijk is in het leven en wat geluk is.
Vaak worden dit soort levensvragen verpakt in de meest mooie parabels omdat de mensen de daarin verpakte inzichten en boodschappen blijkbaar heel moeilijk naar het dagelijkse leven kunnen vertalen. Men heeft gewoon de tijd niet meer om zich over dergelijke zaken te bezinnen – we moeten mee in de ratrace die tegenwoordig op alle niveaus schijnt te zijn doorgedrongen. Je moet alert zijn, je positie verdedigen, want voor je het weet lig je te ver achter en mis je de boot en ben je een zogenaamde ‘loser’.

Toch zo af en toe zie ik een soortgelijke parabel in de praktijk voorbijkomen. Gisteren was er bijvoorbeeld een uitzending van het tv-programma Zembla, waarin de industrialisatie van de melkveehouderij centraal stond.
Men liet verschillende boeren aan het woord, met verschillende werkwijzen. De ene boer liet zijn oren hangen naar de tegenwoordig geboden mogelijkheid om steeds meer te produceren. Megastallen, de koeien binnen houden en zoveel mogelijk melk uit een koe proberen te halen, dat was zijn doel. Dus hoe meer koeien hoe meer er mogelijk verdiend zou kunnen worden.
Een andere boer had naar ik meen zo’n dertig koeien en liet ze zo veel mogelijk buiten grazen. De eerste boer, de ‘moderne’, gaf aan dat je wel mee moest met de schaalvergroting, de kans lag er nu, dus nu was het investeren met het oog op de toekomst.
De andere boer, de ‘ouderwetse’, deed het al jaren op z’n oude vertrouwde manier en het was aan de man te zien dat hij het met plezier deed. De ‘moderne’ boer liet een enigszins gedreven en opgejaagde indruk achter. Op de vraag of hij jaarlijks een bepaald inkomen wist te vergaren, wist hij te vertellen dat hem dat in het verleden wel lukte, maar momenteel kwam hij daar niet aan toe, natuurlijk in verband met de vele investeringen. De ‘ouderwetse’ boer vertelde dat hij op zijn manier van werken genoeg verdiende.

De vraag is dan natuurlijk hoe kan dat?
De verklaring is dat de ‘moderne’ boer erg veel investeert om op zijn manier de race met de concurrenten vol te houden. Hij moet her en der in het land, weiland erbij kopen of pachten om een groter aantal koeien te rechtvaardigen en blijft in het cirkeltje van het meer en meer rondzwemmen.
De ‘ouderwetse’ boer die al zijn weilanden om de boerderij had liggen gaf als verklaring dat hij het goed had, doordat hij zijn koeien gewoon zoveel mogelijk buiten liet lopen en ze zich te goed liet doen aan het gras met de daarin groeiende, voor de koe noodzakelijke, kruiden. Hij investeerde niet in de hightech melkinstallaties, geen dure loopstallen en allemaal krachtvoeren om de koeien op de been te houden en zo veel mogelijk melk te laten produceren en had aanzienlijk minder dierenartskosten. Zijn winst lag dus in het zich niet de kop gek laten maken. Maar de man had, ondanks zijn sobere manier van werken, wel degelijk een visie. Hij maakte zelf yoghurt, kefir, kaas en andere producten en verkocht die aan huis en leverde ze aan de biologische winkels.

Inderdaad, allemaal iets duurdere producten, maar ook kwalitatief beter en gezonder. Dit laatste werd wetenschappelijk aangetoond en bevestigd. De melk geleverd door koeien die hoofdzakelijk buiten liepen en leefden van gras, bezat veel meer omega’s en andere belangrijke bestanddelen, die duidelijk niet meer zaten in de melk geleverd door binnenkoeien, die voor het merendeel door maïs, soja, pulp en andere middelen op de been werden gehouden en welk voer beduidend veel duurder is.

Een koe is een grazer en moet niet als een toekomstige legbatterijkip worden gehouden is een conclusie die getrokken mag worden.
Natuurlijk zijn er veel partijen die er baat bij hebben dat de boer steeds meer investeert: degene die de nieuwe stallen bouwt, de leverancier van veevoer, de melkfabrieken die een hogere melkproductie stimuleert en beloont, ook de banken hebben er baat bij. Toch werd er wel degelijk op gewezen dat die boeren zich in een kwetsbare positie bevinden, dat moge duidelijk zijn. Hun lot ligt in handen van het Europees Parlement.

Aan de andere kant is het ook zo dat een concern als Campina Friesland, een nieuwe gescheiden melklijn heeft opgezet met een product als ‘weidemelk’, van koeien die een gedeelte van het jaar buiten lopen, en een kwaliteitsproduct suggereert – voor wat het waard is.
Maar is het niet onze taak de wereld te voeden? Deze vraag werd de toenmalige staatssecretaris Dijksma gesteld. Zij bevestigde dat, maar wees erop dat dit niet met producten hoefde, maar vooral met kennis, zodat men het daar zelf ook beter leert toe te passen.
Een staatssecretaris die al wel vaker werd betrapt op verstandige uitspraken en beslissingen.

Waar het mij in dit verhaal eigenlijk om gaat is, dat wat ik toen in die uitzending zag op een of andere manier toch moest denken aan de parabel van de eenvoudige visser, en dat de wijsheid uit zo’n oud verhaal misschien ook nu nog z’n waarde heeft, misschien juist nu wel meer dan ooit.

Schrijver: c. ale
Inzender: C.A. de Boer, 9 mei 2018


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 1 stemmen 120



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)