Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De kamer van mijn broer

Het binnengaan mijn broers kamer voelt als een vuist in mijn gezicht.
Over de hele vloer ligt een tapijt in de kleur van rijpend graan. De muren zijn geverfd in een doffe, ijzerachtige tint, als opgedroogd bloed. Zelfs op bewolkte dagen lijkt de kamer te gloeien, alsof er ergens in de buurt brand is. Op zijn bed ligt een schreeuwende deken. Oranje. Als je erop gaat zitten, voel je de warmte van een net uitgeschakelde motor. De kleur maakt hem wakker, zegt hij, alert.
De violette gordijnen doen denken aan oude theaters. Ze lijken voortdurend vooruit te wijzen naar iets dramatisch. Het is alsof de zon teruggetrokken in de plooien leeft. Mijn broer sluit ze nooit helemaal, zodat er altijd een strook licht naar binnen valt: van de zon, de maan, de lantaarnpaal voor het huis, voorbijrijdende auto’s.
Op zijn bureau staat een zelf gekleide asbak. Het briljantgele geval is kromgetrokken in de oven, maar hij is er trots op. Het glazuur lijkt te smelten en op het punt te staan over het bureau te zullen stromen. Zijn mok heeft dezelfde kleur. Hij drinkt daar zijn koffie uit, zwart en heet, geen suiker.
Overal zijn strepen, vlekken en accenten in dat vurige universum. Een poster van een sportauto, een pet met een logo, een doodshoofd met een bril: alles lijkt te gloeien. Alsof hij bang is dat hij verdwijnt zonder al dat spektakel om zich heen.
En dan dat eeuwige goud: de lijst rond de spiegel, de voet van de bureaulamp, het plastic klokje bij zijn bed. Alles reflecteert zonder vaste richting. Ik denk dat hij zich daarin herkent.
Mijn broer zegt weinig, in tegenstelling tot zijn schreeuwende kamer. De keuze van die botsende kleuren - het brandende en het bleke – vermoeit mij. Het ene schreeuwt, het andere grijnst. Het is een ruimte die me uitput. Die me herinnert aan onze ruzies. Aan het feit dat hij nooit écht met me praat.
Ik vroeg hem ooit hoe hij het uithoudt tussen die kleuren. Hij haalde zijn schouders op. “Ik zie het niet eens meer,” zei hij.
Hij niet, maar ik des te meer. Elke keer dat ik daar binnenkom, voelt het alsof ik op een landmijn stap. De kleuren roepen: “Kijk naar mij!” Maar ook: “Ga weg!”
Ik verdraag het maar kort. En als ik de deur weer dichtdoe, hangt dat licht nog even achter mijn oogleden. Alsof ik in de zon gekeken heb. Of in iets op het moment dat het ontploft.

Schrijver: Jan Schuuring, 8 april 2025


Geplaatst in de categorie: overig

3.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 59

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)